Echtscheiding en hertrouwen

Naar aanleiding van mijn vorige stukje kreeg ik van iemand de vraag hoe ik denk over echtscheiding en hertrouwen, in aansluiting aan de mening van Jezus hierover. Die vraag had natuurlijk een achtergrond. Het gaat om een levens-echt onderwerp. Dat is voor mij een reden hierover iets meer te zeggen. Ik kies het gezichtspunt van hoe een kerkenraad daarmee zou moeten omgaan. Het wordt een wat langere tekst dan u gemiddeld van mij gewend bent.

Belangrijkste Bijbelteksten
Matteüs 5:31-32
Er werd gezegd: “Wie zijn vrouw verstoot, moet haar een scheidingsbrief meegeven.” En Ik zeg jullie: ieder die zijn vrouw verstoot, drijft haar tot overspel – tenzij er sprake was van een ongeoorloofde verbintenis; en ook wie trouwt met een verstoten vrouw, pleegt overspel.
Matteüs 19:4-6
Hij zei: ‘Hebt u niet gelezen dat de schepper de mens bij het begin mannelijk en vrouwelijk heeft gemaakt?’ En Hij vervolgde: ‘Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zich hechten aan zijn vrouw, en die twee zullen één worden; ze zijn dan niet langer twee, maar één. Wat God heeft verbonden, mag een mens niet scheiden.
Matteüs 19:7-8
Toen vroegen ze Hem: ‘Waarom heeft Mozes dan voorgeschreven haar een scheidingsbrief te geven en haar zo te verstoten?’ Hij antwoordde: ‘Omdat u harteloos en koppig bent, daarom heeft Mozes u toegestaan uw vrouw te verstoten. Maar dat is niet vanaf het begin zo geweest.
Matteüs 19:9
‘Ik zeg u: wie zijn vrouw verstoot en met een ander trouwt, pleegt overspel, tenzij er sprake was van een ongeoorloofde verbintenis.’
Marcus 10:11-12
Hij zei tegen hen: ‘Wie zijn vrouw verstoot en met een ander trouwt, pleegt overspel; en als zij haar man verstoot en met een ander trouwt, pleegt zij overspel.’
1 Korintiërs 7:10-11
Degenen die getrouwd zijn geef ik, nee, niet ik – de Heer geeft hun het volgende gebod: een vrouw mag niet scheiden van haar man (is ze al gescheiden, dan moet ze dat blijven of zich met haar man verzoenen), en een man mag zijn vrouw niet wegsturen.

Wat hieruit af te leiden is met betrekking tot echtscheiding
God heeft het huwelijk voor het leven bedoeld. In het huwelijk schept God een verbintenis voor het leven, die mag de mens niet verbreken.
Toch stuiten we op de weerbarstige werkelijkheid van de zonde, waardoor er onmacht blijkt te zijn om de huwelijksrelatie voort te zetten: gebrek aan vertrouwen, weerzin, gekwetstheid. Jezus doelt daarop met de verwijzing naar Mozes, die onder druk van de harteloosheid van de mensen het verstoten van de vrouw heeft toegestaan. Dat is niet ‘goed’ maar soms onvermijdelijk.
Als om die reden een scheiding wordt voltrokken, zou een kerkenraad daarin moeten berusten, nadat de weg tot herstel serieus is overwogen. Zo’n echtscheiding geeft reden tot schuldbelijdenis en gebed om vergeving.

Als twee mensen in een scheidingsproces zijn verwikkeld, raadt de kerkenraad hen aan geen avondmaal te vieren. De reden is, dat die twee samen een conflict hebben en daarom niet samen de maaltijd van de verzoening kunnen vieren. Na verloop van tijd, als de scherpe kantjes ervanaf zijn, komt ook het avondmaal weer in beeld. Essentieel is, dat ze samen aan de maaltijd van de verzoening deel kunnen nemen. Als ze géén conflict hebben en toch uit elkaar gaan kan men zich afvragen of het uiterste is geprobeerd de relatie te redden. Als dat niet zo is, is dat ook een reden de viering van het avondmaal te ontraden.

Jezus geeft één legitieme reden om een scheiding door te zetten: als er sprake was van een ongeoorloofde verbintenis. De gedachte hierachter is, dat de partij die vreemdgaat daarmee daadwerkelijk het huwelijk heeft gebroken. In dat geval gaat de bedrogen partij vrijuit en komt de schuldige partij onder censuur, totdat die zijn/haar zonde belijdt, berouwt en zich daarvan bekeert.

Wat hieruit af te leiden is met betrekking tot hertrouwen
Het is opmerkelijk dat niet de echtscheiding zelf door Jezus ‘overspel’ wordt genoemd, maar het hertrouwen na een ongeoorloofde echtscheiding. Het duidelijkst is hierin Matteüs 5:32: wie zijn vrouw verstoot drijft haar tot overspel. Ook in de andere uitspraken van Jezus wordt het overspel toegepast op ‘verstoten en met een ander trouwen’.
In gehoorzaamheid aan Christus dient de kerkenraad daarom kritisch te zijn op hertrouwen na een echtscheiding.

