In de eerste plenaire vergaderweek heeft de synode van de CGK besloten de kerkenraden meer vrijheid te geven. Zij mogen nu hun kansels openstellen voor alle PKN predikanten die zich in de uitoefening van hun ambt verbonden hebben aan de gereformeerde belijdenissen. Dat is een verruiming met interessante consequenties.
Naar ik heb begrepen is de aanleiding van deze beslissing de wens die leeft, op plaatselijk niveau nader samen te werken met Protestantse gemeenten die een gereformeerde-bondssignatuur hebben. Om tot een vruchtbare samenwerking te komen, is het van belang op geestelijk niveau nader met elkaar kennis te kunnen maken, bijvoorbeeld doordat de predikanten op elkaars kansels het evangelie mogen verkondigen.
Dat laatste heeft de synode van 2010 al ingezien. Toen heeft de synode besloten de openstelling van de kansels ook toe te staan voordat er sprake is van nauwere samenwerking tussen twee gemeenten. Voor die samenwerking zijn tijdrovende procedures voorgeschreven. De synode koos ervoor zelf sommige landelijke kerkverbanden te erkennen als gebaseerd op de Schrift en de gereformeerde belijdenis. Daarmee opende de synode ook de mogelijkheid dat de predikanten van die kerken de toegang kregen tot de kansels van alle CG gemeenten, mits die kerken op hun beurt bereid waren CGK predikanten te aanvaarden. Het ging toen om de GKV en de HHK, de Hersteld Hervormden.
Nu, in 2013, gaat het niet alleen om predikanten uit erkende kerkverbanden, maar ook uit een niet-erkend kerkverband. De PKN voldoet immers niet integraal aan het vereiste van een Schriftuurlijke-confessionele grondslag. De synode had het liefst alleen zaken gedaan met de Gereformeerde Bond, maar dat is geen kerk. Vandaar dat voor de oplossing gekozen is PKN predikanten te aanvaarden die de belijdenis onderschrijven. Dat heeft diverse consequenties.
De eerste consequentie is door de synode zelf onder ogen gezien. Haar besluit betekent dat ook PKN predikanten die geen lid zijn van de Gereformeerde Bond mogen worden uitgenodigd mits zij zich gebonden weten aan de gereformeerde belijdenis. Dat is billijk. Voor samenwerking is niet lidmaatschap van een bond beslissend, maar trouw aan de Schrift naar de belijdenis. Ik zie echter nog een consequentie.
Als PKN predikanten mogen worden uitgenodigd, dan ook NGK predikanten in CG kerken die geen samenwerking hebben met een NG gemeente. In veel gevallen zal dit niets toevoegen aan de praktijk. Meestal zijn NGK predikanten alleen welkom op CGK kansels als er reeds een samenwerkingsverhouding bestaat, maar niet altijd. Er zijn ook CG kerken die best een NGK predikant willen uitnodigen, maar geen samenwerking hebben met een naburige NGK, bijvoorbeeld omdat er in de regio geen NGK is. Tot op heden mochten in die gemeenten geen NGK predikanten voorgaan. Nu wel.
Is dit echt gegeven met het synodebesluit, of is het oneigenlijk gebruik ervan? Laten we proberen mijn conclusie kritisch te toetsen. Stel je voor dat iemand ertegenin brengt: ‘Deze redenering gaat niet op, want in de NGK is men voor de vrouw in het ambt en wie voor de vrouw in het ambt is, is niet trouw aan wat de belijdenis zegt over het gezag van de Schrift. NGK predikanten voldoen daarom niet aan het criterium dat de synode stelt.’ Hierop antwoord ik, dat ook PKN predikanten toegelaten mogen worden als zij zich verbinden aan de belijdenis, afgezien van hun standpunt over de vrouw in het ambt. Sterker nog, er zijn CGK predikanten die van harte de belijdenis onderschrijven, maar tegelijkertijd van oordeel zijn dat er geen steekhoudend bijbels bezwaar is tegen vrouwen in het ambt.
Een andere tegenwerping zou wellicht kunnen zijn: ‘De beslissing over PKN predikanten is genomen met het oog op de samenwerking van plaatselijke gemeenten, maar de samenwerking met NG gemeenten is juist bevroren.’ Ook dit tegenargument is niet sterk. Immers, de bepaling over het toelatenvan PKNpredikanten is niet afhankelijk gemaakt van plaatselijke samenwerking en niet gebaseerd op een (niet bestaande) erkenning van de PKN. Het enige criterium is persoonlijke binding aan de belijdenis. Die mogen we van NGK predikanten natuurlijk ook vragen en zelfs reeds veronderstellen, omdat ze dienaren van een confessionele kerk zijn.
De conclusie staat nog steeds; ook NGK predikanten vallen onder het recente synodebesluit. Anders zouden we met twee maten meten. Maar dan maken we het kerkrecht krom.
Deze blog is een enigszins aangepaste versie van de column die op 28 oktober 2013 in het ND is gepubliceerd.