In het ND wordt momenteel een discussie gevoerd over de collectieve schuld van de kerk tegenover het Jodendom. De een zegt: de kerk moet het zich aantrekken dat door haar toedoen het Joodse volk eeuwen lang is vervolgd en gekleineerd. De ander zegt: het is gevaarlijk om zo te praten, want voor je het weet zeg je, dat het Joodse volk schuldig is aan de dood van Jezus. Zo’n redenering voedt het antisemitisme. Je kunt beter maar niet spreken van collectieve schuld.
Als er geen collectieve schuld bestaat, is er ook geen collectieve verantwoordelijkheid. Maar dat staat te bezien. Ik denk dat er van collectieve verantwoordelijkheid sprake is, wanneer er binnen het collectief (een etnische of religieuze groep) een voedingsbodem wordt gekweekt voor wandaden die door vertegenwoordigers van die groep worden gepleegd. Verder is daarvan sprake wanneer de collectieve solidariteit zo ver gaat, dat de groep deze individuen die tot haar behoren beschermt, begrip vraagt voor hun daden en niet kritisch afstand van hen neemt.
In die zin kan zeker worden verdedigd dat de kerk een collectieve verantwoordelijkheid en schuld draagt ten aanzien van het leed dat de Joden is toegebracht. Kan omgekeerd ook gesproken worden van collectieve verantwoordelijkheid van het Joodse volk voor de kruisiging van Jezus? De afstand in tijd is zo groot en de omstandigheden zijn zozeer gewijzigd, dat met recht betwijfeld kan worden of er nog steeds sprake is van een collectieve voedingsbodem voor de gewelddadige verwerping van iemand als Jezus, en of onder het volk nog steeds de aandrang bestaat om de Joodse betrokkenen in bescherming te nemen. Alleen wanneer de bewondering voor het voorgeslacht zo groot is, dat men geen kritiek op de handelwijze van de vaderen kan velen, is er aanleiding de mensen van nu aan te spreken op wat toen is gebeurd.
Maar wordt de Joodse verwerping van Jezus niet tot op heden gecontinueerd? Bij velen is dat het geval, maar dat is voor een groot deel te verklaren door de traumatische geschiedenis van het optreden van Jezus’ volgelingen tegen zijn volksgenoten. De verwerping van Jezus was de verwerping van zijn vijandige aanhangers.
Is er bijbels gezien aanleiding om te spreken over collectieve schuld? Dit spreken veronderstelt een gemeenschapsbesef dat in ons geïndividualiseerde Westen veelal ontbreekt. De Bijbel kent het wel. Denk alleen maar aan de vérstrekkende uitspraak dat de mensheid ‘in Adam’ gezondigd heeft (Romeinen 5). Ook hier kan gesproken worden van een gemeenschappelijke voedingsbodem voor hetzelfde kwaad van ongehoorzaamheid aan God dat Adam had begaan, en van een gemeenschappelijke solidariteit waarin we niet bereid zijn metterdaad afstand te nemen van die houding van Adam. Eerst wanneer dit wel gebeurt, worden wij van onze collectieve schuld verlost. Dat vindt plaats wanneer wij overgebracht worden naar de nieuwe gemeenschap die in Christus verrijst.
Bij het spreken over collectieve verantwoordelijkheid en schuld moeten we wel uitkijken, dat we er geen foute consequenties aan verbinden. Het mag nooit zo zijn dat individuen uit een groep persoonlijk verantwoordelijk worden gesteld voor iets waarvoor ze alleen collectief verantwoordelijk zijn. Dus geen wraakacties tegen personen.
Evenmin mag het aannemen van collectieve schuld ertoe leiden dat de betreffende groepen worden onderdrukt en gediscrimineerd. Kunnen wij die niet tot die groep behoren optreden als rechters daartegen? Nee, we zijn partij, en als we niet uitkijken, ontstaat er onder ons een voedingsbodem voor misdaden waarvoor wij op onze beurt collectief verantwoordelijk zijn.
Dus: wél collectieve verantwoordelijkheid. Dat maakt ons nederig. We maken ergens deel van uit. Ook wij helpen mee om die gemeenschap en haar zelfbeeld in stand te houden. Ook wij hebben de neiging de wandaden uit eigen gelederen minder erg te vinden dan die welke door anderen worden verricht. Wij hebben vergeving nodig.
Collectieve verantwoordelijkheid bepaalt ons er ook bij dat we op tijd onze stem tegen onrecht verheffen, ook al valt iedereen uit onze eigen kring over ons heen. Dat is de enige manier om van collectieve schuld vrij te blijven.