De ontwikkelingen volgden elkaar ineens in een razend tempo op. Eerst kwam president Obama steeds meer geïsoleerd te staan met zijn voornemen tot militair ingrijpen in Syrië nadat het officiële leger van dit land de rode lijn had overschreden en gifgas had gebruikt tegen zijn eigen bevolking met verschrikkelijke gevolgen. Op de G20 in Petersburg waren de partijen vrijdag 6 september niet dichter bij elkaar gekomen maar waren veeleer de tegenstellingen verscherpt. In zijn eigen land was het Congres kritisch. Het zou wel eens niet kunnen instemmen met een militair ingrijpen waaraan Obama zich min of meer had verbonden. Maar als die aangekondigde actie zou worden afgeblazen, wat zou het gezag van Amerika dan nog waard zijn? Zou dan niet iedere belemmering voor misdadig gedrag door extremistische overheden en opstandelingen zijn weggenomen?
Maar toen kwam minister van buitenlandse zaken John Kerry maandag op een persconferentie met de opmerking dat Syrië een aanval kon afwenden door zijn chemische wapens ter beschikking te stellen aan de VN. Was dit een geïmproviseerd antwoord op de vraag wat Syrië zou moeten doen om een aanval te voorkomen? Of was er van te voren over nagedacht? Kerry zelf geeft aan dat hij de reikwijdte van zijn opmerking niet hoog inschat. Hij voegt namelijk aan zijn woorden toe dat hij niet verwacht dat Assad zoiets zal doen.
In ieder geval waren de gevolgen enorm. De Russische minister van buitenlandse zaken Sergej Lavrov was er als de kippen bij om de suggestie te omarmen. Rusland trok het initiatief naar zich toe en oefende druk uit op bondgenoot Syrië om akkoord te gaan met het plan de controle over zijn chemische wapens op te geven. En … Syrië ging akkoord.
Obama reageerde daarop door zijn vraag aan het Congres over militair ingrijpen voorlopig in te trekken. Putin heeft hem een uitweg geboden uit de netelige positie waarin hij terechtgekomen was. Militair ingrijpen is voorlopig van de baan. De diplomatie heeft met vernieuwde kracht het initiatief weer naar zich toegetrokken, terwijl tegelijkertijd de druk op de ketel wordt gehouden.
Een onhandig diplomatiek gemanoeuvreer door de Amerikaanse overheid? In zijn redactioneel commentaar in het ND van vandaag, 12 september, laat Jan van Benthem zien dat je er ook anders tegenaan kunt kijken. Militair ingrijpen mag niet een autonoom mechanisme worden dat onafwendbaar toeslaat; het blijft een laatste middel en kan alleen dan gerechtvaardigd zijn. De ontwikkelingen hebben laten zien dat er bewegingsruimte was in het proces. Verder hebben Syrië en Rusland door hun opstelling voor het eerst publiek toegegeven dat Syrië chemische wapens heeft. En ten slotte, Rusland is nu medeverantwoordelijk gemaakt voor de verdere ontwikkelingen. Dat is allemaal winst.
Militair ingrijpen zou bij de wankele machtsevenwichten in het Midden-Oosten werken als een lont in het kruitvat, zoals Bernhard Reitsema in zijn blog in het ND van maandag 9 september heeft betoogd. Daarom mogen we blij zijn met de uitkomst. En dat begon allemaal met de terloopse opmerking van John Kerry. Meestal vertoont de wereldpolitiek een cynisch gelaat. Alles draait om eigenbelang. De vraag naar recht wordt daaraan ondergeschikt gemaakt. Nu voltrekt zich ineens een creatieve wending die in het belang van alle partijen. Zou God er dan toch de hand in hebben?