Hoe functioneert de Bijbel in ethische discussies? Blijkens het ND van 9 februari 2008 is de vrees van prof. dr. A. Th. van Deursen, dat we vaak ons gevoel vooraf laten gaan en pas achteraf naar de Schrift gaan, om te zien of de Bijbel ons gelijk geeft. De kans is groot dat we het dan zo kunnen plooien dat we gelijk krijgen. Naar zijn inzicht dient de Schrift vóór te gaan, door eerst te lezen wat er staat en pas dan vanuit de Schrift je vragen te stellen. Op die manier zou je wel eens anders uit kunnen komen. Denk maar aan de discussies over de plaats van de vrouw in de gemeente, of aan homoseksualiteit.
Het is een belangrijk punt dat hij aan de orde stelt. Ik wil er drie opmerkingen over maken.
Allereerst is het inderdaad waar, dat wij gemakkelijk geneigd zijn onze eigen ideeën terug te lezen in de Bijbel. Werkelijk buigen voor de Schrift gaat gepaard met zelfverloochening. Ga er maar van uit dat daar waar bijbelse uitspraken tegen je gevoel indruisen, de Bijbel je iets te zeggen heeft.
Het tweede is, dat we op een gegeven moment wel de Schrift in verbinding moeten brengen met de situatie die onze sympathieën verklaart. Inderdaad: de Bijbel eerst. Dat betekent dat we de vraag proberen te beantwoorden: wat zegt deze schriftplaats in de cultuurhistorische context waarin hij voor het eerst geklonken heeft? Anders gezegd: wat heeft de schrijver op het oog gehad? Wat was zijn gezichtsveld en waarop heeft hij binnen dat gezichtsveld gefocust? Vervolgens is de vraag: wat heeft datgene dat hij in zíjn context heeft willen zeggen te betekenen in ónze context?
Zo lezen we dat vrouwen de eerste getuigen waren van de opstanding van de opstanding van onze Heer. We lezen dat tegen de achtergrond van de cultuurhistorische context van toen, waarin aan het getuigenis van vrouwen niet veel waarde werd toegekend. Daarmee krijgt de mededeling van het getuigenis van de vrouwen een bijzondere betekenis. Op deze wijze denken we na over wat de Bijbel ons wil zeggen. Vervolgens vragen we ons af: wat betekent dit voor de plaats van de vrouw in onze context, waarin vrouwen als gelijkwaardig worden beschouwd aan mannen? Dan gaat het over de toepassing van de Bijbel in onze situatie.
Eenzelfde procedé volgen we trouwens als het gaat over de zogenoemde ‘zwijgteksten’, bijbelplaatsen waarin staat dat de vrouwen moeten zwijgen in de gemeente. Wat is de cultuurhistorische achtergrond waartegen dit wordt gezegd? Wat wordt tegen die achtergrond met zulke opmerkingen bedoeld? En dan: hoe vertalen we die bedoeling naar onze cultuurhistorische context, waarin vrouwen even ontwikkeld zijn als mannen?
De Bijbel gaat dus voorop, maar in de toepassing moeten we de cultuurhistorische verschillen tussen toen en nu wel bedenken. Alleen maar letterlijk toepassen zou tot gevolg kunnen hebben dat we de bedoeling van bepaalde bijbelteksten helemaal missen.
Ik zet nog een derde stap. Het kan zelfs zo zijn dat onze eigen situatie met onze gevoelens en sympathieën invloed heeft op ons inzicht in de bedoeling van de Bijbel. Laat ik dat toelichten met een voorbeeld. Als wij onze eigen gevoelens helemaal buiten schot laten en dan de Bijbel lezen, kunnen we tot de conclusie komen die eeuwenlang door velen getrokken is, namelijk dat het instituut van de slavernij niet verwerpelijk is. De Bijbel verwerpt namelijk nergens het instituut van de slavernij. Zodra wij echter de Bijbel lezen vanuit onze overtuiging dat slavernij inhumaan is – in de praktijk doen we dat gewoon -, krijgen we oog voor allerlei aspecten in de Bijbel die uitgaan van de menselijke waardigheid van slaven, en kunnen we van mening zijn dat dit uiteindelijk leidt tot de onhoudbaarheid van de slavernij. Ons eigen gevoel draagt ertoe bij om bij deze conclusie uit te komen. Met andere woorden: de Bijbel gaat niet altijd aan ons gevoel vooraf. Ons gevoel kan ons ook helpen om oog te krijgen voor bepaalde noties in de Bijbel.
Maar hoe voorkomen we dan dat we erop uit zijn onze sympathieën door de Bijbel te laten bevestigen? We zijn er zo goed in de Bijbel te laten zeggen wat ons goed uitkomt! Garanties zijn hier niet te geven. God geeft ons de belofte van zijn Geest. In gebed en afhankelijkheid van deze belofte en in onderlinge aanvulling en correctie mogen wij vertrouwen dat de Geest wegen schrijft in de tijd.
De Bijbel eerst. Zeker. Dat betekent niet dat onze intuïties en gevoelens uitgeschakeld worden, maar wel dat we de resultaten altijd weer terugbuigen naar de Schrift, om ze daaraan te toetsen.
-
Categorieën
-
Archief