De keuze voor niet inenten tegen mazelen

Er is een mazelenepidemie uitgebroken in de bijbelgordel die van zuidwest Nederland naar het noordoosten loopt. Veel kinderen zijn daar niet tegen de ziekte ingeënt, zodat de ziekte  juist daar grote uitbraakkansen heeft, met mogelijk een dodelijke afloop als gevolg. Gisteren in het EO-programma ‘De vijfde dag’ verantwoordde de directeur van een Reformatorische basisschool in de Betuwe zijn keuze om zijn eigen kinderen niet te laten inenten tegen de mazelen, ouders van schoolkinderen daartoe niet aan te sporen, en gewoon de school open te houden.

Zijn verantwoording was volstrekt integer. Alleen al zijn bereidheid die voor de camera te willen geven pleit voor hem. Verder heeft hij in geen geval gemakkelijk praten. Hij heeft zelf ook kinderen, van wie er drie de mazelen hebben gekregen. Ook gaf hij eerlijk toe, dat als een van zijn kinderen hierdoor zou overlijden, hij het op dat moment waarschijnlijk niet eens zou zijn met de wil van God. Tegelijk zag hij het als zijn opdracht zich ook in dat geval aan God te onderwerpen. Het sterven van zijn kind zou dan namelijk naar de wil van God zijn. Zo’n houding getuigt van overgave aan God, in plaats van een geloof in God uit eigenbelang, of voor zover het eigenbelang niet wordt geschaad. Dat dwingt bij mij respect af.

Toch heb ik tegen deze opstelling inzake de vaccinatie grote bezwaren. Mijn grootste moeite ermee is, dat de verantwoording zo simplistisch is. De gedachtegang is als volgt. Het leven is in Gods hand. Gezondheid en ziekte komen uit zijn hand. Hij vraagt van ons te aanvaarden wat Hij ons toebedeelt. Wij mogen niet op Gods voorzienigheid vooruitlopen, maar moeten achter Hem aan komen. In het beste geval gaat daar een diep religieuze overtuiging achter schuil. Maar vloeit de handelwijze inderdaad zo evident voort uit de grondovertuiging?

Als wij inderdaad geen preventieve maatregelen mogen nemen, omdat wij daarmee God voor de voeten lopen, dan zijn er heel wat preventieve maatregelen te bedenken die ook niet zouden mogen. Ik denk aan vogelverschrikkers, bliksemafleiders, zee- en rivierdijken, onkruidbestrijdingsmiddelen, kunstmest, een net over de kersenbomen om de spreeuwen tegen te houden, sloten en dievenklauwen op de buitendeuren, een gang naar de dokter bij ziekte. Zo kunnen we nog even doorgaan.

Vooral het voorbeeld van de dokter is theologisch interessant. Dan men bij ziekte de dokter mag raadplegen, kan ook in Reformatorische kringen niet op bezwaar stuiten. Jezus heeft immers zelf gezegd dat gezonde mensen geen dokter nodig hebben, maar zieken wel. Maar wat doet een dokter? Hij of zij bestrijdt ziekten om erger te voorkomen. Ook in het bestrijden van ziekten zit een belangrijk preventief element. Als iemand zonder antibiotica zou sterven, voorkomt de arts met het voorschrijven van dit middel een mogelijke dood. Staat men dan ineens niet Gods voorzienige leiding in de weg?

Ik voorzie de volgende tegenwerping. Als men bij ziekte een arts raadpleegt, reageert men op een ingetreden ziekte, maar als je je laat vaccineren loop je op de ziekte vooruit. Adequaat reageren behoort bij onze verantwoordelijkheid, erop vooruitlopen getuigt van eigenmachtig handelen. Mijn reactie daarop is: maar dan kun je toch in ieder geval in actie komen als er een epidemie is uitgebroken? Dan loop je nergens op vooruit, je neemt je verantwoordelijkheid en je reageert op de epidemie.

Het voorbeeld van de dokter die door Jezus volledig aanvaard is, laat zien dat Gods voorzienigheid geenszins vraagt dat wij lijdelijk afwachten wat ons overkomt. Bestrijding van ziekte is niet in strijd met Gods voorzienigheid. Waarom zou dat in een vroege fase wel het geval zijn, maar in een latere fase niet? Door anderen is dat al langer geleden zo onder woorden gebracht: in Gods voorzienigheid is onze verantwoordelijkheid om adequaat te handelen volledig geïntegreerd.

Mijn grote zorg in de verantwoording door de schooldirecteur is, dat het simplisme daarvan alleen maar meewarigheid en boosheid opwekt. Het is de zoveelste slechte reclame voor het christelijk geloof. Maak toch eens grondig werk van je ethische posities, zodat je die op een volwaardige manier kunt verantwoorden.

 

Dit bericht is geplaatst in Logboek met de tags , , , . Bookmark de permalink.