Meerdere kamerleden van de PVV blijken niet van onbesproken gedrag te zijn. Intimidaties, ontucht, fysiek geweld, en malversaties blijken het blazoen van diverse volksvertegenwoordigers van deze partij te besmeuren. Hoe moeten we dit duiden? Zijn dit de onvermijdelijke bijverschijnselen van een nieuwe explosief groeiende partij? Iedereen is nieuw, iedereen zou moeten worden gescreend, maar dat kost veel tijd en geld. Dus gaan we uit van goed vertrouwen. Is partij- en fractieleider Geert Wilders de dupe van de omstandigheden? Kan dit bij andere partijen in overeenkomstige situaties net zo goed gebeuren? Volgens mij is er meer aan de hand.
Het optreden dat we van de heer Wilders kennen, kan worden getypeerd als verbaal agressief gedrag. Frontaal worden opponenten aangevallen, de nuance ontbreekt, beledigende kwalificaties worden niet geschuwd. Geen wonder dat iemand met deze stijl ook agressieve types aantrekt, die niet behept zijn met zelfkritisch vermogen. Als anderen altijd dommer, onwaarachtiger of gevaarlijker zijn, kun je jezelf simpel rechtvaardigen als je eigen gedrag niet helemaal netjes is.
Wat is het gevolg? Nu moet Wilders in achterkamertjes van alles regelen. Nu moet hij het kwaad een beetje minder slecht gaan noemen, nu moet hij rekening gaan houden met machtsverhoudingen en daar zijn woorden aan aanpassen. Allemaal dingen die hij bij andere partijen zo heeft verfoeid en waarop hij met onparlementaire taal heeft afgegeven. Het leek erop dat hij het kabinet in de tang had, nu blijkt de heer Lucassen de PVV in de tang te hebben. De fractieleider moest behoedzaam laveren om deze in opspraak geraakte fractiegenoot binnen boord te houden en zo te voorkomen dat de coalitie haar meerderheid in de Tweede Kamer zou verliezen. Lucassen wordt voor zijn misdragingen beloond met een ongehoorde machtspositie. Kunt u dat uitleggen, meneer Wilders, u die altijd zo wild tekeer ging tegen het Haagse gekonkel, en zwart zwart noemde, in plaats van wit?
Klinkt er leedvermaak in mijn woorden door? Dat is niet het goede woord. Ik ben soms heus onder de indruk van de duidelijke manier waarop Wilders misstanden aan de kaak stelt. Mijn probleem is dat hij door zijn rechtlijnigheid doorschiet, dat hij generaliseert en daarmee onnodig de polarisatie aanwakkert. Daarom is het goed dat hij een toontje lager moet zingen. De pot verwijt de ketel. Geen leedvermaak, maar het pure plezier dat er gerechtigheid geschiedt. Betweterij valt door de mand.