Onlangs is bij de uitgang van de kerk een vouwblad uitgereikt over de generale synode van de Christelijke Gereformeerde Kerken die eind augustus van start is gegaan. De bedoeling ervan is, het werk van de synode wat dichter bij de gewone gemeenteleden te brengen. De opvatting dat de generale synode net zo goed op de maan plaats kon vinden, omdat de gemeenten toch hun eigen gang gaan, wordt gesignaleerd en bestreden. De folder zelf is een poging die afstand te overbruggen. Laten we eens kijken hoe overtuigend dat gebeurt.
Er is professioneel werk van gemaakt. Ik beperk me tot de teksten en laat de foto’s buiten beschouwing. ‘voor onze leden’, staat op de voorpagina. Dat suggereert eenzelfde klantgerichtheid als van de ANWB die voor zijn leden allerlei voordeelaanbiedingen heeft. Ik bedoel dat niet negatief. Je beseft dat het hier anders is bedoeld, maar het wekt eenzelfde eigentijdse indruk.
Een belangrijk punt is, dat de kerken ‘van onderop’ de samenstelling van de synode bepalen, en dat er dus geen ‘hoge heren’ bijeen zijn. In mijn waarneming is dat slechts ten dele het geval. Je hoeft inderdaad niet gestudeerd te hebben om als ambtsdrager afgevaardigd te worden. Toch plaats ik daarbij twee kanttekeningen.
Dat de plaatselijke kerken van onderop de afvaardiging bepalen is betrekkelijk. Er zijn classes, regionale vergaderingen van vertegenwoordigers van die kerken, waarin de verhoudingen behoorlijk gepolariseerd zijn. Als daarbij een verhouding van 60% – 40% bestaat, en de afvaardiging wordt bepaald bij meerderheid van stemmen, behoort 100% van de gekozen afgevaardigden tot die groep die 60% uitmaakt. Met als gevolg dat sommigen van wie regelmatig de classis bezoeken van hun leven geen kans maken te worden afgevaardigd naar een synode. Het is een beetje gechargeerd, maar de essentie staat overeind. Wanneer je dan tot de minderheid op de classis behoort, heb je als plaatselijke kerk niet het gevoel dat je mee van onderop de afvaardiging bepaalt. Ik hoop van harte dat die polarisatie zal verminderen. Soms meen ik daar tekenen van waar te nemen. Maar soms ook niet.
Zijn er dus geen hoge heren bijeen? Ook daar kun je een kanttekening bij maken. Als ik de laatste 30 jaar probeer te overzien, dan neem ik waar dat er een concentratie van een aantal predikanten is die synode na synode wordt afgevaardigd, in het curatorium van de Theologische Universiteit zitting hebben, en/of deel uitmaken van De Wekker, het landelijke kerkelijke orgaan. Zij ontmoeten elkaar bij allerlei gelegenheden, hebben informele contacten en raadplegen elkaar. Zij voelen zich extra verantwoordelijk voor het wel en wee van de kerken. Het zijn uitstekende bestuurders en willen de kerken dienen, om het geestelijke gehalte te bewaken en de boel bij elkaar te houden. Maar met hun oprechte en achtenswaardige bedoelingen concentreert zich bij hen wel een hoeveelheid macht, zodat zij ondanks hun low profile wel iets hebben van ‘hoge heren’, een typering overigens die door het vouwblad zelf wordt geïntroduceerd. Ook hier zie ik overigens ontwikkelingen in de richting van meer spreiding van inzet en invloed, en hopelijk zet die zich verder door. We zijn er nog niet, als ik zie dat drie leden van het curatorium deel uitmaken van het moderamen, en het vierde moderamenlid als docent aan de universiteit verbonden is. De drie curatoren zaten ook de vorige synode al in het moderamen.
De folder is heel eerlijk in het benoemen van hete hangijzers en de zekere spanning waarmee de behandeling tegemoetgezien wordt: het vraagstuk van homoseksualiteit, de kerkelijke eenheid en de toekomst van de Theologische Universiteit. Die zaken zullen ongetwijfeld in het nieuws ook de meeste aandacht krijgen.
Kan de synode net zo goed op de maan vergaderen? Staan de onderwerpen zo ver af van de gewone gelovigen dat die kunnen zeggen: ze doen maar? Het recente verleden heeft laten zien dat de synode heel erg bij de tijd kan zijn, bijvoorbeeld door in te spelen op de ontwikkelingen van missionaire gemeenten. Ze gaat ook met de tijd mee door de digitalisering: de stukken zijn digitaal beschikbaar en er wordt gebruik gemaakt van een beamer. De presentatiefolder zelf is een teken van het besef van urgentie dat deze kerkelijke vergadering er is voor de gemeenten en hun leden.
Ik vroeg me alleen af: wie heeft er opdracht gegeven tot het samenstellen, drukken en verspreiden van deze folder? De tekst geeft hierover geen uitsluitsel. In het besluitenboekje van de vorige synode kon ik geen besluit hiertoe vinden. Uit het Jaarboek blijkt, dat geen van de deputaatschappen met deze taak is belast. Heeft de roepende kerk, Urk-Maranatha, daartoe het initiatief genomen? Of zijn er ‘hoge heren’ in het spel? Anders gezegd: Wie zijn de ‘wij’ in ‘voor onze leden’?