Hertrouwen na een echtscheiding door een ongeoorloofde verbintenis wordt door Jezus uitgezonderd van zijn afkeuring. De verstoten partij is vrij om te hertrouwen als de ander een ongeoorloofde relatie heeft gehad.
Hoe zit dat met hertrouwen na een echtscheiding waarin geen derde in het spel is geweest?
Is een alleen overgeblevene die tijdens het huwelijk misschien wel veel te lijden heeft gehad en voor wie die lijdensdruk te veel werd, ertoe gedoemd levenslang alleen te blijven?
Als zo iemand toch weer een relatie aangaat, moet de kerkenraad dan streng optreden?

Het is van groot belang hóe wij de aanwijzingen van Jezus opvatten.
Bedoelt Hij allerlei gevallen te beschrijven waarin het wel mag en andere waarin het niet mag? Dan zou Hij met een wettische manier met de wet omgaan. En dat wil Hij niet. Het gaat in de geboden immers om de liefde (Matteüs 22:37-40). In de geboden, ook die over het huwelijk, gaat het om de bescherming van mensen, en om de verantwoordelijkheid die ieder heeft zijn/haar naaste te dienen en te beschermen.
In Jezus’ uitdrukking ‘verstoten en met een ander trouwen’ zijn die twee nauw met elkaar verbonden. Hij zegt net niet, maar het komt wel in de richting: ‘verstoten om daarna met een ander te trouwen’. De bescherming van de naaste, in dit geval de verstoten wederhelft, houdt in dat dát niet gebeurt. Die ervaart het dan zo, dat zijn vrouw/ haar man er met een ander vandoor gaat. Dat geeft veel pijn. Die pijn mag je je ex niet aandoen. Dan handel je in strijd met de naastenliefde. Je bent wel officieel gescheiden, maar dat betekent niet dat je niets meer met elkaar hebt. Er zijn nog zoveel banden die je binden, negatieve en positieve. Je bent niet los van elkaar. Daarom is Jezus’ aanwijzing: niet een nieuwe relatie aangaan zodra de echtscheiding is uitgesproken, zowel wijs als barmhartig.
Het is dus niet zo, dat als je maar eenmaal officieel gescheiden bent, het je van Christuswege vrijstaat opnieuw een relatie aan te gaan.
De kerkenraad zou erop toe moeten zien dat gescheidenen de tijd nemen na de scheiding van elkaar los te komen en voorlopig geen nieuwe relatie aangaan.
Mag het dan na verloop van tijd wel? Jezus denkt niet in termen van wat mag en niet mag, maar van de naastenliefde. Er komt nieuwe ruimte als daarmee de ex niet nodeloos wordt beschadigd. Doorgaans is dat na geruime tijd.
1 Korintiërs 7:10-11 lijkt het hertrouwen met een ander voor de duur van het hele leven te verbieden. Het hoofdstuk laat echter zien dat daar een speciale situatie aan de orde is: mensen onthouden zich van het huwelijk om zich volledig aan God te wijden (vs. 1, 5, 32-35). In dát geval is deze tekst van toepassing. Dat is echter niet de situatie waarmee wij meestal te maken krijgen.

Een afzonderlijke vraag is: Kan porno-internetverslaving als een legitieme reden worden beschouwd voor de andere partij om te scheiden? Jezus zegt in Matteüs 5:28: ‘iedereen die naar een vrouw kijkt en haar begeert, heeft in zijn hart al overspel met haar gepleegd.’ De verbinding lijkt duidelijk: iemand die via Internet aan porno verslaafd is, doet niet anders dan met begeerte naar andere vrouwen (of mannen) kijken en heeft dus vele malen overspel gepleegd. En overspel (‘een ongeoorloofde verbintenis’ in de NBV, ‘echtbreuk’ in de NBG ’51) is een legitieme reden voor een scheiding.
Toch kan dat niet worden volgehouden. Als Jezus had bedoeld dat scheiden geoorloofd is bij begerige blikken van de ander, zou Hij daarmee de deur hebben opengezet naar een ruime echtscheidingspraktijk. Jezus is zich bewust van de veelheid aan zonden die op die manier worden gepleegd, getuige zijn woord in Johannes 8: ‘Wie van u zonder zonde is, werpe als eerste een steen.’ Het is echter niet zijn bedoeling de deur naar een ruime echtscheidingspraktijk open te zetten, maar veeleer het tegenovergestelde, namelijk de te ruime echtscheidingspraktijk aan banden te leggen.
Pornoverslaving is reden te zoeken naar diepere verstoringen van de seksuele relatie, aan te sporen tot stoppen met behulp van therapie, tot schuldbelijdenis en berouw en dan ook tot vergeving. Het is niet altijd gezegd dat de andere partij in staat en bereid is de relatie voort te zetten. Walging en geschokt vertrouwen kunnen dat in de weg staan. In dat geval zijn we terug bij het begin: de weerbarstige praktijk waarin de kerkenraad berust.

Dit bericht is geplaatst in Logboek met de tags , , , , . Bookmark de permalink.