Kan dwaling uit de kerk worden uitgebannen? We hebben gezien dat Calvijn met vele anderen het concept van Gods onbewogenheid nodig had om Gods onafhankelijkheid te kunnen handhaven. Binnen zijn denkwereld kon hij niet anders. Maar ook zagen we dat deze visie op God ingaat tegen de manier waarop de Bijbel over God spreekt. Een dwaling dus. Gelukkig was daar na Calvijn de culturele ontwikkeling van de individualisering, die de nadruk legt op ieders persoonlijke uniciteit en op de betekenis van persoonlijke relaties. Met behulp daarvan kon ook een nieuwe kijk op God worden ontwikkeld vanuit de betekenis van de liefde als de verbindende kracht in relaties. God is wel degelijk bewogen. Hij is ‘menselijker’ dan Calvijn dacht. Alleen uitkijken dat we met deze nieuwe inzichten niet de betekenis van Gods onafhankelijkheid kwijtraken.
Wat betekent dit samenspel van theologie en cultuur voor de manier waarop wij omgaan met huidige meningsverschillen in de kerk? Daarvoor moeten we nog eens goed kijken naar de veranderingen in de culturele onderstroom die we aanduiden als modernisering. Het accent is toen verschoven naar het individu. Dat werd het subject, het startpunt van de eigen leefwereld. Niet langer ervoeren mensen zichzelf als deeltje in een groter geheel, maar door de tijd heen steeds meer als het middelpunt van hun eigen mentale universum. Vandaar ook dat er belang werd gehecht aan universele rechten op persoonlijke vrijheid.
De verschuiving heeft dus een positief effect op het denken over God, maar tegelijk zet ze de mens in het middelpunt van de ervaringswereld. Dat is niet een bewuste keuze, het is de culturele lucht die wij inademen. Zoals de culturele lucht waarin Calvijn ademde nog vol was van denken in termen van macht, onderdeel uitmaken van een groter geheel en jezelf daarin voegen. De veranderingen in het denken binnen de kerken over de plaats van de vrouw, over homorelaties en over (door God geleide) evolutie hebben daarmee te maken. Het proces van individualisering en subjectivering heeft geleid tot emancipatie van de natuurwetenschap, waar niet gezaghebbende traditie maar de kritische menselijke rede de doorslag geeft, tot de afschaffing van de slavernij, tot de emancipatie van zwarten, van vrouwen en van homo’s. Hoe gaan wij in de kerken met deze verschuivingen om?
Van links tot rechts in de kerk zijn wij het erover eens dat het evangelie geen mensen onderdrukt. Maar wat gebeurt er wanneer vrouwen geen leidinggevende posities mogen bekleden? Dan zullen gelovigen die gestempeld zijn door de nieuwe culturele onderstroom naar voren brengen dan de vrouw wordt onderdrukt en dat dat in strijd is met het evangelie. Die overtuiging is even diep verankerd als de overtuiging van Calvijn dat bewogenheid toeschrijven aan God Hem onwaardig is.
Waarover gaat hier het geschil? Niet over de vraag of het evangelie onderdrukt. We zijn het erover eens dat dat niet zo is. Het geschil gaat ten diepste ook niet over de uitleg van de Bijbel. Met Bijbelse argumenten weten we elkaar niet te overtuigen, zoals ook Calvijn zich niet liet overtuigen door het Bijbelse getuigenis over Gods hartstochtelijke liefde en toorn. Hoe we de Bijbel lezen wordt kennelijk mede ingegeven door onze diepere vooronderstellingen. Die bepalen hoe wij de Bijbel interpreteren. Het geschil gaat ten diepste over de culturele onderstroom waardoor wij worden beïnvloed. Moet daar een kerk op scheuren? Maar dan moet degene die op scheuring uit is wel bedenken, dat hij met terugwerkende kracht ook Calvijn in de ban moet doen. Die liet zich door vreemde vooronderstellingen leiden om het (volgens ons) evidente getuigenis van de Schrift aan de kant te schuiven.
Iets vergelijkbaars speelt een rol in de discussie over scheppingsgeloof en evolutietheorie. Van links tot rechts zijn we het erover eens dat iets niet tegelijk waar en onwaar kan zijn. Wat betekent dit? Ik beperk me tot een van de grondpijlers van de evolutietheorie die niet tot de theorie zelf behoort: de metingen van de ouderdom van de aarde. Zeer verschillende meetmethoden leiden onafhankelijk van elkaar tot de uitkomst dat de aarde zeer oud is en voordat de mens op het toneel verschijnt al vele catastrofes achter de rug heeft. Als ongelijksoortige meetmethoden onafhankelijk van elkaar tot dezelfde uitkomsten leiden, bevestigen ze elkaar en leveren ze betrouwbare kennis op. Als we ze desondanks gaan betwijfelen, raken we verstrikt in een scepsis die we op andere terreinen van het leven niet toepassen. Selectieve scepsis is verdacht, want opportunistisch. Je verwerpt iets alleen omdat het in je kraam niet te pas komt.
Ook hier speelt op de achtergrond ons veranderde mensbeeld: de mens als middelpunt van zijn leefwereld die afgaat op zijn eigen denken en ervaren. Wie op basis van de metingen een hoge ouderdom van de aarde aanvaardt met natuurrampen vóór het optreden van de mens, laat zich leiden door deze culturele onderstroom. Die concludeert: betrouwbare metingen leiden tot ware uitkomsten. En zij vinden een manier om deze resultaten te verbinden met de Bijbelse boodschap. Anderen vinden dat hier de Bijbel geweld wordt aangedaan. Willen ze om die reden hun tegenstanders buiten de kerk zetten? Maar dan ook: kick out Calvijn!
Dit betoog mondt uit in een pleidooi om niet te snel iets als dwaling te brandmerken. Zelf hebben we ook onze vooronderstellingen die onze blik versmallen. En als we toch menen dat van een dwaling sprake is: laten we dan geen korte metten maken, maar hier behoedzaam mee omgaan. De tijd zal het leren. Net als bij Calvijn.