De zwakte van Israël en de onwil van de Palestijnse Autoriteit

Het Israëlische kabinet heeft besloten 104 Palestijnse gevangenen die vanwege terroristische activiteiten langdurig werden gedetineerd, vrij te laten, om daarmee de weg te openen voor besprekingen met de Palestijnse Autoriteit over een tweestaten-oplossing. Terecht spreekt Jan van Benthem in het redactionele commentaar van het ND van 30 juli van ‘psychologisch gezien een enorme stap’. Het gaat om mensen die onder de bevolking dood en verderf hebben gezaaid.

Ongetwijfeld toont Israël hiermee zijn zwakte. Zo veel is de regering gelegen aan een vredesakkoord, dat ze bereid was tot deze pijnlijke beslissing. Kennelijk heeft de regering grote belangen bij zo’n akkoord en is zij voor de realisering afhankelijk van de medewerking van de Palestijnen. Zonder zo’n akkoord over twee staten neemt het aantal Palestijnse inwoners zozeer toe, dat de Joden in de minderheid komen en het Joodse karakter van de democratische staat Israël wordt bedreigd. Dat is geen positie van kracht.

Wat mij vooral bezighoudt is de motivatie van de Palestijnse Autoriteit, in de persoon van president Mahmoud Abbas, om deze voorwaarde te stellen. Als de Palestijnse Autoriteit ook belang heeft bij vrede en streeft naar een tweestaten-oplossing, waarom moet ze dan nog worden overgehaald onderhandelingen te beginnen? Ik loop enkele mogelijke antwoorden langs.

Het eerste te overwegen antwoord is: Israël is een bezettingsmacht, het pakt wederrechtelijk ons land af, en is daarom een onbetrouwbare partner. Als ze het serieus menen met de onderhandelingen over twee staten, dan moeten ze dat eerst maar eens bewijzen door een daad te stellen van goede wil. De vrijlating van voor terreur veroordeelde Palestijnen is zo’n daad van goede wil. Om twee redenen is dit antwoord onbevredigend.

Is het terecht de Westelijke Jordaanoever te bestempelen als ‘bezet gebied’? Vanaf 1967, de zesdaagse oorlog, was dat inderdaad het geval, omdat deze strook voordien onderdeel was van Jordanië. Echter, op 31 juli 1988, vandaag precies 25 jaar geleden, heeft koning Hoessein van Jordanië afstand gedaan van dit gebied. De sluwe vos heeft gedacht: van dat wespennest trek ik mijn handen af. Laat Israël dat maar oplossen. Vanaf dat moment was het geen bezet gebied meer. Een Palestijnse staat is het nooit geweest. Spreken van ‘de bezette gebieden’ is propagandataal.

Verder is het antwoord onbevredigend, omdat internationale politiek, zeker in conflictsituaties, nooit gebaseerd is op goede wil, maar op een mengeling van tegenstrijdige en gemeenschappelijke belangen. Het gaat hier om machtspolitiek, en machtspolitiek is cynisch. Dat geldt van twee kanten. Verwijten van onbetrouwbaarheid kunnen over en weer worden gemaakt. Een akkoord gebaseerd op goede wil houdt geen stand. Daarvoor is er veel te veel emotie.

Een tweede antwoord op de vraag waarom Palestijnen moeten worden overgehaald onderhandelingen te beginnen is, dat Abbas intern te rekenen heeft met extreme groepen die hij in het gareel moet houden. De voorwaarden vooraf kunnen, als ze worden ingewilligd, helpen de gemoederen te bedaren en de extremisten onder de eigen gelederen te paaien. De boodschap ervan is: kijk eens welke voordelen wij er al uit hebben gesleept, en dat nog voordat de onderhandelingen zijn begonnen. Op deze manier wordt ook de bevolking behoed voor radicalisering.

Dit is zeker een zinnige overweging, maar ze onthult een sluimerende tegenzin. Als op deze manier de achterban moet worden overtuigd en gunstig gestemd, is dat een teken dat die achterban eigenlijk niet wil. Dan toont deze actie niet alleen de zwakte van Israël, maar ook die van de Palestijnse Autoriteit. De laatste heeft haar eigen mensen niet in de hand. Deze basis voor de onderhandelingen is wel erg smal.

Dat brengt me bij het derde antwoord, dat mijns inziens de kern raakt. Ten diepste willen de meeste Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever geen tweestaten-oplossing. Dat zou namelijk impliceren dat zij het bestaan van de Joodse staat Israël erkennen. De onwil die overwonnen moet worden om naar de onderhandelingstafel te gaan, zit zo diep dat het belang dat ook Palestijnen hebben bij deze oplossing, daaraan ondergeschikt wordt gemaakt. Israël mag niet als Joodse staat bestaan. Ik vrees dat dit gevoelen breed leeft.

Wat betekent dit voor Israël? Dat de vrijlating van de Palestijnen vooral voor de bühne is, om de internationale opinie te beïnvloeden en te laten zien dat Israël echt een oplossing wil in de richting van twee staten, een Israëlische en een Palestijnse. Niet onbelangrijk, zo’n actie, maar ze draagt niets bij aan het vredesproces.

Dit bericht is geplaatst in Logboek met de tags , , . Bookmark de permalink.