Stel je voor: je bent een Griek, en je woont in een appartement in Athene. Je hebt een kantoorbaan waarmee je net genoeg verdient om de eindjes aan elkaar te knopen. Maar je land is economisch en financieel in zwaar weer terechtgekomen. Er zijn gigantische tekorten, er moet enorm worden bezuinigd. De belastingen gaan fors omhoog. Sociale voorzieningen worden nagenoeg afgeschaft. Werkloosheid hangt dreigend boven je hoofd, want het bedrijf waar je werkt kan het niet bolwerken. Gevolg van teruglopende bestedingen door de consument. Je bent bang. Waar moet je heen als je op straat komt te staan? De huur zul je niet meer kunnen betalen. Je voelt zich gepakt en weet maar één ding te doen. Samen met vele anderen demonstreren bij het parlementsgebouw. Premier Papandreou uitmaken voor een verrader, omdat hij zijn socialistische principes verloochent. Het zijn de hoge heren die de crisis hebben veroorzaakt. Dan moeten zij ook bloeden. Maar die gebruiken natuurlijk hun positie om de dans te ontspringen.
Wanneer we op afstand vanuit Nederland reageren op het onverantwoorde beleid van de Griekse regering in de afgelopen jaren, kijken we er op ónze manier tegenaan: collectief potverteren, werken met misleidende cijfers, profiteren van de Euro, belastingontduiking tot volkssport maken, geen onafhankelijke controles toelaten. Die luie onbetrouwbare Grieken krijgen geen cent meer van ons. Ze moeten zelf maar bloeden. Wij maken ons kwaad dat door het onverantwoorde gedrag van de Grieken ónze Euro en ónze economie in gevaar komt.
Waar het me hier om gaat is, dat de manier waarop je zo’n probleem beoordeelt afhangt van de positie van waaruit je ertegenaan kijkt. Het heeft te maken met het belang dat je zelf hebt. Het belang van de kleine man in Athene is heel anders dan het belang van een burger uit een welvarend land in de Eurozone. Daarom is het oordeel dat wij vellen ook verschillend. Wij zijn geneigd de dingen te beoordelen vanuit het perspectief van ons eigen belang.
Het bijzondere van God is, dat Hij niet redeneert vanuit zijn eigen belang, maar vanuit het belang van mensen die het er zelf naar hebben gemaakt dat ze de ondergang tegemoet gaan. Jezus, Gods Zoon, laat ons de ware aard van zijn Vader zien. Als Hij zou hebben gehandeld op basis van het belang van God, zou Hij zijn gekomen om met ons af te rekenen. Want in de ogen van God is de schuld die wij op ons hebben geladen onverantwoord groot en maken wij die elke dag nog groter. Wij hebben God niet gezocht, maar onszelf. ‘Wij hebben Gods natuur gepacht en nooit meer om de huur gedacht’, zegt Gezang 61. We hebben onszelf belangrijker gevonden dan onze medemens. Genoeg om het faillissement over ons uit te spreken en ons te laten bloeden. Toch deed Hij dat niet. Jezus is aan het kruis gegaan om voor ons te bloeden. Hij heeft zichzelf geofferd in ons belang, om ons te redden van de ondergang en ons het eeuwige leven te geven.
Hoe gaan wij daarmee om? We zouden vanuit ons eigen belang kunnen redeneren. We zouden onze schuld kunnen ontkennen of kleineren en vinden dat God dit niet van ons mag vragen. We zouden uitvluchten kunnen zoeken: iedereen leeft toch zo! We kunnen óók God gelijk geven en onze schuld toegeven. Dan maken we het mee dat Hij ons die kwijtscheldt en een nieuw begin met ons maakt.
Wat zou dat voor de Grieken een mooi vooruitzicht zijn.
En voor ons allemaal.