Gebed bij een overwinning

Dank U, God, dat Nederland met 5-1 van Spanje gewonnen heeft.
Dank U, dat die twijfelachtige strafschop voor de Spanjaarden niet het verloop van de wedstrijd heeft bepaald, maar dat er gerechtigheid is geschied.
Dank U, dat we revanche hebben kunnen nemen voor de verloren finale van 2010.
Dank U, dat Nederland feest kon vieren en dat hierdoor verbroedering tot stand kwam.
Dank U, God.

Of …, hebt U niet de hand gehad in de uitslag van de wedstrijd?
Misschien bent U wel een onpartijdige God, die niet de kant kiest van een van de teams.
Misschien heeft U niet minder op met Spanjaarden dan met Nederlanders.
Misschien is de gerechtigheid van uw koninkrijk wel van een geheel andere orde dan die van de terechte uitslag van een potje voetbal.
Misschien bent U niet een God van revanche voor een eerdere vernedering, gezien de gang van zaken rond Jezus.
Misschien gaat verbroedering in uw visie veel dieper dan saamhorigheid bij een gemeenschappelijk hoogtepunt.
Misschien bewijst verbroedering zich wel beter in de diepte van tegenslag en nederlaag.

Maar in dat geval …
In dat geval kan ik U niet danken voor het verloop van de wedstrijd.
Maar dan kan ik er ook niet echt van genieten.
Want uw Woord zegt dat wij van alle dingen mogen genieten, mits wij U ervoor kunnen danken.
Dan moet ik U maar danken voor de gezellige en spannende partij voetbal, U danken voor dat stukje ontspanning en afleiding dat ik op z’n tijd nodig heb en dat ik, geloof ik, van U ontvang.
Alleen, dat zou betekenen dat ik U evenzeer zou danken bij verlies als bij winst.
Bij verlies zou ik U moeten danken voor de vreugde die de tegenstander  met zijn aanhang mag beleven, een veel grotere aanhang dan de onze.
Als ik doe wat U vraagt, namelijk dat ik mijn naaste liefheb als mijzelf, dan zou dat mij niet moeilijk moeten vallen.
Alleen, het lukt mij niet.

Dan zit er niets anders op dan dat ik mijn betrokkenheid bij het wereldkampioenschap losmaak van mijn verhouding tot U.
Een groot deel van mijn leven is voor U.
Maar er is ook een gedeelte dat ik niet met U in verband kan brengen.
Daarin beleef ik mijn hoogte- en dieptepunten los van U.
Bij nader inzien is het beter die te laten rusten in mijn gebeden.
Want U hebt daar vermoedelijk uw zegenende hand niet in.
In dat gebied word ik gestuurd door mijn eigen inzichten , voorkeuren en verlangens.
Misschien is dat niet goed.
Maar is het verkeerd?

Ik ben er niet helemaal gerust op.
Want als ik mijn enthousiasme voor het succes op het mondiale voetbaltoernooi een eigen leven laat leiden buiten U, voldoe ik niet aan uw eerste eis.
U vraagt van Mij dat ik U liefheb met mijn hele hart.
Maar als ik de voetbalresultaten los van U bejubel, is er een plek in mijn hart waarin niet uw liefde regeert.
Daar komt iets anders in de plaats van U.
Zo iets noemt U een afgod.

Heer, doorgrond mij en ken mijn hart.
Zie of er bij mij een heilloze weg is,
en leid mij op de eeuwige weg.

Groot is uw geduld met mij.
Dank U, God.

Dit bericht is geplaatst in Logboek met de tags , , . Bookmark de permalink.