Ecologische voetafdruk

Indien alle zes miljard wereldbewoners op dezelfde schaal zouden consumeren als de gemiddelde Nederlander, zouden we om al die consumptieartikelen te leveren twee aardbollen nodig hebben. Wanneer ze in dezelfde omvang zouden consumeren als de gemiddelde Amerikaan, zouden er bijna vijf aardbollen nodig zijn. Omdat er echter maar één aardbol beschikbaar is, plegen we een enorme aanslag op de beschikbare hulpbronnen. Dat is de ecologische voetafdruk die wij op de aarde achterlaten.

De voorstelling van zaken is ongetwijfeld versimpelend, maar ze spreekt wel tot de verbeelding. Als ik die lees in de krant en hoor op het nieuws, denk ik bij mezelf: hoe bestaat het dat we zo onverantwoord bezig zijn. Wat een egoïstische zelfverwennerij ten koste van de aarde, van de armen en van de toekomstige generaties.
Dat het ten koste van de aarde gaat, hoeft geen betoog. Er wordt roofbouw op de schepping gepleegd. Die krijgt onvoldoende gelegenheid zich te herstellen.
Dat het ten koste gaat van de armen, behoeft ook maar weinig betoog. Wij kunnen alleen maar zo veel consumeren bij de gratie van de armoede van heel veel anderen. Dankzij het feit dat zij creperen kunnen wij het ons veroorloven zo lange tijd achter elkaar de aarde leeg te zuigen. Als iedereen onze levensstandaard had, was het immers snel afgelopen.
En om te bedenken dat het ten koste van de toekomstige generaties gaat is ook niet veel voorstellingsvermogen nodig. Als de armen niet mee mogen delen, gaat het zeker ten koste van de toekomstige arme generaties. Als de armen wel mee mogen delen in dit consumptiepatroon en (terecht) hun deel opeisen, terwijl de rijken aan hun aandeel vasthouden, raakt de aarde op een bepaald moment voor alle toekomstige generaties uitgeput.

Ik ben met opzet wat voorzichtig met mijn waardeoordeel, omdat ik het verhaal nu van één kant heb gehoord, namelijk van het Wereld Natuurfonds. Best mogelijk dat andere instanties er nog weer een ander licht op werpen. Maar ook al maakt dat mij voorzichtig, Er ligt natuurlijk wel een gefundeerd rapport. Wat erin staat is niet uit de lucht gegrepen. We doen er verstandig aan met deze uitkomsten terdege rekening te houden.

Dat brengt me bij een puzzel die voor mij compleet onoplosbaar is. Aan de ene kant horen we van overproductie en -consumptie die een bedreiging vormen voor de toekomst van de aarde. Maar aan de andere kant wordt gesproken van een dreigende economische recessie als gevolg van het feit dat mensen hun bestedingen naar beneden bijstellen en minder luxeproducten kopen. Als gevolg daarvan gaan bedrijven failliet en komen werknemers op straat.
Het recept dat hiervoor wordt uitgeschreven is, dat mensen weer vertrouwen moeten krijgen in de economie en het weer aandurven om meer geld uit te geven aan consumptiegoederen. Dan kunnen de economie en de welvaart weer groeien.

Dit zijn volstrekt tegengestelde boodschappen. Enerzijds: we consumeren te veel. Anderzijds: we consumeren te weinig. En elk van beide boodschappen wordt met evenveel overtuiging gebracht.
Zijn we met elkaar echt zo onnozel dat we beide waarheden onverbonden naast elkaar laten bestaan, beter gezegd, dat we de ene aanhangen en de andere negeren?
Zijn er dan geen wijze mensen, die het economische en het ecologische perspectief met elkaar verbinden en integraal over de totale werkelijkheid willen nadenken, om daarin verantwoorde wegen te wijzen?
Ja, die mensen zijn er. Denk in ons land aan Bob Goudzwaard, met zijn pleidooi voor de economie van het genoeg.
Maar hij spreekt tegen dovemansoren.
Lees in de Bijbel Jeremia 5: 21.

Dit bericht is geplaatst in Logboek. Bookmark de permalink.