Frans Bauer en het paradijs

Onlangs kreeg ik de tekst onder ogen van een liedje dat door Frans Bauer gezongen wordt. Daarin vergelijkt hij het leven met een trein die op weg is naar een eindbestemming. Een bekende metafoor. Op zichzelf is het niet verkeerd dat wij erbij worden bepaald dat wij onderweg zijn. Ons leven heeft een doel. Laten we ons leven maar in dat perspectief zien, zodat we nadenken over de richting van ons leven.

Een ander positief punt zou kunnen zijn dat in de beschrijving van de eindbestemming gebruik wordt gemaakt van bijbelse beelden. De trein is op weg naar het beloofde land. Onderweg hoor je engelen zingen. Het eindstation is het paradijs. Je zult ooit voorgoed de rust gaan vinden. Uiteindelijk bereik je de hemelpoort. Ieder die voldoende vertrouwd is met de Bijbel herkent de beelden. Vermoedelijk kan een groot deel van Bauers aanhang zich daar iets bij voorstellen.

Het frappante in dit lied is echter, dat zo selectief wordt omgegaan met de voorstellingen die ons in de Bijbel worden geboden van de toekomst. De mooie, veelbelovende en rustgevende aspecten worden benoemd, de verontrustende en angstwekkende beelden worden verzwegen, nee, ontkend. Van het land waarheen de trein op weg is geldt, dat daar het helse vuur voor niemand brandt. Er is maar één vlam die iedereen zal verwarmen, dat is de liefde waarnaar je verlangt.

Een laatste kenmerk is dat het lied gehuld blijft in vermoedens en verlangens. Je hoopt er op, maar niemand krijgt een bewijs. Hij spreekt ook van een vaag ‘niemandsland’. Het is een gedachte waarmee je jezelf probeert te troosten, maar die gedachte biedt geen werkelijk houvast. Het is als papiergeld dat niet is gedekt door de tegenwaarde in goud of economische voorspoed, aangetast door de inflatie.

Waar haalt iemand de moed vandaan zo selectief uit de Bijbel te putten? Beseft hij niet dat hij daarmee  puur bedrog pleegt? Als je er niet in gelooft, zou je het gewoon moeten laten rusten. Als je de Bijbel wel serieus neemt, zou je de beide kanten moeten laten zien. Bauer is niet de enige. Hij speelt in op een trend. Mensen zonder geloof zoeken wanhopig of vrijpostig naar beelden die de leegte kunnen vullen in perioden van rouw, om te voorkomen dat er geen woorden voorhanden zijn.

Deze werkwijze maakt wel duidelijk dat mensen in crisissituaties beseffen dat ze méér nodig hebben dan de waarneembare werkelijkheid hier en nu. Ze onthullen daarmee hun verlegenheid met de situatie. Het leven is één grote afleidingsmanoeuvre, totdat je er niet meer omheen kunt. Dan val je toch weer terug op die oude Bijbel, maar wel op een manier die jouw leventje ongemoeid laat.

Jezus heeft zowel gesproken over ingaan in het koninkrijk van de hemel als over de verbanning naar de uiterste duisternis, waar mensen zullen jammeren en knarsetanden. Moedgevende en huiveringwekkende woorden die ons voor de keuze stellen. Je zit niet automatisch in de goede trein. Dat is in het gewone leven ook niet zo. Je moet de aanwijzingen bestuderen en opvolgen. Zo maak je de keuzes die nodig zijn om je eindbestemming te bereiken.

Ik hoop voor Frans Bauer dat hij de goede trein heeft genomen.

Dit bericht is geplaatst in Logboek met de tags , , , . Bookmark de permalink.