De vrouwen van Karl Barth

Zojuist heb ik de indrukwekkende roman van Frans Willem Verbaas over de bekende Zwitserse theoloog Karl Barth gelezen, De vierde vrouw – De wonderlijke lotgevallen van een tegendraads theoloog. Dat boek ga ik hier niet bespreken. Wel wil ik vertellen wat het met me gedaan heeft. Ik heb me opnieuw gelaafd aan Barths bevrijdende inzet bij God en zijn Woord. Maar ik ben ook geschokt door wat ik eerder zo niet wist en voor mij een ander licht werpt op de theoloog en zijn werk.

Ik wist dat Charlotte von Kirschbaum Barths trouwe assistente was in de totstandkoming van zijn theologisch werk. Ook wist ik dat die twee een verstandhouding hadden die de jaloezie van Barths eigen vrouw Nelly opriep. Ook heb ik wel eens vernomen dat Charlotte, Lollo voor de intimi, in het huis van de Barths woonde en voor de kinderen als een tante was.

Wat ik niet wist is, dat Karl en Charlotte vanaf hun eerste ontmoeting met vrienden op vakantie in de bergen op elkaar verliefd waren. Zij was mooi en intelligent, een echte sparringpartner voor Karl. Ook wist ik niet dat zij hem vaak in het openbaar vergezelde. En dat als Nelly voor enige tijd uit de buurt was, zij met elkaar sliepen.

Evenmin wist ik dat de inbreng van Charlotte op de totstandkoming van twaalfdelige Kirchliche Dogmatik veel groter was dan die van typiste. Op eigen initiatief zette zij een theologisch kaartensysteem op dat van veel nut bleek te zijn. Zij woonde alle colleges van Barth bij en werkte die zelfstandig uit. Zonder haar inbreng had de Kirchliche Dogmatik die zo beeldbepalend is geweest voor een tijdperk in de theologie, nooit kunnen uitgroeien tot zo’n imposant werk.

Maar haar invloed ging nog verder. De hartstochtelijke synergie tussen hen beiden, op alle niveaus, en haar gedrevenheid werkten stimulerend en corrigerend op Karl. Verder was er op de achtergrond het schuldgevoel, het gevoel van machteloosheid op een ordentelijker manier samen verder te gaan, het besef aangewezen te zijn op genade en vergeving. Volgens Barth, in een persoonlijke bekentenis aan zijn vriend Eduard Thurneysen, heeft die onderhuidse spanning de levendigheid van de Dogmatik alleen maar vergroot. Zowel kwantitatief als kwalitatief heeft Charlotte er dus haar stempel op gezet.

Er is nog iets dat ik voor het eerst onder ogen kreeg. Tegenover zijn vrouw Nelly heeft Karl zijn bijzondere verhouding met Lollo verdedigd. Begrijpelijkerwijs voelde zijn wettige vrouw zich vernederd en publiekelijk te schande gemaakt. Ze speelde echt de tweede viool (zij had op het conservatorium viool gestudeerd). Als zij grauw van pijn, woede, wanhoop en walging tegen haar man uitvoer, probeerde die begrip bij haar te kweken. Hij sprak van een noodgemeenschap van drie personen waaraan geen van drieën zich kon onttrekken en waaraan alle drie veel leden. Hij vroeg haar net als Lollo en hij deze moeilijke situatie te aanvaarden en er het beste van te maken.

Om twee redenen zijn deze voor mij nieuwe onthullingen schokkend. De eerste reden is, dat ze tot een verwarrende maar onontwijkbare conclusie leiden. De alom gerespecteerde KD is een product van de zonde. Het zijn de kinderen uit een buitenechtelijke liefdesrelatie. Wat betekent dit voor het respect dat dit werk ook bij mij altijd heeft afgedwongen? Kunnen er goede vruchten voortkomen uit een slechte boom? Wat is dit voor spielerei met meeslepende gedachten? Kan dat nog serieus genomen worden als de auteurs hun eigen route uitstippelen en hun gehoorzaamheid aan de drie-ene God opschorten?

De tweede schok is niet dat Barth tot zulke dingen in staat is. Ieder mens is zwak en te verleiden, een vermaard theoloog vormt daarop geen uitzondering. De situatie was ook complex. Charlotte was de vrouw van zijn dromen, precies degene die hij nodig had. En Nelly had een moeilijk karakter en zij kon hem intellectueel niet volgen. Dan moet je van goeden huize komen om niet in zonde te vallen.

De tweede schok is wel dat hij tegenover Nelly meende zijn structureel foute gedrag te kunnen goedpraten en niet wilde inzien dat de bescherming van haar kwetsbaarheid in die situatie de hoogste prioriteit van de liefde was. Barth had daarin iets onverzettelijks. Alsof hij over lijken wilde gaan. Juist hij die erop hamerde dat wij God niet voor onze kar kunnen en mogen spannen, juist hij zet het goddelijke gebod naar zijn hand.

Critici van Barth zullen wellicht zeggen: dat krijg je ervan als je de volgorde van wet en evangelie omdraait, zoals Barth heeft gedaan. Dan begin je met de vergeving; de gehoorzaamheid, daar komt het dan minder op aan. Wij kunnen met onze ongehoorzaamheid Gods ‘ja’ immers niet tenietdoen. Deze gedachtegang lijkt me te simpel. Met opzet sprak ik in de vorige alinea van de bescherming van Nelly’s kwetsbaarheid als de hoogste prioriteit van de liefde in die situatie. Dat is in de lijn van Barths benadering. Hij benadrukte juist het gebod van het ogenblik en de concretisering van de liefde daarin.

Als je eenmaal aan het twijfelen bent gebracht, is het einde zoek. Heeft Barth met zijn grote ego in zijn spreken over Gods vrijheid zijn eigen zelfgevoel op God geprojecteerd? Daartegen pleit dat hij in zijn zondeleer diepe inzichten in de verhouding van de mens tot God aan de dag legt. Als theologen worden we het leven en werk van Karl Barth in ieder geval extra aangespoord onszelf niets wijs te maken. Hoge doelen heiligen geen middelen die gekenmerkt worden door gebrek aan liefde (in het geval van Barth: jegens zijn vrouw). Laten we voor ogen houden dat we ons spreken over God vergezeld laten gaan door een houding van zelfverloochening, waarin bevrijding van de angst onszelf te verliezen ruimte schept voor daden van liefde. Dan heeft de Heer het echt voor het zeggen in ons leven en werken.

Dit bericht is geplaatst in Logboek met de tags , , , . Bookmark de permalink.