Vroeger deden we wel een spelletje met een grote kring kinderen, bijvoorbeeld op een verjaardagsfeestje. Je stond in de kring en gaf elkaar de hand. Iemand mocht beginnen, en die zei: ‘Ik maak contact met …’, en dan noemde hij of zij de naam van iemand ergens aan de andere kant van de kring. Direct daarna gaf de beginner een kneepje in de hand van een van zijn buren. Dan maakte je contact met het kind naast je. En dat kind gaf het contact door aan het volgende kind, of gaf het terug aan degene die begon. Dat ging zo door totdat het bij de genoemde persoon aan de overkant was, en die riep dan ‘Contact!’ Maar als de anderen konden zíen dat er geknepen was, en het klopte, dan was degene die was betrapt af.
Dat spelletje doen we tegenwoordig niet meer. Maar er zijn zo veel dingen die je tegenwoordig niet meer doet. Als kind zong u vóór het slapengaan misschien wel ‘Ik ga slapen, ik ben moe’. Dat doe je nu niet meer, óf omdat je nu geen kindergebedje meer bidt, maar een grote-mensen-gebed, óf omdat je dat in de loop van de jaren bent kwijtgeraakt, bidden vóór het slapen gaan. Ook dat bidden heeft te maken met contact, contact met God.
Contact komt van twee kanten. Dat blijkt wel uit het spelletje waar ik het zojuist over had. De een knijpt, de ander voelt en komt dan zelf ook in actie. Stel je voor dat in die kring ook een grote levenloze pop was neergezet, met twee handjes, net echt. Met zo’n pop ertussen zou je het spel niet kunnen spelen, Want als je in een van de handen kneep, zou de pop niets voelen en niets kunnen doen. Het spel was dood.
Zou dat de reden zijn dat veel mensen het bidden hebben afgeschaft? Ze hebben het idee dat er geen contact werd gemaakt. Alsof ze een kneepje gaven in de hand van een pop. Dan houdt het een keer op. In het spelletje van Contact moeten de kneepjes heel onopvallend worden gegeven, anders werd het gezien en was je af. Soms dacht je: Krijg ik er nu een of verbeeld ik het me? Dan dacht je van wel, maar het was niet zo. Dan gaf je een vals contact door. Zijn christenen misschien mensen die alleen maar dénken dat ze contact met God hebben?
Het zou ook andersom kunnen wezen. God geeft zijn contact wel degelijk door, via mensen, maar wíj zijn als die levenloze pop, die niets voelt. Dat is de visie die de Bijbel op mensen heeft. Die hebben het contact verbroken en zijn niet in staat het uit zichzelf te herstellen. Ze zijn zo ver bij God vandaan geraakt, dat ze zelfs het gevoel voor de omgangsregels verloren hebben. Mensen buiten God heten geestelijk dood. Jezus doelt daar ook op als Hij het beeld gebruikt van aardse vaders (Lucas 11: 11-13). Als aardse vaders hun kinderen al het goede geven, hoeveel te meer zal de Vader in de hemel de heilige Geest geven aan wie Hem erom vragen! De heilige Geest, dat is God in zijn kracht die levend maakt. De heilige Geest is ‘het goede’, het allerbeste, dat wij nodig hebben om te leven. Zonder de Geest zijn wij geestelijk dood. Door de Geest wordt ons leven vernieuwd en krijgen wij gevoel voor het contact met God. Dat is het mooiste dat je van de Vader kunt krijgen.
Dat is er, Híj is er, de heilige Geest, als je de hemelse Vader om Hem vraagt. Is Hij er altijd meteen? Worden wij op onze wenken bediend? Dat mogen wij niet verwachten. Dan zouden we veeleisend worden en in ontzag tekortschieten. God de Vader bedient ons niet op onze wenken, maar wel op tijd, op zijn tijd. En intussen wordt ons geloof getest. Verwacht je het van Hem? Hij is uniek. Een Vader, met wie contact mogelijk is.