Eiceldonor en spermadonor

Naast de mogelijkheid voor een vrouw zwanger te worden door kunstmatige inseminatie van een donor (KID) is er nu ook de technische mogelijkheid dat zij via eiceldonatie in verwachting raakt. Willen we dit? Ja, zegt de SP, alleen willen we nog wel goed kijken naar de voorwaarden waaronder dit kan worden toegestaan.

Hoe moet je als christen aankijken tegen zaaddonatie van een anonieme donor en de nieuwe mogelijkheid van eiceldonatie? De Bijbel heeft het er nergens over, dat spreekt vanzelf. In de tijd van de Bijbel waren deze dingen totaal onbekend. Maar misschien kunnen we via waarden gezichtspunten die de Bijbel naar voren brengt toch ons een oordeel vormen. Het nu volgende is daartoe een voorzichtige poging. Ik concentreer me daarbij op KID, omdat we daarmee al langer te maken hebben en omdat in de Bijbel het meeste wordt gezegd over de vader, veel minder over de moeder. Per analogie zou de uitkomst ook kunnen worden toegepast op de verhouding tussen de moeder en haar kind. Het wordt een langere bijdrage dan de lezer van mij gewend is, maar als we recht willen doen aan de diverse gezichtspunten is dat onontkoombaar.

De orde in de schepping
De orde die God in de schepping heeft gegeven is die van een man en een vrouw die zich voor het leven aan elkaar verbinden en in deze huwelijksrelatie via de geslachtsdaad kinderen ontvangen. Kunstmatige bevruchting door de eigen echtgenoot wijkt al enigszins af van deze natuurlijke orde, maar hier gaat het om het eigen zaad van de echtgenoot in een huwelijk. Als op de natuurlijke manier bevruchting niet lukt, kan deze kunstmatige bevruchting verdedigd worden door de overwegingen dat daardoor de kinderzegen wordt verwezenlijkt en het verwekte kind binnen de verbondenheid van de eigen vader en moeder zijn of haar plaats krijgt.
Kunstmatige inseminatie door een andere donor wijkt verder af van de orde die God in de schepping gaf. Hier is zaad in het geding dat niet van de echtgenoot afkomstig is. Wijkt dit zover af van de door God gegeven orde dat we dit moeten afwijzen?
Afwijking van de natuurlijke, door God gegeven orde is niet bij voorbaat een doorslaggevend argument. Kijk maar naar kunstmatige inseminatie met zaad van de echtgenoot, dat ook al afwijkt van de natuurlijke orde, zij het minder vergaand. Misschien zijn er meer voorbeelden te noemen. De afwijking van de orde in de schepping is wel een reden zorgvuldig te kijken naar andere overwegingen en aanwijzingen voor onze standpuntbepaling.
Welke andere overwegingen en aanwijzingen kunnen ons helpen?

De verbondenheid van vader en kind
In Genesis 5:3 staat een veelbetekenende uitspraak over Adam en zijn zoon Set. Adam verwekte een zoon die op hem leek, die zijn evenbeeld was. Hier worden dezelfde woorden gebruikt als in Genesis 1:26 (vgl. 5:2), waar God zegt: ‘Laten wij mensen maken die ons evenbeeld zijn, die op ons lijken.’ De verbondenheid van een kind met zijn vader is een afspiegeling van de verbondenheid van de mens met zijn Schepper. In het kind wordt iets van de vader uitgedrukt. Die verbondenheid van vader en kind is een scheppingswerkelijkheid waarvan het de vraag is of wij die mogen veronachtzamen.

De verantwoordelijkheid van de vader
Intuïtief kan de gedachte opkomen: een vader mag zich niet onttrekken aan de verantwoordelijkheid voor zijn kind. Een biologische vader die zijn zaad beschikbaar heeft gesteld voor KID doet dat wel. Deze intuïtie van de ouder die verantwoordelijk is voor zijn kind vinden we in de Bijbel ook.
Lucas 11:11:         Welke vader onder jullie zou zijn kind, als het om een vis vraagt, in plaats van een vis een slang geven?
Lucas 11:13:         Als jullie dus, ook al zijn jullie slecht, je kinderen al goede gaven schenken, enz.
1 Tess. 2:11          U weet dat we voor ieder van u waren als een vader voor zijn kinderen.
Hebreeën 12:7     God behandelt u als zijn kinderen. Welk kind wordt niet door zijn vader berispt?

Niet alleen in het gewone leven, ook in het Koninkrijk van God is de liefde van een vader voor zijn kinderen maatgevend.
Lucas 11:13           … hoeveel te meer zal de Vader in de hemel dan niet de heilige Geest (Matteüs 7:11: het goede) geven aan wie Hem erom vragen.
Lucas 15:11-32     De gelijkenis van de verloren zoon: een goede vader houdt van zijn zonen.
De vader is hier God. Het vaderschap van God staat model voor hoe het toegaat in het Koninkrijk van God. Het bijzondere aan deze situatie is, dat de vader vanuit zijn liefde en vreugde zijn zoon die al zijn rechten heeft verspeeld, volledig als zijn kind erkent. Dat is het toonbeeld voor de verantwoordelijkheid-in-liefde van vaders voor hun kinderen.
In Efeziërs 6 wijst Paulus de vaders expliciet op hun verantwoordelijkheid:
Efeziërs 6:4           Vaders, maak uw kinderen niet verbitterd, maar vorm en vermaan hen bij het opvoeden zoals de Heer dat wil.

