Homobesluit (1)

Afgelopen week heeft de synode van de CGK een standpunt ingenomen over homoseksualiteit en homoseksuele relaties. Dat is gebeurd naar aanleiding van de praktijk in de gemeente van Zwolle dat mensen met een homorelatie toegelaten werden aan het avondmaal. Dit leidde tot een vraag aan de synode om hierover een besluit te nemen en de kerken te dienen met een handreiking. Dat is nu gebeurd. Na de besluitvorming stonden het ingediende visiedocument en de voorgestelde pastorale handreiking bijna meteen op de website, met daaraan toegevoegd een uitgebreide samenvatting.

Toen ik het visiedocument onder ogen kreeg, was ik geïmponeerd. Er is degelijk werk verricht. In de eerste plaats is het een veelzijdige studie. Het behandelt de biologische, psychische en sociale achtergronden, de visie op de Schrift, een uiteenzetting over seksualiteit en huwelijk, het spreken van de Bijbel over homoseksualiteit, de vragen van de toepassing daarvan op onze tijd, en de vraag hoe de kerkenraad dient te handelen in de omgang met homogerichte mensen, met nadruk op het kerkordelijke aspect, dus: wel of niet toelaten aan het avondmaal. Na deze meer theoretische en principiële bezinning volgt de praktische pastorale handreiking.

Verder is het in zekere zin een grondig stuk. Het viel me op dat er veel energie gestoken is in het vormen van een beeld over hoe in het oude Midden-Oosten, Griekenland en de Hellenistische cultuur homoseksualiteit werd gekend en beleefd. Daar is inmiddels veel studie naar verricht en de resultaten daarvan zijn dankzij het werk van de studiecommissie gemakkelijk toegankelijk geworden. Daarmee is de discussie gediend. Verder wordt er grondig geargumenteerd.

Het document formuleert heldere uitgangspunten die de basis vormen waarop wat mij betreft de discussie moet worden gevoerd. Bijvoorbeeld de volgende zin:
‘De gereformeerde Schriftbeschouwing wil voluit recht doen aan de Bijbel. Dat betekent onder meer dat ze rekening houdt met de tijd waarin de Bijbelschrijvers leefden in vergelijking met de tijd waarin wij leven. Het direct toepassen van bepaalde Bijbelteksten op bepaalde situaties nu is lang niet altijd passend.’
En:
‘Het mag niet zo zijn dat we zo veel aandacht aan de cultuur geven dat we het Woord dat ons is gegeven in feite uitschakelen.’

Ook wil ik de bewogen toon noemen in de pastorale handreiking, die bovendien eerlijk is en de vragen en moeiten niet verbloemt. Het is de commissie en de synode er oprecht om begonnen met de liefde van Christus homoseksueel georiënteerde mensen werkelijk verder te helpen. Daar komt bij dat de nuance me aangenaam treft, die aan de realiteit recht probeert te doen. Verder merk ik op hoe het pastorale gedeelte wil functioneren: als een handreiking, niet een vrijblijvende vingerwijzing, maar ook geen handleiding waarin het protocol van stap tot stap beschreven wordt.

Toch is de kracht van dit document in een bepaald opzicht ook zijn zwakte. Er wordt veelzijdig, grondig, en krachtig gesproken, maar geen dialoog gevoerd. Dat zou van waarde zijn, juist met mensen die op dezelfde basis willen staan. Als we zien wat de aanleiding is voor de gegeven synodale verantwoording en positiebepaling, dan stuiten we toch op verschillen van inzicht. Ook het feit dat de eerste commissie er drie jaar geleden niet uitkwam en gewoon geen inhoudelijk verslag heeft ingediend, zegt iets. En dan is er ook nog iemand geweest die een boekje publiceerde over het onderwerp, en dit na grote druk uit de handel terugnam. Dat zijn toch allemaal aanwijzingen dat wij elkaar iets hebben uit te leggen. Dat is nu slechts zeer eenzijdig gebeurd. Het wekt daarmee de onbevredigende indruk van vertoon van macht om vanuit het centrum de rijen te sluiten.

De geslotenheid en de indruk van een bolwerk wordt op een onaangename manier versterkt door een opmerking op pagina 50 en door aantekening 72. We lezen:
‘Wie wel ruimte zou willen laten voor een dergelijke relatie komt in conflict met het gezag van de Schrift.’
Het vertaalde Engelse citaat luidt:
‘Terecht stelt Marion L. Soards: “… de beslissing die men neemt over de aanvaardbaarheid van homoseksueel gedrag voor leden van de christelijke gemeente komt neer op een beslissing over het gezag van de Bijbel in het leven van de kerk.’
Als een kerkelijke vergadering zoiets verklaart, spreekt ze daar eigenlijk mee uit dat iemand die daar anders over denkt het gezag van de Bijbel miskent en daarom in de kerk niet thuishoort. Hiermee wordt wel heel radicaal de mogelijkheid dat we op dezelfde grondslag van inzicht verschillen uitgesloten.

Er is nog iets mee aan de hand. In feite spreekt de synode daarmee uit dat een afwijkend homostandpunt een dwaling is. Het homostandpunt wordt daarmee toegevoegd aan de standaard van de orthodoxie, die tot nu toe gevormd werd door drie belijdenissen, de Heidelbergse Catechismus, de Nederlandse Geloofsbelijdenis en de Dordtse Leerregels. Deze toevoeging is een riskante aangelegenheid. De geschiedenis van de gereformeerde gezindte heeft geleerd dat aanvullingen op die confessionele basis voor eenheid wel eens contraproductief als bedreiging van de eenheid kunnen werken. De CGK hebben zich in ieder geval altijd tegen nadere toevoegingen en aanscherpingen van de belijdenis verzet.
Ik hoop van harte dat ik de strekking van wat ik signaleer te zwaar inschat.

 

Dit bericht is geplaatst in Logboek met de tags , , . Bookmark de permalink.

2 reacties op Homobesluit (1)

  1. Pingback: Kerk en homoseksualiteit | Website van Dave Plantinga

  2. Pingback: Homobesluit (1) | Theologisch Logboek | Christi...

Reacties zijn gesloten.