Goedenavond dames en heren

Twee weken geleden kwam de tv-serie van Omroep MAX ‘Goedenavond dames en heren’ ten einde. Het verhaal speelt in 1963, als de televisie in Nederland 12 ½ jaar bestaat. Twee verhaallijnen raken aan elkaar verknoopt. De eerste lijn is die van twee zusjes, van wie de jongste omroepster wil worden, terwijl haar oudere zus, die zij heeft meegetroond naar de auditie, wordt geselecteerd. Met haar onbevangenheid en eigen willetje weet die de stijve vormelijkheid van toen in haar aankondigingen en later haar programma’s te doorbreken. De andere lijn is die van een voormalig artiestenechtpaar dat al vele jaren uit elkaar is. De oorzaak wordt in de loop van het verhaal duidelijk: dat is het onbespreekbare verdriet over een doodgeboren kindje. Dit komt aan het licht als de nieuwe omroepster de opdracht krijgt ter gelegenheid van een eenmalig optreden na tien jaar uit oud ongebruikt filmmateriaal een historische impressie samen te stellen. Daar zit een fragment bij van de zangeres die naar haar buik grijpt. Heel televisiekijkend Nederland leeft mee.

Hoe komt het dat deze serie me zo heeft geboeid? Voor een deel natuurlijk door de knappe opbouw van de spanning en door de mate waarin de jonge omroepster je voor zich inneemt, vooral in het begin. Maar dat is toch niet het enige. Er is veel uit die tijd weergegeven dat bij mij herkenning oproept. Hoe belangrijk was het niet, dat je netjes leefde en dat er naar buiten toe niets op je viel aan te merken. Aan het oordeel van anderen werd zwaar getild. Als er over je gepraat werd, was dat een ondraaglijke schande. Wat zullen de buren wel niet zeggen? De meeste mensen in die tijd van wederopbouw waren zich aan het opwerken naar een hogere trede op de maatschappelijke ladder. Ze probeerden hun stand op te houden. En verdriet werd doodgezwegen, een doodgeboren kindje niet eens aan de ouders getoond. Een zwangerschap van een ongehuwd meisje mocht niet bekend worden. Of het kindje werd van de hand gedaan, of er werd snel een huwelijk gearrangeerd. Katholieken moesten niets hebben van socialisten, en binnen je zuil probeerde je je fatsoenlijk te gedragen. Dat alles schiep een sfeer van schijnheiligheid die schreeuwde om een reactie van oprechtheid. Die kwam er dan ook, op allerlei niveaus: in persoonlijke relaties, in de opzet van tv-programma’s, en in het doorbreken van taboes, de opkomst van de hippiebeweging (in de serie te vroeg), en de voorkeur van jongeren niet te trouwen maar te ‘hokken’.

Op een aantal punten vermoed ik dat er in de serie van overdrijving sprake was. Ook was duidelijk dat de hedendaagse tijdgeest de norm bepaalde voor de beoordeling van het verleden. Dat leidt tot een eenzijdigheid die niet altijd fair is. Het leven van velen wordt nog steeds beheerst door de vraag ‘hoe kom ik over?’. Toch krijgen we door de afstand een haarscherp tijdbeeld te zien, dat in onze beleving gekenmerkt wordt door bekrompenheid. De boodschap van de serie wordt vertolkt door een verlichte buurvrouw: denk goed na en leef uit je hart.

Het is natuurlijk verbijsterend hoe snel de cultuuromslag zich heeft voltrokken: in een tijdsspanne van hooguit 40 jaar. Dat levert voor mij een paar vragen op. Welke historische dynamiek heeft hier de doorslag gegeven? Hoewel het Pinksteren is geweest, zullen we moeten erkennen: niet de dynamiek van de heilige Geest. Want het resultaat is een identiteitsbeleving van de mensen waarin hun eigen autonome keuzes doorslaggevend zijn. Dat lijkt niet eens op de vrijheid waarin de Geest ons stelt. Die bevrijdt weliswaar van de druk van wat moet en hoort, maar leidt ons naar de liefde waarin ons leven naar God en de medemens is toegewend. Is het ter zake te vragen naar de rol van de Geest? Ja, want de naoorlogse burgerlijke moraal kenmerkte ook christenen, ja, misschien hen wel het meest. En in de emancipatie daaruit, die zich sindsdien heeft voltrokken, delen ook christenen. Is de Geest volgend, sluit Hij aan bij de bestaande mentaliteit? Maar is dat dan kenmerkend voor zijn werkwijze door de eeuwen heen, ook tijdens de totstandkoming van de Bijbel? Zodat je in de toepassing van de Bijbel onderscheid moet maken tussen de toen heersende cultuur en datgene waar de Geest naartoe werkt? Zowaar vragen die onze aandacht verdienen.

Deze blog is vrijdag 29 mei als column geplaatst in het Nederlands Dagblad.

Dit bericht is geplaatst in Logboek met de tags , . Bookmark de permalink.