Om middernacht waren Paulus en Silas aan het bidden en zongen ze lofliederen voor God.
Handelingen 16:25
Paulus heeft zich in de nesten gewerkt. Hij heeft zich de woede op de hals gehaald van de eigenaars van een slavin met helderziende gaven, die haar uitbuitten. Hij heeft haar bevrijd van haar waarzeggende geest. Samen met zijn medewerker Silas wordt Paulus in de gevangenis gegooid, in de diepste cel, met de voeten in het blok. Waaruit blijkt nu dat alles in Gods hand is? Zoveel tegenwerking en vijandschap. Ze zitten diep in de shit. Ze kunnen niet eens opstaan om zich te ontlasten. Ze zijn geslagen met een stok. De wonden schrijnen. Maar ze zingen lofliederen voor God. Zijn ze wel goed bij hun hoofd? Wel degelijk. Ze weten zich in Gods hand.
En dan komt er beweging. Ze zitten vast, maar er komt beweging. Letterlijk: de aarde beeft. De sloten springen open. De cipier wordt wakker. Hij realiseert zich wat er is gebeurd. Hij denkt: nu zijn ze allemaal ontsnapt. Daar word ik verantwoordelijk voor gesteld. Hij ziet geen andere weg dan een einde aan zijn leven te maken. ‘Sla de hand niet aan uzelf. We zijn er allemaal nog.’ Paulus heeft de situatie gelijk goed ingeschat. En de gevangenisbewaker komt tot bezinning. Hij neemt hen mee naar huis en laat hun wonden verzorgen.
‘Wat moet ik doen om gered te worden?’ is zijn vraag. Want dit is niet gewoon. Deze mannen worden door een bijzondere God geleid en bewaard. Heeft hij zich het ongenoegen van deze God niet op de hals gehaald? Hoe kan hij de wraak van die God ontlopen? Zo zal hij wel ongeveer gedacht hebben. Paulus heeft een duidelijk antwoord op zijn vraag. ‘Geloof in de Heer Jezus en u zult gered worden, u en uw huisgenoten.’ Want als je je vertrouwen op Christus stelt, ben je in zijn hand. Dan helpt Hij je erdoor. Als Hij je verder nog nodig heeft, zal Hij je gebruiken en je leven beschermen door zijn kracht. Als je taak voltooid is, roept Hij je naar zich toe, dan mag je thuiskomen bij Hem. Dat weet Paulus, daar leeft hij uit.
Misschien zit u ook wel met die vraag: wat moet ik doen om gered te worden? Misschien stel je hem anders: wat moet ik doen om een zinvol leven te krijgen? Wat moet ik doen om God beter te leren kennen, om dieper contact met Hem te krijgen? Wat moet ik doen om gelukkig te worden? Met die vraag ben je trouwens behoorlijk op jezelf gericht. Je wilt dat jouw leven de moeite waard is.
Het antwoord van Paulus lijkt simpel. Dat is het ook, maar er komt toch meer bij kijken dan op het eerste gezicht lijkt. ‘Vertrouw op de Heer Jezus.’ Meer niet. Verwacht het van Hem. Hij is je redder. Hij gaf zijn leven over in de dood. Voor ons. En Hij overwon de dood door op te staan uit het graf. Dankzij het offer van zijn leven kunnen wij vergeving krijgen van onze verkeerde daden en gedachten. En dankzij zijn overwinning mogen wij delen in zijn kracht en vrede. Alleen maar door te vertrouwen op Hem.
Toch hebben wij daar moeite mee. Want wat betekent dat simpele vertrouwen op Jezus? Het betekent dat je niet langer gericht bent op jezelf. Je laat Hem voortaan de koers van je leven bepalen, en de duur van je leven. Zoals Paulus, die diep in die gevangenis zich vrij voelde om te zingen, omdat Jezus wist wat goed voor hem was. Paulus was niet bezig met zichzelf, maar vol van Gods Geest. Dat zit vast aan het vertrouwen op Jezus. Het vertrouwen is wel eens zwak. Het wordt bestreden en op de proef gesteld. Zul je het volhouden? Als het van Hem blijft verwachten wel. Blijf afgaan op zijn woorden. Blijf uitgaan van zijn belofte: ‘Ik ben bij je! Je bent in mijn hand.’ Dan zul je ontdekken dat het weer terugkomt, dat je weer sterker wordt. Hij houdt je vast. Je ervaring zal het bevestigen: Hij houdt alles in zijn hand.