Bodar en de protestanten

Tijdens een Calvijnherdenking in Nijmegen afgelopen dinsdag bleek weer eens hoezeer de weleerwaarde Antoine Bodar de kunst verstaat anderen op de kast te jagen. Zijn badinerende toon roept enerzijds wel irritatie op, maar heeft anderzijds ook een nuttige kant; ze kan in dit geval zelfs heilzaam zijn voor de protestantse gesprekspartners en hun achterbannen.
Een greep uit zijn uitspraken (met dank aan het ND). Wat beweegt de protestanten in Nederland een heel jaar uit te trekken voor de herdenking van Calvijn? Leidt al die aandacht voor een mens niet veel te veel af van Christus? Hoe krijgen de calvinisten, eindeloos verdeeld in kerken en kerkjes, het klaar zichzelf serieus te nemen rondom Calvijn? Zou een apart jaar voor Jezus Christus niet veel zegenrijker zijn? De organisatoren benadrukken telkens dat het vooral draait om het imago van Calvijn. Maar wat malen wij om ons eigen imago, Christus heeft zich er geenszins om bekommerd.

Hier raakt Bodar aan een evidente zwakte van het gereformeerde protestantisme. De kerkelijke verdeeldheid kan op anderen potsierlijk overkomen. En het is inderdaad een intrigerende vraag waarom wij ons zo druk zouden maken over het imago van Calvijn. Is dat misschien omdat wij onze identiteit zo nauw met hem verbinden? In het imago van Calvijn bij de buitenwacht gaat het ons dan vooral om ons eigen imago bij anderen. Als dat erachter zit, is dat een slecht teken. Dan vereenzelvigen wij ons veel te veel met een kerkelijke leider. ‘Ik ben van Calvijn!’ Het zou ons veel meer een zorg moeten zijn het imago van Christus te vertonen. In die zin doet ons imago er wel degelijk toe, maar dat zal Bodar mij wel toegeven.

Tot zo ver ga ik met hem mee. Maar hij gaat verder, mij te ver. Hij meldt dat voor Calvijn de diepste oorzaak voor de breuk het primaat van de paus was, omdat dit echte hervorming in de weg stond. Bodar zegt ervan: ‘Welk een onzinnigheid van denken.’
Dat is wat kort door de bocht. Als hij gelijk heeft, dat Calvijn vooral afknapte op de kerkstructuur die veranderingen onmogelijk maakte, dan siert dat de reformator als oecumenisch, katholiek (de universele kerk zoekend) gelovige en theoloog. Het zegt dan namelijk dat de misstanden in de Roomse kerk van zijn dagen als zodanig voor Calvijn niet de reden waren om met die kerk te breken. Het probleem zat hem niet in de geestelijke toestand van de kerk, maar in de onwil en het onvermogen om die toestand te veranderen. De dwalingen wilde hij nog wel op de koop toe nemen, mits die kerk bereid zou zijn zich te gezeggen door het Woord en zich te laten corrigeren. Hij ondervond dat dat niet lukte. Het instituut van het pausdom stond dat in de weg. Pas toen dat hem duidelijk werd, was voor hem de maat vol. Zijn volgelingen uit de twintigste en eenentwintigste eeuw kunnen aan deze houding nog een voorbeeld nemen.

De superieure positie die Bodar aan zijn eigen Rooms-katholieke kerk toeschrijft, zint mij ook niet. Maria zou slechts naar Christus verwijzen en niet van Hem afleiden, zij wordt neergezet als voortreffelijk beeld van de kerk, de gemeenschap van Christus. Alsof er in zijn kerk Maria niet met nog veel meer aanzien wordt bekleed. Als het waar was dat Maria niet anders dan als symbool van een nederige kerk en verwijzing naar Christus werd geëerd, dan op dat punt mijn moeite met Rome verdwijnen als sneeuw voor de zon.
En verder, die Roomse kerk is en blijft volgens Bodar de moederkerk, de plek waar Christus zijn kerk heeft gebouwd. De tekst uit Matteüs 16: ‘Gij zijt Petrus en op deze petra (steenrots) zal Ik mijn gemeente bouwen’ wijst exclusief naar de kerk van Rome. Alsof deze woorden iets zeggen of impliceren over de opvolging van Petrus. Niet dus. Een misplaatste claim.

De kerkelijke gescheidenheid, ook tussen protestantse kerken en de kerk van Rome, is nog steeds een reden voor diepe verslagenheid, al wordt dat onvoldoende beseft. Het is niet terecht dat we aan de gedeeldheid gewend zijn geraakt. Wat is het dan jammer dat Roomse deelnemers aan het onderlinge gesprek zo hoog van de kerktoren blazen. Ik wou dat Antoine een toontje lager zong als het over de Roomse kerk gaat. Hij heeft best iets te melden.

Dit bericht is geplaatst in Logboek. Bookmark de permalink.