As it is in heaven

Dat doe ik niet vaak, maar vandaag op mijn vrije dag kwam het ervan: ik heb op dvd een speelfilm bekeken, en die heeft indruk op mij gemaakt. Het was een Zweedse film ‘As it is in heaven’ uit 2004 van de regisseur Kay Pollak, die een Oscarnominatie heeft gekregen voor de beste buitenlandse film.

Het verhaal gaat als volgt. De wereldberoemde violist en dirigent Daniel Daréus kan als gevolg van een hartaanval niet meer optreden en keert op middelbare leeftijd onder zijn artiestennaam terug naar zijn geboortedorp. Daar was hij als halve wees op ongeveer tienjarige leeftijd met zijn moeder uit weggegaan, omdat hij door andere jongens werd gepest. Zijn jongensdroom was om door middel van de muziek mensen te ontwapenen en te verenigen.
De reden van zijn terugkeer is hij zichzelf niet bewust, maar uit het geheel van de film komt naar voren dat hij de droom zoekt te verwezenlijken die hij als jongen door onbegrip en tegenwerking niet zag uitkomen. Hij koopt de oude school die leeg staat en vestigt zich daarin. Hij krijgt een aanstelling als muzikaal leider van de kerk en als zodanig wordt hij dirigent van het kerkkoor.
Door veel tegenwerking en complicaties heen wordt het koor een eenheid en gaat het meedoen met een korenwedstrijd in Oostenrijk. Een van de leden heeft daartoe zonder voorafgaand overleg het initiatief genomen. Aanvankelijk ziet de dirigent dat niet zitten, want muziek is niet bedoeld om er een wedstrijd van te maken. Toch laat hij zich overhalen, onder de voorwaarde dat ze als koor met iets heel anders zullen komen.
In de apotheose ontbreekt Daniel wanneer het koor op het podium staat. Onderweg daarheen heeft hij opnieuw hartklachten gekregen en in de toiletruimte zijgt hij in elkaar. Via een rooster in het plafond hoort hij wat er in de zaal gebeurt.
Eerst weet het koor zich niet goed raad. Dan begint de zwakzinnige Tora een grondtoon in te zetten. De andere leden nemen die over en variëren daarop. Kennelijk is dat de bijdrage die het koor zou leveren.
Het publiek, bestaande uit deelnemers van de andere koren, raakt zo enthousiast dat het mee gaat doen, zodat de concertruimte één groot zangkoor wordt. De jongensdroom komt uit.

Wat maakt deze film zo aangrijpend? Dat is de herkenbaarheid van onderlinge spanningen, jaloezie, botsende karakters, pestgedrag, competentiestrijd, slechte huwelijksrelaties, mishandeling, angst voor de dood, de manier van omgaan met gehandicapten. Het is ook de langzame groei door de weerstanden heen naar het doel. Het is de sympathieke uitstraling van de hoofdpersoon, ook wanneer de handtastelijkheden uit zijn jeugd zich herhalen, zelfs door een van de jongens van toen, die hem niet heeft herkend van vroeger. Het is ook de licht erotische onderstroom van verliefdheid bij de meeste vrouwen. Het zijn de verdachtmakingen ondanks de zuivere bedoelingen van de hoofdpersoon. En het is natuurlijk de kracht van muziek.

Je zou zeggen: daar moet het met de mensheid naartoe. Dat we bevrijd worden van angst, geldingsdrang, verstikkende conventies en dat we bereid zijn in liefde elkaar te aanvaarden en samen te werken.

Een kritiekpunt in de beoordeling is voor mij de ongenuanceerd negatieve rol die het geloof en de kerk in de film vervullen. De onderdrukkende werking van de godsdienst wordt verpersoonlijkt door de dominee, die veel nadruk legt op zonde, maar intussen zelf zijn privézonden koestert, die de nieuwe bewoner steeds meer als een gevaarlijke indringer en concurrent beschouwt, en die ook niet in staat is om een intieme relatie met zijn vrouw te onderhouden, ondanks haar pogingen tot toenadering.

Het zwakke van de film is niet, dat daarin misstanden in de beleving van het geloof worden blootgelegd, maar wel dat de pretentie wordt gevoerd dat daarmee het bankroet van het kerkelijke geloof is aangetoond. De dominee en zijn godsdienst zijn tot een karikatuur gemaakt.
De plaats van geloof en kerk wordt hier eigenlijk ingenomen door de muziek. Dat is de nieuwe religie, met als hoogste leefregel luisteren naar jezelf. In mijn optiek is dat een foute boodschap.

Nu ik dit schrijf, realiseer ik mij, dat ik daarmee de verdenking op me kan laden de rol van de dominee in de film te gaan spelen. Natuurlijk haast ik mij daarvan afstand te nemen.
Het waardevolle ligt in het ideaal dat de film vertolkt.
Konden we maar zo een geloofsgemeenschap vormen, dat de overgave, de liefde en de eenheid waar de film naartoe werkt daarin worden gerealiseerd, door alle weerstanden heen.
Dan wordt het een beetje als in de hemel.

Dit bericht is geplaatst in Logboek. Bookmark de permalink.