Een heilloos besluit van de classis ’s-Gravenhage in de CGK

Op de classis van 30 augustus 2023 van CGK ’s-Gravenhage is iets schokkends gebeurd.

Met verdriet en ontsteltenis nam ik kennis van het besluit dat de classis toen nam, zoals het op de weekbrief van de CGK Gouda wordt verwoord. De weergave van dit besluit is daar als volgt.

De classis Den Haag kwam op 30 augustus bijeen. Hoofdonderwerp was dat de CGK Zoetermeer – een samenwerkingsgemeente met de NGK – de ambten voor vrouwen heeft opengesteld en inmiddels ook vrouwen in ambten heeft bevestigd. De classis besloot na lang spreken en met 16 stemmen vóór en 14 stemmen tegen dat de CGK Zoetermeer voorlopig niet meer volwaardig lid van de classis mag zijn: ‘de band tussen de classis en de CGK Zoetermeer op te schorten’. Dit besluit is zeer ingrijpend, ook al is nog niet duidelijk of dit besluit zal standhouden en welke gevolgen dit besluit allemaal zal hebben. Het lijkt een unicum in de geschiedenis.

Waarom is dit een heilloos besluit? Omdat het onduidelijk, onrechtvaardig, ongeoorloofd en onbesuisd is. Hieronder verklaar ik mij nader.

Het besluit is onduidelijk. Want wat is ‘de band opschorten’? In de kerkorde kom ik die term niet tegen. Het lijkt nog het meest op ‘schorsen’. Dat woord komt in de kerkorde wel voor (artikel 79 en 80). Maar dat woord wordt hier niet gebruikt. Wat wordt hier eigenlijk besloten? En wat is nu de positie van de eigen predikant en de emerituspredikanten van Zoetermeer? Hun predikantschap is onlosmakelijk verbonden met de gemeente die bij hun emeritering betrokken was. Het gaat hier over ds. Mak, ds. Drayer, ds. Van Langevelde en prof. Peels. Is hun predikantschap binnen de CGK nu ook opgeschort?

Het besluit is onrechtvaardig. Schorsen is aan de orde bij grove openbare zonden. Heeft Zoetermeer een grove zonde gepleegd? Er wordt wel gezegd: ja, in zo’n geval pleeg je meineed, en dat is een van de voorbeelden in artikel 80 van grove zonden. Je hebt immers verklaard je in alles te houden aan de kerkelijke bepalingen en een belofte geldt in de kerk als een eed. Maar als een kerkenraad klem zit tussen een kerkelijke bepaling en het onbegrip van de gemeente, waarvan de kerkenraad geroepen is (door Christus geroepen!) het welzijn te zoeken, is het spreken van meineed wel erg ver gezocht, om niet te zeggen: onterecht.

Het besluit is ongeoorloofd. Dit mag helemaal niet. De vorige synode heeft bepaald dat er in de periode tot de volgende synode geen tuchtmaatregelen worden getroffen die verder gaan dan vermaning. Wat je ook van dit synodebesluit vindt: de classis deed iets wat door de synode is afgewezen. Daarmee  heeft zij zelf een kerkelijke bepaling overtreden.

Het besluit is ook onbesuisd. De band met Zoetermeer is nu ‘opgeschort’. Wat betekent dit voor de afgevaardigden die tegen dit voorstel hebben gestemd, en voor hun kerken? Onontwijkbaar staan zij voor de keuze: zullen wij de band met Zoetermeer bewaren of die met de kerken die de band met Zoetermeer hebben opgeschort? Als zij voor de laatste kiezen, gaan ze er de facto in mee de band met Zoetermeer op te schorten, zelfs al tekenen ze tegen die beslissing beroep aan. Je kunt niet de kool en de geit sparen. Bekijk het maar eens vanuit het perspectief van Zoetermeer. De tegenstemmers en hun kerken staan dus voor de gewetensbeslissing óf de band met de kerken van de voorstemmers op te schorten óf de band met Zoetermeer. Daardoor tekent zich op classisschaal een scheur af in de gemeenschap van de kerk. Met een krappe meerderheid heeft deze classis zichzelf opgeblazen. En de voorstemmers zetten zich te kijk als scheurmakers. Een grove openbare zonde.

Let wel: deze analyse is onafhankelijk van hoe je tegen vrouwelijke ambtsdragers aankijkt, al is het geen geheim hoe ik daar in sta.

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized met de tags , , , . Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *