Gerenommeerd auteur

Als een uitgever je zo noemt in de aankondiging van een nieuw boek, dan moet je dat natuurlijk met een korreltje zout nemen. Die uitgever heeft er belang bij dat de nieuwe publicatie zoveel mogelijk aandacht trekt en als iets bijzonders wordt beschouwd. Een gerenommeerde auteur draagt daar vanzelfsprekend toe bij.

Het is mij overkomen bij de aankondiging van mijn nieuwe boek over de doop: Het badwater en de kinderen, dat naar verwachting in oktober verschijnt. Toen de medewerker van mijn vaste uitgever Boekencentrum mij van te voren de beoogde tekst mailde, heb ik op dit punt wel kritiek gemaakt, omdat ik die betiteling te veel eer vond. Ik stelde voor ervan te maken: spraakmakend auteur. De reactie die ik kreeg was wel grappig: wij hopen dat niet de auteurs maar de boeken die wij uitgeven spraakmakend zijn. Toen heb ik het er maar bij laten zitten. Het is per slot van rekening niet onaangenaam om een gerenommeerd auteur te worden genoemd.

Dat neemt niet weg dat tegen de reactie wel iets in te brengen is. De tegenstelling tussen de auteur en zijn boek is niet zuiver. De auteur maakt spraak door middel van zijn boek. Daarmee is de auteur spraak-makend. Dat is hetzelfde als wanneer de organist protesteert tegen de woorden van de voorganger als die zegt: tijdens de collecte speelt het orgel. Wie of wat speelt er nu, het orgel of de organist?

Van mij had het dus ‘spraakmakend auteur’ mogen worden. Want daar valt niets op af te dingen. Hoe heb ik dat spraak maken eigenlijk voor elkaar gekregen? Daar is een eenvoudig recept voor. Gewoon in onderwerpen die gevoelig liggen en waarbij men daarom de neiging vertoont er behoedzaam met een boog omheen te lopen, de probleemstelling helder formuleren en daarop een eerlijk antwoord zoeken. Zo is het mij tenminste bij herhaling gelukt, en ook in het nieuwste boek ligt wel weer enige stof waarmee ik spraak zal maken.

Als ik het zo stel, lijkt het bijna of het me daarom te doen is: de boel overhoop halen en onrust veroorzaken. Niets is minder waar. Ik ben een vredelievend mens, die heel slecht tegen conflicten kan. Maar er is ook een andere kant. Ik kan niet tegen onwaarachtigheid. Wel kritiek leveren op de antwoorden van anderen, maar zelf niet bereid zijn het vraagstuk eerlijk onder ogen te zien, dat verdraag ik niet. Waarheid is mijn passie. Tijdens het proces van doordenking word ik daardoor steeds zo gegrepen, dat het risico van vijandige reacties geheel buiten mijn horizon blijft.

Waar ik nog steeds op hoop en om bid is, dat ook bij gevoelige onderwerpen er een geestelijke sfeer mag bestaan waarin een eerlijke discussie gevoerd kan worden. Het mag er dan best stevig aan toe gaan, maar laat er wel respect en waardering zijn voor elkaar, zonder verdachtmakingen.

Dit bericht is geplaatst in Logboek. Bookmark de permalink.