Laat ik meteen maar met de deur in huis vallen: ik heb niets tegen honden, maar het moeten er niet te veel worden. Nou, laat ik eerlijk zijn. Ik heb wel iets tegen honden. Ongevraagd springen ze tegen je op. Hun natte snuit steken ze overal in. Ze hebben een weeïge lucht bij zich die zich in het hele huis verspreidt waar ze hun verblijf hebben. Ze laten hun behoefte achter in de openbare ruimte en hun baasjes kijken een andere kant op en weten van de prins geen kwaad. Maar ik heb niet zo veel tegen honden dat ik ze geheel uit het leven van mensen zou willen bannen. Ik weet dat honden heel aanhankelijk kunnen zijn. Voor veel mensen betekenen ze veel, doordat ze de eenzaamheid kunnen opheffen. Ze kunnen een waardevol alternatief vormen bij afwezigheid van betrouwbare medemensen. Ze geven aan het leven van hun verzorgers structuur, doordat ze op gezette tijden moeten worden uitgelaten. Dat zij deze mensen gegund.
Mijn probleem is dat het er te veel worden. Je kunt niet meer in een park of het bos of aan een waterkant lopen zonder dat je gehinderd wordt door snuffelende en rennende honden. Ook als je er niet bang voor bent, kun je daar een hekel aan hebben. Het is gedaan met je rust. Overigens zijn er ook mensen die door een gemene beet van de hond van de buren grote schade aan een van hun ledematen hebben opgelopen en de rest van hun leven er een hondenfobie aan overhouden. En het komt voor dat eigenaars opnieuw doen alsof hun neus bloedt, in plaats van hun bijtende hond te laten afmaken. Voorts, als je voor de zoveelste keer met een stokje de hondenpoep uit het profiel van je schoenzool moet verwijderen, laait de weerzin op tot grote hoogte. Het is toch asociaal dat anderen door hun hond jou met dit soort problemen opzadelen? Mijn verzet wordt versterkt doordat ik niet alleen zie dat een hond sommige mensen helpt om de eenzaamheid op te heffen, nogmaals, het is hun gegund, maar dat een hond ook steeds meer wordt beschouwd als statussymbool. Wat je soms niet voor kalveren ziet rondsjouwen! Wat een biefstuk gaat er ten gerieve van dit statussymbool allemaal niet doorheen. Wat een ecologische pootafdruk laten die beesten wel niet na.
Alles bij elkaar genomen kom ik tot de slotsom: het zijn er te veel. Ik ben me bewust dat sommigen deze redenering toepassen op mensen uit culturele minderheden. Ze hebben niets tegen die mensen, althans dat zeggen ze, maar als het er te veel worden, gaan die het straatbeeld te veel bepalen en beginnen ze zich onveilig te voelen. Daarom moeten er minder van komen. Die toepassing van mijn redenering zal ik nooit maken. Mensen zijn geen honden. Zij hebben mensenrechten. Maar honden hebben geen mensenrechten. Het is al heel wat dat zij rechten hebben die ik niet heb, zoals wildplassen. Hier maak ik onderscheid.
Het wordt tijd dat er maatregelen genomen worden tegen de hondenoverlast. Ik stel er enkele voor. De eerste maatregel is, dat er voor het bezit van iedere hond hondenbelasting wordt geheven, evenredig aan de overlast die de beesten veroorzaken. Het is een decadente trek van onze democratie dat politieke partijen pleiten voor afschaffing van de hondenbelasting om bij de kiezer in het gevlei te komen. De tweede maatregel is: houd de honden altijd aan de lijn, ook in parken, bossen en op andere wandelwegen. Derde maatregel: vergroot het aantal omheinde hondenuitlaatplaatsen, waar deze dieren vrij mogen rondrennen. Vierde maatregel: verplicht de hondenbezitter de ontlasting van zijn of haar dier te allen tijde door middel van een papieren (niet plastic) zakje te verwijderen en zakje met inhoud thuis in de vuilnisbak te deponeren. Vijf: stel een maximum aan het aantal te houden honden van één per huishouden. Deze maatregelen lijken mij een mooie aanzet om de overlast die honden geven in te dammen.