Opnieuw was het een bloedige Kerst in Nigeria. De extreme moslim terreurorganisatie Boko Haram sloeg genadeloos toe, met vele doden als gevolg. Wereldwijd klinkt het protest, van de Verenigde Naties, uit het Vaticaan, uit Amerika, Groot-Brittannië, Duitsland, Frankrijk en Israël. Het is ook een wanstaltige, walgelijke, ploertige daad om medemensen te treffen tijdens de viering van hun godsdienstige feesten. Wat ben je in een onmens veranderd als je anderen niet de gelegenheid gunt zonder angst hun heiligste verrichtingen uit te voeren.
De wereldwijde protesten zijn terecht. Maar ik mis er iets in. Ik mis tot op heden de stem uit de meer gematigde islamitische wereld. Daaruit zou ook afschuw moeten opklinken. Misschien nog wel meer. Want de plegers beroepen zich op de gezaghebbende leer van de islam. Juist vanwege die verwantschap zou de gematigde islam met des te meer kracht duidelijk moeten maken dat hij zich hiervan distantieert. Het is niet de eerste keer en het beperkt zich niet tot het Kerstfeest. Denk aan de aanvallen op koptische kerken in Egypte, nog onlangs.
Ongetwijfeld zullen er onder de moslims velen zijn die deze acties afschuwelijk vinden. Toch hoor ik ze niet. Daar zullen verklarende factoren voor zijn. Daarin kan een rol spelen dat de islam als wereldwijde beweging zich nog altijd minderwaardig en achtergesteld voelt bij de rest en vooral de westerse wereld. Dan laat je je naar buiten toe niet uit elkaar spelen, maar overheerst het sentiment van verbondenheid met allen die Allah aanbidden. Verder kan meespelen dat politieke moslimleiders zelf bloed aan hun handen hebben, en daardoor niet het morele gezag hebben voor een veroordeling. Ook kan van invloed zijn dat angst regeert: islamitische terreurorganisaties gijzelen de meer gematigde islam, zodat niemand zich duidelijk in het openbaar durft uit te spreken. Ten slotten is niet uit te sluiten dat velen het in hun hart toch niet zo erg vinden dat dit is gebeurd. De emotionele tegenstelling tot alle niet-moslims, dat is, alle ongelovigen, zit diep. Er wordt met de aanslagen alleen maar geanticipeerd op het het oordeel dat Allah eens over alle ongelovigen zal voltrekken.
Hoe verklaarbaar ook, het zwijgen is niet te verontschuldigen, en, wat nog zwaarder weegt, heeft grote gevolgen. Het recht in eigen hand nemen is alleen in zeer uitzonderlijke omstandigheden verdedigbaar, bijvoorbeeld als een overheid, waaraan het geweldsmonopolie is toevertrouwd, stelselmatig deze bevoegdheid misbruikt en mensenlevens opoffert aan onrechtvaardige doelen. Het wreed verstoren van vreedzame bijeenkomsten door fanatieke vertegenwoordigers van een andere godsdienst valt daar niet onder. Dus: geen enkel excuus is hier geaccepteerd.
Maar de gevolgen zijn ook groot. Een islam die geen afstand neemt, of durft te nemen, van excessief geweld tegen beoefenaars van andere religies, aanvaardt dit geweld in haar boezem. Die moet er niet vreemd van opkijken dat hij als geheel wordt aangekeken op de gewelddadige uitingsvormen die zich al te vaak manifesteren. Er zal een afweging moeten worden gemaakt. Weegt de gemeenschappelijke identiteit zwaarder dan het verschil in levensstijl? Dan is kennelijk deze gewelddadige levensstijl ondergeschikt aan de ene identiteit, en is per consequentie de identiteit verbonden met geweld. Of weegt de angst voor eigen lijfsbehoud het zwaarst? Dan is de islam ten diepste laf.
Islam, spreek! Anders vallen we met z’n allen als niet-moslims over u heen en brandmerken we u als een gewelddadige godsdienst die bestreden moet worden. Niet met vuur en zwaard, voeg ik er als christen aan toe. We willen geen spiegelbeeld vormen van uw extreme terreurgroepen. We spiegelen ons liever aan de eerste martelaar Stefanus, die tijdes zijn steniging voor zijn beulen gebeden heeft. Die houding kost moeite en strijd, ik geef het toe, maar ze blijft wel onze norm en inspiratiebron. Echter, als u niet ondubbelzinnig afstand neemt van het geweld, zullen we u op politiek niveau als risicofactoren voor onze maatschappij brandmerken en bestrijden. Het zou onverantwoord zijn dat niet te doen. Het woord is aan u.