Gereformeerde kerk blijven

In de verklaring opgesteld door mensen rond de website www.gereformeerdekerkblijven.nl wordt een pleidooi aan kerkelijke vergaderingen van de GKV gedaan te doen wat in de naam van de website wordt uitgedrukt: gereformeerde kerk blijven. Wat kan daaraan mis zijn? Wat er eventueel mis is kan te maken hebben met hoe men het gereformeerde kerk-zijn invult en met de manier waarop men het pleidooi voert. Aan beide kanten, zowel die van de inhoud als van de methode, is er mijns inziens iets mis.

Eerst de inhoud. De groep spreekt haar zorg uit over haars inziens heilloze ontwikkelingen in het zoeken naar eenheid, in hermeneutische inzichten over de juiste uitleg en toepassing van de Schrift, de handhaving van de belijdenissen, de aanvaarding van verschillende opvattingen over de kinderdoop, de plaats van de wet in de gehoorzaamheid, de invulling van de kerkdiensten en het gehalte van de prediking.

Voor een deel is met het uitspreken van deze zorg niets mis. Als het waar is dat er een vervlakking optreedt in de verkondiging in de richting van een oppervlakkige en vooral geruststellende prediking, en dat aan de ernst van schuld en genade onvoldoende recht wordt gedaan, dan is het goed dat dat wordt gesignaleerd. En als zonder inhoudelijke bezinning en kerkelijke behandeling geloofspunten die wij samen belijden worden gerelativeerd, is dat tevens een reden alarm te slaan.

Als we dan maar wel ervan doordrongen zijn dat hier levensgrote uitdagingen voor ons liggen, die we wel moeten aangaan. Het volstaat niet ach en wee te roepen als daarin geen besef doorklinkt van de zwaarte van de opgave. Predikers die midden in het leven staan merken dat als gevolg van de steeds groter wordende mondigheid en individualisering het besef van zonde en schuld verbleekt, terwijl gevoelens van eenzaamheid en de vraag naar de zin alleen maar verscherpen. Prediking die uit is op communicatie, en elke goede prediking is dat, gaat hierop in. Dat levert onontkoombaar andere accenten op, ook als de traditionele noties niet worden geloochend en het belang wordt gezien die nog steeds tot gelding te brengen. En als passages in de belijdenissen tot existentiële vragen leiden en, meer dan vroeger, tot het doorhakken van knopen, dan kunnen we niet volstaan met bestrijding, we zullen daar pastoraal begrijpend mee om moeten gaan. Helaas gebeurt dat in de Verklaring niet.

Er is meer inhoudelijk mis. Wie zo gemakkelijk het zoeken van eenheid in een tijd dat de kerk in een minderheidspositie gedreven is neersabelt als toegeven aan vrijzinnigheid, heeft de nood van de tijd niet begrepen. Wie zo snel klaar is met de moderne hermeneutiek loopt met oogkleppen op. Laten we eerst maar eens nadenken over de reikwijdte van het inzicht dat ieder verstaan van een tekst mede gebaseerd is op ons voorverstaan. Dat behoedt ons van het innemen van verabsoluteerde standpunten. En wie vindt dat een eerlijke, Bijbels gefundeerde, maar uiteraard menselijk gebrekkige, opvatting die tot afwijzing van de kinderdoop leidt, een legitieme grond voor een kerkscheuring is, loopt misschien toch wel gemakkelijk voorbij aan het gegeven dat het de kerk het lichaam van Christus is, en Christus is niet gedeeld. Tot slot, als men zijn zorg uitspreekt over het functioneren van de wet in de gehoorzaamheid, gaat men toch niet voorbij aan de indringende discussies die in de nieuwtestamentische wetenschap op het ogenblik over de plaats van de wet bij Paulus worden gevoerd!

Tot zo ver over de inhoud. Nu de manier waarop. De opstellers doen een appèl: ‘Met deze verklaring doen wij een beroep op alle  gereformeerden die onze zorg delen.’ Is dit niet de facto het bevorderen van groepsvorming? Allen die er op dezelfde manier in staan moeten gecoördineerd gaan handelen, gecoördineerd door de activiteiten van de groep ‘gereformeerde kerk blijven’. Verder doen ze een beroep op de kerkelijke vergaderingen deze zaken ter hand te nemen. Is zo’n algemene oproep de manier waarop zaken op de tafel van een kerkelijke vergadering terechtkomen? Is hier geen sprake van ongeoorloofde drukuitoefening en stemmingmaking?

Twijfel ik daarmee aan de oprechtheid van de initiatiefnemers of aan de goede redenen die ze kunnen hebben? Aan het eerste geenszins, aan het tweede ten dele. Over het geheel genomen vind ik het goed dat zulke bezorgdheden worden geuit. Maar laat dat dan wel gebeuren in een zoeken van het open gesprek, om elkaar beter te verstaan en van elkaar te leren, om samen verder te komen in plaats van een polariserende tactiek te zoeken die kennelijk tot doel heeft een bepaald geluid te versterken en daarmee neerkomt op het streven naar invloed. Maar dat is niet gereformeerd.

 

Dit bericht is geplaatst in Logboek met de tags , . Bookmark de permalink.