Diverse gemeenten en woonkernen binnen streekgemeenten hebben besloten de dodenherdenking niet op zondag 4 mei, maar op zaterdag 3 mei te houden. De belangrijkste reden daarvoor is, dat er binnen de gemeenschap bij velen godsdienstige bezwaren leven om op zondag aan een nationale herdenking deel te nemen. Dan is het te begrijpen dat gemeenteraden of deelraden voor een tijdstip kiezen waarop iedereen zich vrij voelt eraan mee te doen. De voorafgaande zaterdag ligt dan het meest voor de hand.
Past het ons om over het standpunt met betrekking tot de zondagsheiliging in relatie tot de dodenherdenking een oordeel te hebben? Ik denk het wel, mits dit oordeel maar niet veroordelend is. In alle bescheidenheid lijken mij in de beoordeling enkele overwegingen van belang.
In de eerste plaats kan ik er waardering voor opbrengen dat aan het Koninkrijk van God de prioriteit wordt gegeven. Als wij de zondag geheel in het teken zouden zetten van de dodenherdenking, zou de dag des Heren (de dag van de Heer) ondergeschikt worden gemaakt aan een nationale gedenkdag, het offer van Christus aan de vele offers voor onze vrijheid, de eredienst aan een algemene plechtigheid, en het Koninkrijk der hemelen aan het Koninkrijk der Nederlanden. Daar zou ik me ongelukkig bij voelen. Voor sommigen is de consequentie van de prioriteit voor God dat zij op zondag geen dodenherdenking kunnen houden. Voor anderen echter niet.
Dat heeft vermoedelijk te maken met mijn tweede overweging. Het zou inderdaad niet goed zijn als de zondag geheel in het teken van de dodenherdenking zou komen te staan, maar bij de manier waarop die dodenherdenking vorm krijgt, hoeft dat ook helemaal niet. Men kan twee keer kerk houden, eventueel de tweede dienst vervroegen, en vervolgens deelnemen aan de plaatselijke herdenkingsplechtigheid.
Voor meer behoudende broeders en zusters is deze overweging waarschijnlijk niet sterk genoeg. Zondag is zondag, een dag voor God, en daarmee uit. Dit is een respectabel standpunt, maar het laat zich niet op de Bijbel funderen. De oudtestamentische regels van de sabbat zijn voor christenen uit de volken niet meer verplichtend, en nergens in het Nieuwe Testament wordt gesteld dat de zondag in de plaats van de sabbat gekomen is. De eerste christenen kenden de zondag niet als rustdag, wel als dag van samenkomst. De Bijbel biedt dus ruimte voor allerlei activiteiten op zondag buiten de samenkomsten van de gemeente.
Dat brengt me bij een volgende overweging. Voor een deel ligt de kracht van de herdenking in de gezamenlijkheid. In heel Nederland wordt op een bepaald tijdstip stilgestaan bij hen die vielen in de strijd voor vrijheid en recht, of die het slachtoffer werden van een onmenselijk systeem. Door de verschuiving op sommige plaatsen naar de zaterdag wordt die gezamenlijkheid doorbroken. Christenen zonderen zich af en onttrekken zich zo aan de gezamenlijkheid. Zo bedoelen zij dit niet, maar deze indruk wekken zij wel. Ze afficheren zichzelf als een afzonderlijke groep en scheppen zo onnodig afstand tot de rest van Nederland. Dat is jammer. De dodenherdenking schakelt ons juist allen gelijk. We zijn allemaal evenzeer onder de indruk, we hebben evenveel aan de gevallenen te danken, het is voor ieder van ons evenzeer genade dat wij er nog mogen zijn.
Ook voor het Koninkrijk van God lijkt het me van betekenis die gezamenlijkheid te onderstrepen. Voor de verbreiding van het evangelie is het immers belangrijk dat wij mensen onder de mensen zijn.
En als laatste overweging: de zondag is bij uitstek geschikt als dag om de doden te gedenken. Wij gedenken de doden, maar eerst gedenken wij Hem die opgestaan is uit de doden. De zondag heet dag des Heren omdat de Heer op zondagmorgen in alle vroegte is opgestaan! De dag des Heren zet de dodenherdenking in een bijzonder licht.
-
Categorieën
-
Archief