Bevrijdingspastoraat

Afgelopen woensdagavond was ik samen met ds. Orlando Bottenbleij uitgenodigd door de kerkenraad van de CGK te Zwolle om te spreken over bevrijdingspastoraat. Er is daar veel belangstelling voor de manier van werken door de baptistengemeente van Drachten waaraan Bottenbleij leiding geeft. Toch wil men de band met de eigen traditie niet vergeten. Zodoende.

Die avond ben ik erin bevestigd dat de manier waarop we met bevrijdingspastoraat omgaan samenhangt met de manier waarop we naar demonische bezetting en binding kijken. Is demonische belasting nu een ander verschijnsel dan een psychiatrische stoornis, of gaat het om dezelfde verschijnselen die op een verschillend niveau worden beoordeeld?

Volgens Bottenbleij en vele anderen is bezetenheid en gebondenheid niet psychiatrisch van aard. Daarom willen zij via bevrijdingssessies door een bevrijdingsteam bezetenen en gebondenen ‘vrijzetten’ door middel van gebed en het gebiedend spreken tot de demon in de naam van Christus. Daartoe is in veel gevallen nodig dat eerst door een psychiater of psychotherapeut wordt uitgesloten dat sprake is van een psychische problematiek.

Is dit de goede benadering? Laten we eens kijken naar de Bijbel. Daar maken voorbeelden van demonische beïnvloeding op ons vaak de indruk van psychiatrische aandoeningen. Ook wordt vaak over hetzelfde verschijnsel zowel op het niveau van (psychische) ziekte of handicap gesproken als op het niveau van demonische inwerking.

We kennen het voorbeeld van koning Saul. Hij had buien van somberheid, angst en agressie. Dat zijn voor ons psychiatrische symptomen. Maar 1 Samuël 16:14 zegt dat een boze geest hem angst aanjoeg.
De man in het land van de Gerasenen leeft geïsoleerd en is onbedwingbaar. In de kracht van zijn razernij trekt hij alle boeien stuk. Die man is helemaal gestoord door een ernstige vorm van manie of schizofrenie, zouden wij geneigd zijn te zeggen. Zelf spreekt hij van een legioen demonen die in hem wonen. Verder, de maanzieke jongen heeft volgens zijn vader aanvallen waardoor hij op de grond valt, verstijft en het schuim op de lippen heeft. Wij zouden zeggen: dat heeft veel weg van epilepsie.

Daarnaast worden er ook lichamelijke gebreken aan demonen toegeschreven. Bekend is het voorbeeld van Job, die vreselijke zweren kreeg door toedoen van Satan. We lezen in Matteüs 12 van een bezetene die blind en stom was. Lucas 11 verhaalt van een demon die niet kon spreken. En Lucas 13 vertelt van een vrouw die achttien jaar bezeten was door een geest die haar ziek maakte. En in 2 Korintiërs 12 spreekt Paulus van een satansengel die hem met vuisten slaat. Hij noemt het ook een doorn in zijn vlees, vermoedelijk een pijnlijke lichamelijke kwaal.

Soms wordt er van ziekten gesproken zonder dat demonen daarbij een rol lijken te spelen. Of doen ze dat op de achtergrond toch? Toen Jezus de schoonmoeder van Petrus genas, bestrafte Hij de koorts en die verliet haar (Lucas 4). Dit ‘bestraffen’ van de koorts doet denken aan de bestraffing van demonen, alsof die koorts op de achtergrond een demonische werking veronderstelt.

Mijn conclusie uit deze gegevens is, dat in de Bijbel (psychiatrische) ziekte en demonische werking elkaar niet uitsluiten, maar op een andere manier hetzelfde verschijnsel beschrijven. De duivel pakt mensen nu eenmaal op hun zwakste plek. Medische oorzaken zijn op een ander niveau demonische oorzaken, net zoals wij in ons handelen enerzijds worden aangezet door motieven en doelstellingen, en anderzijds door neurobiologische processen in het centrale zenuwstelsel.

Daarom zou ik zeggen, organiseer geen imponerende sessies met bevrijdingsteams nadat een psychische oorzaak is uitgesloten, maar zoek hulp bij arts en/of psychotherapeut, én bid samen om verlossing van de macht van de boze. Laat het bestraffend toespreken van demonen dan maar aan Jezus over.

Dit bericht is geplaatst in Logboek. Bookmark de permalink.