Homobesluit (14): Samenvatting

Als wij de balans opmaken van het homorapport, is de leidende vraag: heeft het rapport recht gedaan aan de diversiteit van Schriftgegevens? De volgende conclusies kunnen worden getrokken.

In waarderende zin zijn dit de volgende aandachtspunten te vermelden.

  1. Het rapport wil recht doen aan de Schrift. Het heeft de intentie de Bijbel recht te doen (aflevering 1).
  2. Het rapport heeft niet minder de intentie recht te doen aan de homoseksueel georiënteerde broeder of zuster. Het ziet af van gemakkelijke ‘oplossingen’, als het gaat over de verhouding tussen ‘zijn’ en ‘doen’, of de weg van ‘genezing’, en van gemakkelijke vergelijkingen, zoals de vergelijking met heterovrijgezellen (aflevering 1).
  3. Het rapport heeft zich grondig verdiept in de belevingswereld van de Bijbelse tijd, om de teksten te horen tegen de achtergrond van hun eigen culturele context (aflevering 1).

In kritische zin zijn de volgende opmerkingen te maken.

  1. Het rapport heeft zich onvoldoende rekenschap gegeven van de plaats van de wet in het leven van de gelovige. De volgende aspecten vragen aandacht.
    Gods gerechtigheid wordt geopenbaard buiten de wet om (aflevering 8).
    In het leven van de gelovige is de wet niet een afzonderlijke instantie, los van het evangelie, maar verbonden aan het evangelie door middel van de liefde (aflevering 8).
    Voor wie in de Geest leven is Gods gebod niet zwaar; wie van een homoseksuelen vraagt dat zij hun seksualiteit (hun zogenoemde ongeordende homoverlangens) doden, vraagt van velen van hen iets onmogelijks, ook als zij door de Geest leven. De Geest doodt iemands seksualiteit niet (aflevering 10).
    Dat de wet niet een afzonderlijke instantie is naast het evangelie blijkt ook uit Paulus’ inzicht: alles is toegestaan mits het goed en opbouwend is en geen macht over je krijgt (aflevering 9).
    Het functioneren van de homoteksten uit Leviticus in het leven van een gelovige homo is een verbijzondering van de plaats van de wet in het leven van de gelovige.
  2. De teksten uit Leviticus staan in de context van het heidendom en de miskenning van de ene ware God, vergelijkbaar met de manier waarop Paulus homoseksualiteit en afgodendienst vervlecht (aflevering 4 en 5).
  3. In Romeinen 1 gaat het over mensen die afgoderij bedrijven, die in hartstocht ontbrand zijn, en zich door hun wellusten laten beheersen, en ze hebben heteroseksuele contacten ingewisseld voor homoseksuele (aflevering 7). Ten onrechte concludeert het rapport dat Paulus geen onderscheid maakt tussen godloochenaars die onbeheerst en liederlijk gedrag zonder liefde vertonen en christenhomo’s die een weg zoeken om met hun seksuele verlangens getrouw een relatie in liefde aan te gaan. Hij maakt dat onderscheid niet expliciet, maar blijkens zijn woordgebruik heeft hij de eerste groep op het oog (aflevering 6).
  4. Het rapport maakt een onderscheid dat de Bijbel niet maakt, namelijk dat tussen homoseksuele verlangens en homoseksuele daden. Het rapport veroordeelt hierin zichzelf, want het stelt dat wij geen onderscheid mogen maken dat de Bijbel niet maakt (aflevering 6).
  5. Ten onrechte heeft het rapport de kwalificatie ‘tegennatuurlijk’ beperkt tot afwijking van de scheppingsorde. De betekenis komt pas krachtig tot haar recht in de verbinding tussen afgoderij en homoseksuele uitspattingen. ‘Tegennatuurlijk’ is niet slechts afwijking van de scheppingsorde, maar opstand tegen de Schepper (aflevering 5).
  6. Het rapport steekt eenzijdig in op de scheppingsorde via Genesis 1-3 en de term ‘tegennatuurlijk’ in Romeinen 1. Daarmee geeft het rapport aan de scheppingsorde een lading die Paulus er niet aan geeft. Hij gaat minder rigide met de scheppingsnorm om (aflevering 11). Hier bespeur ik een zekere vooringenomenheid.
  7. Het rapport doet een leeruitspraak. Daarmee breekt de kerk met haar eigen traditie en vergeet zij haar eigen  identiteit. In het verleden werd namelijk het niet doen van leeruitspraken in verband gebracht met de inclusieve naam ‘christelijke gereformeerd’ (aflevering 12).
  8. Kerkordelijk is het doen van een leeruitspraak niet in orde. Volgens het ondertekeningsformulier voor ambtsdragers moeten we naar de uitspraken van de synode handelen. Tegelijk mogen we er openlijk principieel kritiek op hebben (aflevering 13).

De conclusie is, dat het rapport niet overtuigt door wat het schrijft en door wat het niet schrijft; door wat het schrijft over met name Romeinen 1 met, en door wat het niet schrijft over de plaats van de wet in het leven van de gelovige. Bovendien is het onbevredigend doordat het uitloopt op een leeruitspraak en daarmee de lezer voorschrijft hoe die de Bijbel moet uitleggen. Op deze wijze loopt het de Bijbel voor de voeten.

Dit bericht is geplaatst in Logboek met de tags . Bookmark de permalink.