Onder de titel ‘Zuiver zingen’ heeft de synode van de CGK een brochure laten uitgeven met criteria bij de beoordeling van passende liederen in de eredienst. Het is een fijnzinnige tekst geworden waarmee we onze winst kunnen doen. Er worden vier criteria naar voren gebracht en toegelicht: 1. de liederen moeten in overeenstemming zijn met de openbaring van Gods heil in het Oude en het Nieuwe Testament; 2. de liederen dienen in overeenstemming te zijn met de belijdenis; 3. de liederen dienen liturgisch verantwoord te zijn; en 4. de liederen moeten literair en muzikaal van een goede kwaliteit zijn.
Wat mij betreft hadden criterium 1 en 2 (die elkaar overlappen) verder kunnen worden uitgewerkt in de richting van veel opwekkingsliederen. Misschien kan dit zelfs een apart criterium opleveren: de liederen dienen in overeenstemming te zijn met de bijbelse en confessionele vroomheid. Ik denk dat een aantal opwekkingsliederen wat dat betreft te wensen overlaten.
Een eerste punt is, dat in de latere series, vanaf de hogere 400-nummers, het gevoel en de beleving vaak een zo overheersende plaats krijgen, dat het nuchtere geloof (ook tegen het gevoel) naar de zijlijn wordt geduwd. Een duidelijk voorbeeld daarvan is het geliefde nummer 488: ‘laat uw liefde stromen’; ‘Ik voel uw kracht en stijg op als een arend; dan zweef ik op de wind, gedragen door uw Geest en de kracht van uw liefde’. Hier overheerst de nadruk op de liefde als overweldigend gevoel.
In gelijke zin heet het in het minder bekende nummer 494: ‘Soms als ik uw liefde voel, zomaar op de straat, heel dichtbij’.
Verbonden met de nadruk op het gevoel is het verlangen ‘heel dicht bij’ God te zijn. Duidelijk is dit verband verwoord in het bekende nummer 502: ‘Jezus, ik wil heel dicht bij U komen, in uw nabijheid wil ‘k zijn. Zo dicht bij U voel ‘k uw liefde stromen’. Zie ook nummer 484.
Nummer 581 is hier extreem te noemen: ‘Ik wil heel dicht bij U zijn, als een kind bij de vader op schoot. Ik wil heel dicht bij U zijn; dat is de plek waar ik hoor’. Dit ‘heel dicht bij’ wordt verbonden met: ‘Til mij op, neem mij in uw armen. Til mij op, houd mij dicht tegen U aan.’ Wat wordt er met dit laatste bedoeld? Letterlijk kan het niet worden opgevat. Het moet te maken hebben met het gevoel boven jezelf uit getild te worden en Gods nabijheid op een overweldigende manier te voelen.
Is dit voelen dat God heel dichtbij is en de aandacht die vooral daarnaar uitgaat in overeenstemming met de intimiteit-in-distantie die kenmerkend is voor de omgang met God in de Bijbel? God is wél de Heilige. Ontzag en vertrouwen gaan een verbinding aan in wat de oudere vertalingen de ‘vreze des Heren’ noemen. Denk aan Psalm 139, waar het besef van Gods nabijheid gepaard gaat met een versteld staan van zijn onbegrijpelijkheid, macht, kennis en zorgzaamheid.
Wordt het ‘heel dicht bij U’ zonder dat het besef van afstand tot uitdrukking wordt gebracht niet wat al te close en klef?
Een derde punt hangt hier ook mee samen. Dat is dat er gevraagd wordt om ‘meer van uw Geest’ of ‘meer van uw liefde’. De Geest en de liefde worden gekwantificeerd tot een hoeveelheid waarvan je minder of meer kunt hebben, en die navenant minder of meer genot verschaffen. Een sterk voorbeeld is nummer 596: ‘o schenk mij meer van uw liefde in mijn dorstig hart’; ‘Ik geef U heel mijn hart en voel uw vrede weer. Oh, ik ontvang uw liefde’. Het klinkt haast als een naderend orgasme. Ik wil niet zeggen dat beelden ontleend aan seksuele hartstocht taboe zouden moeten zijn. Het gaat mij om de eenzijdige focussing daarop. Dan wordt het smakeloos sensueel.
Een ander punt hangt hiermee inhoudelijk samen, maar speelt slechts marginaal een rol. Dat is de manier waarop het woordje ‘nu’ soms fungeert. In nummer 125 klinkt het: ‘Vergeef mijn zonden nu’. Nummer 392 is ook een voorbeeld, maar dan in een wat andere context: ”k Heb van U gehouden, maar nooit zoveel als nu’. Alles is gericht op het ultieme moment dat we nu meemaken. Er zit haast iets dwingends in. Dat is een ander accent dan het bijbelse ‘wanneer het God behaagt’.
Het is opvallend dat veel van de genoemde liederen ook de meest geliefde zijn. Kennelijk zit die hang naar beleving van God heel dichtbij in de lucht. Het is een reden te meer om onszelf ertoe te zetten kritisch te zijn.
Niet zo kritisch overigens, dat ik zou miskennen dat juist de genoemde liederen voor oprecht gelovige christenen tot grote troost kunnen zijn.