Femke Halsema en de Nashvilleverklaring

Over de Nashvilleverklaring is veel te zeggen. Twee aspecten ervan storen me bijzonder. Het eerste is, dat de indruk wordt gewekt dat mensen met een homo-oriëntatie hun identiteit in de verbinding met Christus moeten zoeken en daarmee hun homo-zijn uit hun identiteitsbeleving moeten bannen. Dit vind ik ongelofelijk simplistisch. Identiteitsbeleving is veel te complex om die op deze manier te kunnen afdoen. Ik ga daar nu niet nader op in.

Het tweede dat me stoort is, dat de initiatiefnemers de suggestie wekken dat zij trouw zijn aan God en de Bijbel, en dat iedere christen die het niet met hen eens is, als een afvallige moet worden beschouwd. Dit absolute denken getuigt van een naïeve zelfoverschatting. Ik zal de laatste zijn om te ontkennen dat ieder het recht heeft op een eigen mening, ook wie homoseksualiteit afwijzen, hoe pijnlijk dat voor anderen ook kan zijn. Maar om zo je eigen mening normatief te maken en geen ruimte te laten voor andere inzichten, dat getuigt niet van respect. Het is mogelijk overtuigd te zijn van je eigen opvatting – waarom zou je die opvatting anders hebben? – en toch rekening te houden met de mogelijkheid dat een ander het beter ziet. Wie dat ontkent, huldigt een schadelijk zwart-witschema in zijn of haar denken.

Maar daar gaat het me nu niet om. Het gaat me nu om wat Femke Halsema gezegd heeft op een demonstratie tegen de Nashvilleverklaring, georganiseerd door ruimer denkende kerken. Zij zei: ‘Liefde heeft geen toetssteen, geen moreel oordeel nodig.’ Zij zei dit met de ambtsketen van de burgemeester van Amsterdam om de nek. Zij deed daarmee een levensbeschouwelijke uitspraak. Daarin ging zij te ver.

Waarom ging zij te ver? Omdat zij als publiek persoon sprak die de overheid vertegenwoordigde. De staat doet hier een uitspraak over hoe je liefde moet zien. Daarmee mengt hij zich in in het levensbeschouwelijke domein. Maar wat betekent dan de scheiding van kerk en staat? Dat wordt meestal zo uitgelegd dat de staat geen verantwoordelijkheid heeft voor het welzijn van de kerk, waarbij ‘kerk’ model staat voor elke levensbeschouwelijke groep. Maar dan moet hij zich ook niet op het terrein van de kerk begeven!

Wat gebeurt er als de staat dat wel doet? Dan gaat hij bepalen hoe je over bepaalde geloofsonderwerpen moet denken. Daarmee tast hij de vrijheid van godsdienst aan. Het neoliberale denken wordt de enig toegestane ideologie. Onder het mom van vrijheid ontstaat er onderdrukking van andersdenkenden. Dat is eenzelfde naïeve zelfoverschatting als ik bij de opstellers en vertalers van de Nashvilleverklaring bespeur. Op dit punt is Halsema geen haar beter. Ze is even absoluut.

Natuurlijk heeft liefde wel een moreel oordeel nodig. Want er gaat veel voor liefde door wat het helemaal niet is. Betaalde liefde, wellustige liefde die de ander ondergeschikt maakt aan de eigen behoeften, pedofiele liefde, onbetrouwbare liefde. Daar mag iedereen een moreel oordeel over hebben, ook een negatief oordeel. Alles wat liefde heet maar intussen de ander beschadigt, wordt aan de morele toetssteen gemeten en onder de maat bevonden. Als Halsema het daar niet mee eens is, moet ze zich als privépersoon in de discussie mengen, maar niet als burgemeester.

Dit bericht is geplaatst in Geen categorie met de tags , , , . Bookmark de permalink.