De tien geboden in het licht van Pasen

Het licht van Pasen straalt ook over de tien woorden van het verbond.

God sprak: ‘Ik ben de HEER, uw God, die u uit het slavenhuis Egypte heb uitgeleid.’
Hij heeft zich doen kennen in zijn Zoon, die mens is geworden om door zijn dood hem die de macht over de dood had, de duivel, te onttronen en allen te bevrijden die door angst voor de dood tot slavernij gedoemd waren.

Gij zult geen andere goden voor Gods aangezicht hebben: Hij is de ene levende God.

Gij zult u geen beeld van God maken om dat te dienen: een beeld daar zit geen leven in. Het levende beeld van God is de opgestane Christus.

Gij zult de naam van de HEER uw God niet misbruiken: de naam van God is geen lege klank, maar een belofte die Hij waarmaakt. Zo bewijst Hij zijn vitaliteit.

Gun jezelf de rust om aan het contact met de HEER toe te komen: dat Hij leeft ontdek je als je Hem leert kennen in de persoonlijke omgang.

Eer je vader en je moeder. In het verbond van de levende God dat door Christus is vervuld, hebben zij de belangrijke taak jou bij Jezus te brengen. Als de God die leeft vraagt Hij ook jouw erkenning.

Gij zult niet doodslaan: het is leven en laten leven.

Gij zult niet echtbreken: God die de dood overwon vraagt trouw tot de dood.

Gij zult niet stelen: daaruit spreekt minachting voor het leven van een ander.

Gij zult geen vals getuigenis spreken ten nadele van uw naaste: daarmee kun je iemands leven en goede naam kapot maken.

Gij zult niet begeren wat van uw naaste is. Gun de ander het levensgeluk dat God u belooft.

Paulus wekt ons op, met woorden uit een oudchristelijk lied: Ontwaak, gij die slaapt, en sta op uit de doden, en Christus zal over u lichten.

Dit bericht is geplaatst in Meditatief. Bookmark de permalink.