Het is me al vaker opgevallen, maar afgelopen vrijdag was het in het ND weer raak: in het verzet tegen abortus wordt een geloofsargument ingebracht dat helemaal niet ter zake is. Zowel in het hoofdredactionele commentaar over M/V-selectie in Zweden door P.A. Bergwerff als in een bespreking van de Groen van Prinstererlezing van André Rouvoet door Piet H. de Jong wordt naar voren gebracht dat het leven als schepping van God beschermwaardig is.
De laatste formuleert een van de grenzen aan het politieke compromis als ‘de beschermwaardigheid van het leven’. Strikt genomen is dit natuurlijk niet juist. Niet alle leven is beschermwaardig. Een mug meppen we dood en onkruid bestrijden we. Maar laten we hier niet over vallen. Het is kennelijk een verkorte spreekwijze voor ‘de beschermwaardigheid van het menselijk leven’. Toch moeten we wel zorgvuldig zijn in onze formuleringen. De zorgvuldigheid van onze formuleringen reflecteert de zorgvuldigheid van ons denken, of het gebrek daaraan.
Dat laatste blijkt in het commentaar. Daar lees ik de zin: ‘Elk besef dat men eigenmachtig beschikt over Godgegeven leven lijkt totaal uit de beleving van de gemiddelde westerling verdwenen.’ Hier wordt impliciet gesteld dat men niet mag beschikken over Godgegeven leven. En de reden waarom dat niet mag wordt erbij gegeven: omdat het van God gegeven is.
Als dit waar zou zijn, zouden we allemaal vegetariër moeten worden, op de Partij voor de Dieren moeten stemmen, protesteren tegen nertsfokkerijen en zelfs bezwaar maken tegen het plukken van boemen. Ook bij dieren en planten gaat het immers om Godgegeven leven. Zelfs vegetariër worden is dan niet de oplossing.
Dat het leven van God gegeven is ís geen argument tegen abortus. Onzorgvuldigheid in het formuleren weerspiegelt hier onzorgvuldigheid in het denken. Als we in onze verantwoording zo slordig te werk gaan, is het dan verwonderlijk dat de gemiddelde westerling er niets van snapt?
Waar het om gaat is, dat menselijk leven vanaf het allereerste begin beschermwaardig is, en dat dit het geval is omdat God er een bijzondere status aan geeft. Maar ja, dát uitleggen is niet zo eenvoudig. Toch moet het hierom draaien. Christenpolitici zullen alle energie en creativiteit moeten steken in het verduidelijken van deze positie.
Hoe zou het komen dat de vertolking van de christelijke bezwaren tegen abortus zo onzorgvuldig geschiedt?
Een oorzaak zou kunnen zijn dat wij het ons niet kunnen voorstellen dat onze geloofsnoties aan andersdenkenden voorbij gaan. Wij gaan er toch nog van uit dat ze ons ten diepste wel begrijpen, maar dat ze zich er bewust tegen verzetten. Louter onwil dus. Dat zou simplistisch zijn. Het boven geciteerde commentaar gaat daar ook niet van uit.
Een andere oorzaak zou kunnen zijn dat we helemaal niet meer in de waarde van het debat daarover geloven, omdat de tegenstellingen te diep zitten. Als we het erover hebben, preken we alleen voor eigen parochie, en dan verstaan we elkaar toch wel. We hebben aan een half woord genoeg.
In dat geval komen we in een gevaarlijke situatie terecht. Het publieke debat zou verstommen, we zouden als christenen in onze schulp kruipen. Verongelijktheid vanuit een minderheidspositie is het gevolg.
Het blijft van groot belang onze diepgewortelde standpunten publiek te verantwoorden en daarmee een appel te doen op anderen, hoe klein het meetbare succes daarvan ook zal zijn. Laten we beginnen met af te zien van goedklinkende argumenten die bij nadere beschouwing onzinnig blijken te zijn. Hoe moet het vervolgens wel? Daarover denken we na in een volgende bijdrage.