Deze keer bestaat de bijdrage niet uit een reactie op een ontwikkeling die door de media wordt vermeld, maar uit een probleem waar ik in de praktijk van mijn werk als gemeentepredikant tegenaan loop. Is er iemand onder de lezers die mij van advies kan dienen?
Het gaat over de toenemende wens van bruidsparen, dat de bruid vóór het begin van de dienst waarin het huwelijk wordt bevestigd door haar vader de kerk in geleid wordt en aan de bruidegom wordt gegeven, die al voor in de kerk staat of zit te wachten.
Over de achtergrond van deze wens heb ik wel een vermoeden. De bruiden hebben te veel naar romantische films gekeken, waarin de vader aan het einde zijn dochter naar het altaar geleidt. Vaders zijn natuurlijk aangenaam getroffen door het verzoek van hun dochter, want er wordt een stukje erkenning en waardering in uitgedrukt voor wat de vader voor het meisje heeft betekend. Ten diepste aanvaardt ze er zijn gezag in om aan het huwelijk al dan niet zijn fiat te geven. Maar zo ver zal het verzoek wel niet zijn doordacht.
Behalve de positieve kant die aan dit gebruik zit, zoals hierboven is aangestipt, heeft deze gang van zaken aan het begin van een reformatorische kerkdienst toch vooral iets bedenkelijks.
De kerken van de reformatie hebben afstand genomen van de rooms-katholieke opvatting van het huwelijk als sacrament. Volgens de roomse beleving en opvatting wordt het huwelijk pas gesloten in de kerk. De voorafgaande sluiting van het huwelijk op het gemeentehuis wordt wel geaccepteerd als wettelijke voorwaarde vóórdat de kerkelijke plechtigheid kan worden gehouden, maar wordt in de grond van de zaak niet als volwaardige huwelijkssluiting erkend.
Bij deze benadering is het passend dat de bruid door haar vader de kerk wordt binnengebracht en aan de bruidegom wordt gegeven. De echte huwelijkssluiting moet immers nog plaats vinden.
De kerken van de reformatie erkennen het huwelijk echter niet als sacraal gebeuren. Voor hen is het een profaan, publiek gebeuren. De echte huwelijkssluiting vindt daarom niet in de kerk plaats, maar in de publieke ruimte, onder leiding van een ambtenaar van de burgerlijke stand. In de kerk wordt de trouwbelofte herhaald en verdiept, en wordt Gods zegen erover afgesmeekt. Zeer bewust spreken we hier niet van huwelijkssluiting, maar van huwelijksbevestiging.
Het is duidelijk dat in deze context het binnenbrengen van de bruid door haar vader nergens op slaat. Zij is immers al getrouwd. Zij heeft zich al aan haar man verbonden en hij aan haar. Eigenlijk zou hij het niet moeten toelaten dat zij hem weer even wordt afgenomen.
Wat mij aan deze ontwikkeling stoort is natuurlijk niet de goede bedoeling die erachter zit. Behalve de goede verstandhouding tussen vader en dochter spreekt eruit dat het bruidspaar de kerkdienst belangrijker vindt dan het gemeentehuis. En daar kun je in deze tijd best blij mee zijn.
Wat mij stoort is echter, dat hier een symbolische handeling wordt verricht die in strijd is met de werkelijke verhoudingen. Ik ben een groot voorstander van het gebruik van symboliek in de kerk. Dat vraagt echter wel grote zorgvuldigheid. De symboliek moet zonder woorden ondubbelzinnig iets uitdrukken waarmee een accent wordt gegeven aan wat er gebeurt. Aan die voorwaarde wordt hier niet voldaan. Eraan meedoen omdat het ‘mooi’ is, is voor mij een onvoldoende grond. We lopen toch al te veel het risico dat we in de kerk blijven hangen in het gevoel.
Wat moet ik hiermee aan? Ben ik te rigide als ik mij er in de kerkenraad breed voor maak, dat we deze praktijk niet toestaan? Of is het juist mijn taak mij ervoor in te zetten dat de zaken zuiver blijven?
Overigens brengt dit hele geval mij op een kritische gedachte. Werken wij als kerken het misverstand niet in de hand door van het bruidspaar in de dienst opnieuw een trouwbelofte te vragen? Wek je daarmee niet de indruk dat het gemeentehuis moet worden overgedaan, maar dan beter? En dat in de kerk de eigenlijke huwelijkssluiting wordt voltrokken?