God ontmoeten – nú

In zijn column in het ND van 10 mei formuleert Ad de Bruijne zijn bezwaar tegen Opwekkingsliederen die benadrukken dat het nú moet gebeuren. ‘Vergeef mijn zonden nu’; ‘vernieuw mijn hart, doe het nu’. Hij bespeurt daar iets in van een afdwingen van Gods aanwezigheid en kracht. David Heek reageert daarop in een artikel dat op 16 mei werd geplaatst. Zijn belangrijkste punt is, dat gereformeerden meer moeten leven bij Gods genade nú, en niet alleen bij wat gebeurd is in het verleden en bij wat gebeuren zal in de toekomst. Ik probeer deze bijdragen in een groter perspectief te plaatsen en daarmee aan beide recht te doen.

Het bijzondere van een kerkdienst is, dat we daarin als gemeente God ontmoeten. Als dat niet meer gebeurt, verschraalt de eredienst. Die ontmoeting met God is het onderscheidende van de kerkdienst ten opzichte van andere soorten van groepsbijeenkomsten, zoals op het gebied van politiek, sport, toneel of muziek. Zonder dat besef van de aanwezigheid van de Heilige die Liefde is, verwatert ook ons Godsbesef, een euvel waaraan onze samenleving mank gaat.

Onderscheiden kerkelijke stromingen zijn één in het inzicht dat de kerkdienst of samenkomst draait om die ontmoeting met God, maar ze verschillen in de manier waarop ze die verwachten. Laten we ons voor het gemak beperken tot de evangelische kerken, de Rooms-Katholieke kerk en de gereformeerde kerken.

In de opwekkingshoek wordt de ontmoeting met God gezocht in het ervaren van God via de extase. Om in die gemoedsgesteldheid te geraken speelt de muziek een belangrijke rol. Daardoor moet het gebeuren. De zwakte van deze benadering is, dat die gauw iets suggestiefs en manipulatiefs heeft. De sfeer die wordt opgeroepen door muziek en tekst doet veel. Hier ligt het gelijk van De Bruijne. Heeks onbevangenheid tegenover ‘gelovige dwang’ deel ik niet.

In de Rooms-Katholieke kerk is de climax van de ontmoeting met God het mysterie van de wezensverandering van het  brood in het lichaam van Christus. Daar hebben de gereformeerde kerken zich altijd tegen verzet. Wat stellen de gereformeerde hier nu tegenover, zodat ook zij in de eredienst God ontmoeten? Hier probeer ik tegemoet te komen aan het kernpunt van Heek.

De essentie van de kerkdienst is altijd gezien in de communicatie tussen God en gemeente: God spreekt en de gemeente antwoordt. Dat is een kwetsbaar gebeuren. Communicatie spreekt nooit vanzelf. Wij hebben het ook nooit in de hand dat het gebeurt. Wij kunnen alleen maar onze lege handen vouwen. Het is Gods Geest die daarin de doorslag geeft. Aan onze kant is daarvoor nodig eerbied, aandacht en verwachting. Naar Gods belofte ontstaan er dan momenten van vervulling. Die binden samen, die geven ontspanning, want we delen iets groots: God ontmoet ons nu, in Woord en Geest. En dan mag er inderdaad ook wel eens een opwekkingslied gezongen worden dat die ervaring bevestigt en versterkt.

Ik heb het idee dat die communicatie met God vaak onnodig wordt verstoord, doordat wij als voorganger en gemeente het zijn kwijtgeraakt ons daarop te richten. Vaak moet het leuk zijn en afwisselend, en voor elke leeftijdsgroep moet er iets hapklaar te halen zijn. En elke nieuwe gast moet het kunnen begrijpen. De voorganger speelt te veel zelf een rol, of de beamer maakt de aanwezigen meer tot toeschouwers van een presentatie dan tot deelnemers aan een communicatief gebeuren, of de aanwezigheid van te jonge kinderen leidt de aandacht van ouders en anderen af, of het is door andere oorzaken te rommelig.

Wanneer die wonderlijke communicatie tot stand komt tussen de eeuwige God en die nietige, uit hun doodstaat opgerichte mensenkinderen, dan hoeven jongeren en vreemden niet alle woorden en gebruiken meteen te begrijpen. Ze voelen aan dat er iets uitzonderlijks gebeurt, er zindert iets. Dat wordt niet opgewekt door mooie woorden van een begaafde redenaar, maar er is iets van echtheid, van onthulling, van je herkend en aangesproken weten, opgenomen zijn in de beweging van de Geest; een spanning wordt opgebouwd die zich ontlaadt in een lied. Als je daar nog buiten staat, kun je erdoor worden geboeid. Dan wil je er meer van weten. Zo werkt het idealiter in een gereformeerde eredienst, in het ‘nu’ van de communicatie van God met ons.

Deze blog is op maandag 26 mei 2014 als column gepubliceerd in het Nederlands Dagblad.

 

Dit bericht is geplaatst in Logboek met de tags , , , , , , . Bookmark de permalink.