Christelijke identiteit

Eerder deze week had ik het voorrecht op de dies van de Apeldoornse theologische studentenvereniging te spreken over normen voor het christen-zijn, toegespitst op het gebruik van de Schrift in de ethiek. In de voorbereiding van mijn lezing heb ik mij onder meer verdiept in het nieuwe perspectief op Paulus, dat sinds het begin van de jaren tachtig van de vorige eeuw is ontwikkeld. Als deze nieuwe inzichten juist zijn, hebben ze grote gevolgen voor ons christen-zijn.

Volgens deze benadering strijdt Paulus niet tegen een wettische verdienstenleer die in het jodendom populair zou zijn, maar tegen de joodse opvatting dat de wet en met name een aantal bijzondere voorschriften daarin bepalend zijn voor de identiteit van het volk van God. Als je bij het volk van God wilt horen, moet je bereid zijn je daaraan te houden. Dan gaat het in de eerste plaats over de meest in het oog lopende verschillen met de heidenen, zoals de besnijdenis, de voedselvoorschriften en de sabbat, maar in het verlengde daarvan ook over alle andere wetsregels. Dat was dan ook het motief van sommige joodse christenen om te proberen christenen uit de heidenen over te halen zich te laten besnijden. Anders kon je er volgens hen niet bijhoren en niet delen in het heil van God.

Volgens deze joodse inzichten vormt de wet een beschermende muur om Israël heen. Binnen die muur bevinden zich de mensen die de joodse wet aanvaarden, daarbuiten de mensen die haar niet accepteren.
Wat zegt Paulus hiervan? Die muur gaat om. Christus heeft de tussenmuur afgebroken (Efeziërs 2:14). Om bij het volk van God te mogen horen hoef je het juk van de joodse wet niet te aanvaarden. Speelt de wet dan geen enkele rol meer? Jawel, maar de gehele wet is in één woord vervuld: gij zult uw naaste liefhebben als uzelf (Galaten 5:14).

Waar Paulus tegen protesteert is, dat wetsregels onze identiteit als volk van God bepalen. Als dat van Israël sinds Christus niet meer mag gelden, dan ook van ons als nieuwtestamentische gemeente niet.
Waar wordt dan onze christelijke identiteit door bepaald? Door onze eenheid met Christus, door het leven in de kracht van de heilige Geest. Door het geloof zijn wij kinderen van God, vreemdelingen in deze wereld, priesters die een brug vormen tussen God en de wereld, rentmeesters die gewetensvol beheren wat God ons allemaal heeft toevertrouwd, leerlingen die bereid zijn hun eigen tekorten te erkennen en van hun fouten te leren. Dat bepaalt wie we zijn.

Als we hier de praktijk van ons kerkelijk leven tegenaan leggen, moeten we concluderen dat we daar nog ver van af zijn. Wat zijn de identiteitsbepalende factoren van een gemeente? Dat zijn de dingen waar die gemeente het meest gevoelig op is. Want als je identiteit in de verdrukking komt, dan voel je je miskend. Vandaar dat het verzet van veel joden tegen Paulus ook zo fel was.
Waar zijn gemeenten het meest gevoelig op? Ik vrees dat dat onderwerpen zijn die ook nu nog afgeleid zijn van de wet. Het gaat dan om dingen die als geoorloofd of ongeoorloofd worden beschouwd. In rechtzinnige gemeenten waren dat zestig jaar geleden zaken als de zondagsrust, het verbod op dansen en bioscoopbezoek. In onze tijd zijn dat de aard van het Schriftgezag (‘zo moet je de Bijbel opvatten’), de plaats van de vrouw, het verbod op samenwonen en op homoseksuele praxis. Ook hiervan gold en geldt: als je deze regels aanvaardt, mag je erbij horen, zo niet, dan is er bij ons geen plaats voor jou. Wie er vraagtekens bij zet is meteen verdacht.

Het gaat mij er nu niet om welke weg Christus ons in deze zaken wijst. Het gaat mij erom dat we die weg van Christus als een zelfstandige wet, als een op zichzelf staand selectiecriterium zijn gaan opvatten. Daar zegt Paulus van: zo mag de wet in de gemeente niet functioneren.
Hoe dan wel? De wet wil dienstbaar zijn aan het leven uit Christus. Regels die daaraan niet dienstbaar zijn (zie de voedselvoorschriften) komen te vervallen. Wetten die daaraan wel dienstbaar zijn (zoals huwelijkstrouw), blijven gelden. En in elke nieuwe situatie moeten ze met het oog op de navolging van Christus worden uitgelegd.

Dat maakt het ineens minder overzichtelijk. Misschien komt er zo ook wel meer ruimte voor verschillen in uitleg en toepassing. Maar misschien worden we dan ook wat minder veroordelend naar elkaar, gaan we wat geestelijker om met de wet, en komen we meer toe aan onze eigenlijke identiteit.

Als dat nieuwe perspectief op Paulus ter zake is.

Dit bericht is geplaatst in Logboek. Bookmark de permalink.