Een geknotte beukenhaag

Regelmatig heb ik contact met een jonge vrouw van 39 jaar, getrouwd en moeder van twee opgroeiende kinderen, die als gevolg van een auto-ongeluk halfzijdig verlamd is geraakt. Nu leeft zij vanuit een rolstoel en in een revalidatiecentrum is zij hard aan het werk om weer vaardigheden terug te winnen die ze is kwijtgeraakt.
‘Ik hoop dat ik weer zover kom dat ik zonder stok kan lopen’, spreekt zij vastberaden uit. Tegelijkertijd ziet zij onder ogen dat het waarschijnlijk niet meer wordt zoals vroeger.
Heeft ze het niet moeilijk? Bij tijden wel degelijk. Ze was iemand die enorm veel werk verzette, in het gezin, in een verantwoordelijke baan, in avondstudie. Dat staat nu bijna stil en het is niet duidelijk in hoeverre zij haar vroegere leven weer zal kunnen oppakken, als echtgenote, als moeder, als collega. Heeft zij steun aan God?
In antwoord op die vraag vertelde zij mij een indrukwekkend verhaal. ‘Toen we in de auto van huis bij het centrum waren aangekomen, viel mijn oog op een beukenhaag. Die was geknot. De uitlopers waren eraf gesnoeid. Net als bij een knotwilg. De bedoeling daarvan is, dat hij nog mooier wordt. Ik voel mijzelf als zo’n geknotte beukenhaag. Allerlei mogelijkheden die ik vroeger had, zijn van mij afgesneden. En toch ben ik ervan overtuigd dat God daardoor bezig is iets nieuws en iets moois uit mij te laten groeien.’ Ze keek me peinzend aan.
Van zo’n verhaal kun je alleen maar stil worden. Ik voeg er maar geen grote woorden aan toe.
Bedankt Gea, dat ik dit door mag geven.

Laat me in U blijven, groeien, bloeien,
o Heiland die de wijnstok zijt!
Uw kracht moet in mij overvloeien,
of ‘k ben een wis verderf gewijd.
Doorstroom, beziel en zegen mij,
opdat ik waarlijk vruchtbaar zij.

Gezang 78 in het Liedboek voor de kerken.

Dit bericht is geplaatst in Meditatief. Bookmark de permalink.