Door al deze gedeelten wordt de intuïtieve gedachte bevestigd dat een vader zich niet mag onttrekken aan de verantwoordelijkheid en zorg voor zijn kinderen.

Het recht van het kind
Gekoppeld aan de verantwoordelijkheid voor de zorg van het kind is het recht van het kind zijn of haar vader te kennen en een beroep te doen op het vaderschap van de vader. Dat recht zit intuïtief diep in ons natuurlijke rechtsgevoel verankerd. Wordt deze intuïtie bevestigd door de Bijbel?
Als koning Saul in zijn woede onredelijk wordt tegen zijn eigen zoon Jonatan die met David bevriend is, dan ervaart de lezer dat als een dieptepunt in het vaderschap van Saul. Dat is ook precies de emotie die de schrijver bij de lezer wil oproepen.
1 Sam. 20:30         Hoerenjong! Alsof ik niet weet dat jij de kant van de zoon van Isaï hebt gekozen. Je maakt jezelf te schande, en de moeder bij wie ik je verwekt heb erbij!
De vader doet zijn zoon onrecht aan, en dat is verwerpelijk.

Ook in het Koninkrijk van God speelt het recht van het kind een rol, maar dan op een bijzondere manier. In de gelijkenis van de verloren zoon appelleert de weggelopen en teruggekeerde zoon op de clementie van zijn vader. Hij zegt dat hij al zijn rechten als kind heeft verloren, en dat is ook zo, maar misschien wil de vader zich vanuit zijn vaderlijke gevoelens toch over hem ontfermen.
Lucas 15:21            ‘Vader,’ zei zijn zoon tegen hem, ‘ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u, ik ben het niet meer waard uw zoon genoemd te worden.’
Hij wil er nog achteraan zeggen: ‘behandel mij als een van uw dagloners’, maar daar krijgt hij niet eens meer de kans toe. De vader treft meteen voorbereidingen om de terugkeer van zijn zoon te vieren. Hij aanvaardt hem met open armen in volle rechten als zijn zoon.

In het Koninkrijk van God staat de volle aanvaarding als kinderen van God centraal, en het volle herstel van rechten, ook al hebben wij alle rechten verspeeld. Dit basisgegeven in het Koninkrijk van God is richtinggevend voor de bescherming en bevordering van de rechten van kinderen tegenover hun vader. Op grond van de orde in het Koninkrijk van God mogen vaders zich niet onttrekken aan de rechten van hun kinderen. In liefde zullen zij die rechten juist waar mogelijk beschermen en bevorderen.

Toepassing
Op grond van deze Bijbelse overwegingen en aanwijzingen lijkt KID me problematisch, omdat daaruit gebleken is dat vaders en kinderen zodanig verbonden zijn dat in de kinderen iets is uitgedrukt van de vader, dat vaders zich niet mogen onttrekken aan hun verantwoordelijkheid voor hun kinderen, en dat het recht van de kinderen hun vader te kennen en een beroep te doen op zijn vaderschap door de vader dient te worden beschermd en bevorderd.

In de huidige wetgeving heeft het kind dat door KID is verwekt het recht op 16-jarige leeftijd te weten wie de biologische vader is, maar de vader mag alle contact weigeren en het kind heeft niet de kans gehad een relatie met hem op te bouwen. Dat druist in tegen de verantwoordelijkheid van de vader en de rechten van het kind in Bijbels opzicht. KI met een bekende donor maakt dat niet beter. Ook dan hoort het kind pas op latere leeftijd wie de eigen vader is, is het niet in staat met hem een hechte relatie te ontwikkelen en draagt hij geen enkele ouderlijke verantwoordelijkheid.

Wij blijven ons bewust dat de genoemde Bijbelgedeelten niet geschreven zijn voor de situatie waarin KID wordt overwogen ter vervulling van een kinderwens. Maar ik denk wel dat er voldoende Bijbelse aanwijzingen zijn die in de richting gaan van een afwijzend standpunt daarover. De argumenten ontleend aan de orde in de schepping staan namelijk niet op zichzelf, zij werken door in de verbondenheid en gelijkenis tussen vaders en kinderen, en zij worden versterkt door kenmerken van het Koninkrijk van God zoals zorgzaamheid, verantwoordelijkheid en de toekenning in liefde van rechten.

Met deze bijbelse verantwoording nodig ik lezers uit bij verschil van inzicht over de bijbelse waarden en gezichtspunten daarover met mij in gesprek te gaan. Je kunt me bereiken op bloonstra@solcon.nl.

Dit bericht is geplaatst in Logboek met de tags , , , . Bookmark de permalink.