Als er één persoon is in wiens schoenen ik niet zou willen staan, is dat Adolf Sauerland, burgemeester van Duisburg. Uitgejouwd en bekogeld kreeg hij van de omwonenden in zijn gemeente de raad om maar zo snel mogelijk op te stappen. Het condoleanceregister op het stadhuis wordt gemeden, omdat boven het vertrek waar het ligt de werkkamer van de burgemeester is.
De reactie is begrijpelijk. De veiligheidsvoorzieningen op de Love Parade afgelopen zaterdag waren zwaar onvoldoende. Er was maar één toegang tot het festivalterrein die tegelijkertijd dienst deed als uitgang, een tunnel nog wel. Daar brak paniek uit met het bekende gevolg: twintig doden en honderden gewonden. Van te voren is er door brandweer en politie gewaarschuwd. Er zouden niet meer dan 250.000 personen mogen worden toegelaten, terwijl uit andere jaren bekend is dat er zeker één miljoen bezoekers op afkomen. En de burgemeester is verantwoordelijk voor de vergunning die is afgegeven. Daar wordt hij nu op afgerekend.
Er is echter ook een andere zijde. Die drong zich aan mij op toen ik ergens las dat de burgemeester pas diezelfde zaterdagmorgen de vergunning heeft getekend, toen al duizenden feestgangers onderweg waren naar het dansfestijn. Wat zit daarachter? Ik weet dat natuurlijk niet, maar ik zie wel een scenario voor me dat we niet mogen uitsluiten voordat alles is onderzocht.
Er zijn vele krachten die aandringen op het toestaan van het evenement. Dat is een mooie publiciteitsstunt voor de gemeente Duisburg. Zoals altijd in zulk soort situaties moeten er weerstanden worden overwonnen. Niet iedereen is voor het plan gewonnen. Er zijn argumenten vóór, er zijn argumenten tegen. Er klinken waarschuwingen, maar ook pleidooien voor de prachtkans die dit de gemeente biedt om zichzelf op de kaart te zetten. De burgemeester voelt er niet veel voor. Hij is zich bewust van de risico’s. Maar er zijn diverse ontwikkelingen die aan zijn directe invloed ontsnappen en die zich autonoom voltrekken. Daarbij wordt hij onder druk gezet, door de initiatiefnemers die hun connecties hebben, door de horeca, door de media en ik weet niet wie. Als hij niet instemt zal hij erop worden afgerekend. Uiteindelijk zwicht hij en zet hij zijn handtekening.
In dit plaatje past zijn weigering de handdoek in de ring te werpen. Eerst moet het onderzoek uitwijzen hoe het zover heeft kunnen komen en waar de zwaarste verantwoordelijkheid ligt. Misschien denkt hij: dan komt echt aan het licht wie de werkelijke boosdoeners zijn.
Ik denk dat er veel meer mis is.
Politiek is een complexe aangelegenheid, een voortdurende belangenstrijd die op verschillende niveaus wordt gevoerd. Uiteindelijk is de burgemeester bestuurlijk verantwoordelijk. Dat mag hem echter niet automatisch tot zondebok maken. Aard en mate van schuld moeten inderdaad op grond van zorgvuldig onderzoek worden vastgesteld.
Tot die tijd moeten we het zondebokmechanisme maar proberen te weerstaan.