EO toen en nu

Bij het wegwerken van de stapel vakantiekranten kwam ik het bericht van het overlijden van Albert Ramaker tegen, een van de grondleggers van de EO, samen met Jan Kits en Johan van Oostveen. De gedachte ging door me heen: wat is er sinds die tijd veel veranderd bij deze omroep! Leden van het eerste uur die hun bezorgdheid en verontrusting uiten over het huidige beeld dat de EO vertoont, zijn vanwege die enorme veranderingen goed te begrijpen.

Niet dat ik het met hen eens ben. Dat komt doordat de EO uit de begintijd niet maatgevend is. Eerder had ik een zekere antipathie tegen de braafheid en de stelligheid die van de uitzendingen uitging. Ook de houterigheid stond me tegen, maar achteraf vind ik dat geen legitiem argument. De beide andere factoren staan mij nog steeds tegen. Ik kan me herinneren dat ik wat huiverig was voor gemeenten binnen ons kerkverband die al te zeer EO-minded waren. Dat zwart-wit denken vond en vind ik een beetje griezelig. Als je het niet met mensen die zo denken eens bent, sta je meteen aan de verkeerde kant. Er zit iets heel veroordelends in.

Het lijkt wel alsof de EO van nu zich nog steeds door dat imago achtervolgd voelt en het als een belemmering ervaart om met zijn boodschap over te komen bij mensen die midden in deze wereld staan. Ik krijg tenminste de indruk dat de omroep er alles aan doet om dit imago van zich af te werpen. Het optreden van Andries Knevel, Arie Boomsma en Manuel Venderbos, en de aankondiging van Jezus-cabaret wekken en versterken deze indruk.
Ik kan het begrijpen en billijken dat deze interne dynamiek zich laat gelden. De genoemde houding roept niet alleen bij anderen weerzin op, op den duur kun je die zelf ook niet meer volhouden. Je wilt ermee afrekenen.

Het is alleen wel van groot belang hoe de EO zijn verleden te boven komt. Als de belangrijkste drijfveer is, bij anderen in het gevlij te komen en zich door hen serieus genomen te voelen, verliest de omroep zijn reden van bestaan. Geen onnodige afstand scheppen, niet een houding uitstralen van beter zijn en beter weten. Dat is allemaal akkoord. Maar dat mag niet betekenen dat de EO op een andere manier braaf wordt, namelijk door te willen beantwoorden aan de heersende norm. Laat de EO van tijd tot tijd maar aanstootgevend zijn, zoals het evangelie aanstootgevend is.

In zekere zin kan de EO een voorbeeld nemen aan de VPRO. Die heeft een naam hoog te houden van aanstoot te geven, maar ook te prikkelen tot nadenken. De VPRO heeft iets weerbarstigs behouden, en dat is mij sympathiek.
Hoe kan dat samengaan, weerbarstig en sympathiek? Door niet uit de hoogte te spreken, maar verdiepend te zijn, vanuit de hartstocht voor wat waar is en inhoud heeft.

Dit bericht is geplaatst in Logboek. Bookmark de permalink.