Als gevolg van de terugloop in belangstelling hebben veel kerkgebouwen hun bestemming als christelijke gebedsruimte verloren. Vele zijn afgebroken, maar een groot aantal heeft een andere bestemming gekregen. Zo is de Rooms-Katholieke Sacramentskerk in Gouda een gezondheidscentrum geworden. Toen ik laatst in Gorinchem was, zag ik de kerk waar ik vroeger wel preekte. Dat is nu een trendy kledingzaak. Overigens was daar niet de oorzaak dat de gemeente ineengekrompen is, zij is verhuisd naar een locatie buiten het centrum. Verder zijn veel kerken omgebouwd tot appartementen, werkplaatsen, culturele centra, wijkcentra, een uitvaartcentrum, boekhandel, bibliotheek, theater, school, museum (ook Gouda!), kantoorruimte, of moskee, doorgaans bij gebrek aan christelijke gelovigen. Welke bestemming zal ons kerkgebouw aan de Hoge Gouwe in 2040 hebben? Een mogelijk scenario.
Het kostersechtpaar is inmiddels stokoud. Geen van beiden kan de lange, steile trap van de toenmalige kosterswoning allang niet meer beklimmen. Zij krijgen nu verpleegzorg in een serviceflat. De gemeente heeft haar laatste predikant nog tot zijn emeritaat financieel kunnen onderhouden, al was dat met steeds meer moeite. Daarna zat het er niet meer in een nieuw beroep uit te brengen. De kerkverlating sloeg toe. De gemeente werd opgeheven. Een schildje aan de gevel vertelt iets van de geschiedenis. ‘Van 1927 tot 2034 deed het gebouw achter deze poort dienst als kerk. Zie nog de tegeltjes in Delfts blauw boven de ingang. Vanaf 2039 is er een atelier gevestigd.’ Boven de poort, onder de tegeltjes prijkt de nieuwe naam: ‘GOUDSE KUNSTKAMER’. Vanwege de diffuse lichtval door de hoge ramen is de kerkzaal bijzonder geschikt als schildersatelier. In de voormalige consistorie worden nu tekenlessen gegeven. Boven is een kunstuitleen gevestigd, nadat op de plaats waar het orgel was een lift is gebouwd. De voormalige kosterswoning wordt nu bewoond door de kunstenaar die in dienst is van de stichting die het hele complex heeft gekocht. Van de gemeente zijn de overgebleven leden verspreid over diverse kerken. Ongeveer de helft sloot zich aan bij de Gereformeerde Kerk vrijgemaakt, 40 procent werd PKN, en een enkeling voegde zich bij de Oudkatholieke kerk. Degenen die zich door de evangelische stroming lieten inspireren, hadden al eerder de balans opgemaakt.
Is dit het toekomstbeeld van onze gemeente? Dat zou heel goed kunnen. Vele voorheen bloeiende gemeenten zijn ons voorgegaan. Het zou er bijna op lijken dat zoiets een noodlot is. Als dat het geval was, kon je er niets aan doen. Het overkwam je gewoon. Ik denk niet dat het zo ligt. Hoe we er in 2040 voorstaan heeft alles te maken met hoe we er anno 2014 in staan. De vitaliteit van de gemeente dan verhoudt zich tot de kracht van de gemeente nu. Wat maakt een gemeente sterk? Ik denk dat er daarvoor twee onmisbare voorwaarden zijn: de betrokkenheid op God en de betrokkenheid op elkaar.
Het eerste kun je ook noemen: de aansluiting op de bron. Worden we werkelijk gevoed en bemoedigd door de woorden van God? Daarmee hangt samen: erkennen we het verrassende voorrecht dat wij kinderen van God mogen zijn? Zijn wij vol ontzag voor de Heilige die liefde is? Het tweede uit zich in de ontmoeting. Zoeken we elkaar op? Benutten we daarvoor de gelegenheden die er zijn? Heeft de samenkomst voor ons prioriteit, of komt die op de zoveelste plaats?
Als aan deze twee voorwaarden is voldaan, doet de Geest de vonken overslaan. Dan zijn we dankbaar dat we er deel van mogen uitmaken en dan vinden we het jammer als we er een keer niet bij kunnen zijn. Dan blijven we ook op zoek naar nieuwe wegen om aan de viering van de vreugde vorm te geven. Dan geloof je en ervaar je: in de gemeente, daar gebeurt het.
Maar al die gemeenten dan die hun bloeitijd hebben gehad, maar nu ter ziele zijn, of weggefuseerd? Kennelijk is er een fase ingetreden dat men op zijn lauweren meende te kunnen rusten, een gevoel van gearriveerdheid, en dat is in christelijke kringen de dood in de pot. Men verloor de antenne voor de geest van de tijd, en intussen liet men zich zelf door die tijdgeest beïnvloeden. Soms zijn er demografische oorzaken aan te wijzen: men verhuisde naar welvarender wijken. Dit is niet bedoeld om op anderen af te geven, wel om gewaarschuwd te zijn en overtuigd van de noodzaak van iets anders, een vuur, een verlangen.
Er is nog een derde scenario mogelijk. Dat is dat ergens tussen 2014 en 2040 onze Heer in volle glorie terugkeert op aarde. Wat dat voor uitwerking heeft op de status van ons kerkgebouw aan de Hoge Gouwe, dat gaat ons voorstellingsvermogen te boven.