Een klein berichtje in de krant van 18 november: gemeenten uit de regio Zuid-Holland-Zuid kiezen voor het behoud van christelijke geestelijke gezondheidszorg voor de jeugd, en hebben een contract getekend met De Hoop en Eleos, twee van de grote spelers in dat veld. Kennelijk hebben de regionale overheden daar belang bij, ook al is ‘christelijk’ een levensbeschouwelijke richting waartegenover de overheid zich terughoudend moet opstellen. Wat is dat belang? Ongetwijfeld meer dan dat een apart christelijk segment van de samenleving daar baat bij heeft. Christelijke instellingen hebben een bredere werking en kunnen ook veel betekenen voor niet-christelijke hulpzoekers.
Gaat deze algemene betekenis niet ten koste van de christelijke identiteit? Dat hoeft beslist niet. Allereerst behoort het bij die identiteit dat je bereid bent iedereen zonder aanzien des persoons te helpen. Ten tweede zit het christelijke niet in een apart christelijk programma voor christenen. Maar wat is dan wel het eigene van christelijke hulp?
Dat kwam aan de orde op het jubileumcongres van de Christelijke Vereniging voor Psychiaters, Psychologen en Psychotherapeuten, dat op 14 november in Dordrecht gehouden is, met speciale aandacht voor het 25-jarige bestaan. Een van de sprekers, prof. Gerrit Glas, christelijk filosoof en psychiater, legde de nadruk op psychiatrische hulpverlening als normatieve praktijk. Dat betekent simpel gezegd dat de norm voor de praktijk niet van buitenaf er op wordt gedrukt, maar dat die in de praktijk ingebakken zit. Dus niet: de bestaande algemene psychiatrie en psychotherapie omvormen of er iets aan toevoegen zodat die christelijk mag heten, maar uitgaan van de norm die tot het ontstaan en de vormgeving van deze praktijk heeft geleid. Wat is dan die norm? Mensen helpen.
Dat klinkt behoorlijk algemeen en dat is het ook. Maar hoor daar nu geen verwatering van het christelijke in, het is juist een enorm appel vanuit de christelijke levensovertuiging op de praktijk. Het is een belangrijk signaal vanuit de Reformatorische wijsbegeerte naar politiek en maatschappij. Want wat gebeurt er in ons land? De zorg staat onder druk van vele bezuinigingen. Afslankingen en reorganisaties zijn het gevolg. De jeugdzorg is daarvan een voorbeeld. De nadruk van het economische aspect op de zorg wordt zo groot, dat het allesoverheersend dreigt te worden. De doelstellingen van GGz-organisaties worden meer en meer bepaald door efficiënt werken, kortdurende behandelingen, snelle doorstroom. Dat levert geld op, want men wordt afgerekend op de resultaten. Op die manier raakt de kern van de praktijk ondergesneeuwd. Of mensen echt langdurig geholpen zijn, wordt van minder belang. Hier wordt de werkelijkheid op haar kop gezet. De essentie is psychomedische hulp, financiële middelen zijn faciliterend. Bij de omkering draait alles om economisch overleven en is de hulp daarvoor een middel. Als we opnieuw de patiënt met zijn of haar hulpvraag centraal gaan stellen, krijgen we alles weer in het juiste perspectief. Het is een krachtige, fundamentele positie die van ons als christenen mag worden gevraagd.
Vanuit het model van de normatieve praktijken kunnen ook de medische en de pastorale praktijk helder worden onderscheiden. De kern van de eerste is: mensen helpen, van het tweede: met God verbinden. Dat vraagt om een andere benadering met andere middelen. Wat is dan het specifieke van christelijke hulpverlening? Principieel is ze algemeen, maar heeft ze ook iets eigens? Dat heeft ze. Want de mensen die geholpen moeten worden, hebben hun eigen levensgeschiedenis, hun houvast, hun twijfels, hun hoop, hun pijn en hun vragen. Daar speelt voor gelovige mensen ook het geloof een rol in. Wat is het wezenlijk dat zij hun verhaal kunnen vertellen aan iemand die hen begrijpt en hun overtuiging accepteert. In een christelijke setting is er alle ruimte om te trachten het geloof en het psychische functioneren weer op een positieve manier op elkaar af te stemmen. Maar als hulpverlener beroep je je niet op het gezag van God, als pastor kun je dat wel doen.
Christelijke hulpverlening blijft een belangrijke rol spelen. Moge het de medewerkers daarin gegeven worden met volle toewijding hun helpende taak te blijven verrichten.
Deze blog stond als column in het ND op 24 november 2014.