De synode van de GKv heeft in 2017 drie nieuwe versies van het doopformulier aanvaard en beschikbaar gesteld voor gebruik in de kerken. Ik kwam ermee in aanraking doordat ik het voorrecht had mijn kleinzoon te mogen dopen in de gemeente van Woerden. Dat is een zogeheten CGKv, een fusiegemeente van de CGK en de GKv. Alle formulieren die in de CGK en in de GKv zijn aanvaard, mogen daar worden gebruikt. Wat mij opviel is, dat alle GKv-formulieren de eerste vraag aan de doopouders als volgt formuleren: ‘Erkent u dat N.N. zondig en schuldig ter wereld is gekomen …?’
Mijn ervaring is, dat veel doopouders met de aangeboren slechtheid van hun kind moeite hebben. Dat kind heeft toch nog geen goed of kwaad gedaan? Ook de CGK formulering stuit hier op bezwaar. Die luidt: ‘Erkent u dat wij en onze kinderen in zonde ontvangen en geboren en daarom aan allerlei ellende onderworpen zijn …?’ Behalve dat ze er zelf vragen bij hebben, vinden ze het ook tegenover ongelovige vrienden en bekenden die de dienst bijwonen niet uit te leggen.
Ik probeer dan altijd te benadrukken dat je niet kunt zeggen dat dit kind persoonlijk al allerlei zonden op zijn/haar geweten heeft, maar wel dat het deel uitmaakt van een mensheid die in zonde gevallen is en daardoor verdorven is. Bij het opgroeien gaat dat er ook bij dit kind uitkomen. Op een keer kreeg ik van een ouder de opmerking: maar waarom formuleert u de vraag dan zo niet? Dat heb ik in mijn oren geknoopt en ik heb de formulering van de vraag aangepast.
Maar nu lees ik in de GKv-formulieren dat dit individuele kind schuldig ter wereld is gekomen. Die formulering is nog scherper dan de oude. De oude formulering vroeg aandacht voor de verdorven natuur die Gods afkeer oproept, en die zich ook uitstrekt naar dit kind. Vanaf hun vroegste begin zijn ook onze kinderen in de macht van de zonde. Maar nu wordt gesteld dat de kleinste kinderen daarvoor persoonlijk verantwoordelijk zijn. Dat gaat mij te ver.
Ik weet dat er in de dogmatiek ellenlange discussies zijn gevoerd over de erfschuld en de erfsmet. De ongehoorzaamheid van Adam zou voor God gelden als de ongehoorzaamheid van heel de mensheid na hem. Ofwel de mensheid zou die ongehoorzaamheid in Adam hebben bedreven omdat zij in potentie in het zaad van Adam aanwezig was (realisme). ofwel die daad zou de mensheid worden toegerekend door God omdat Adam als verbondshoofd voor heel de mensheid optrad (foederalisme).
Tegelijk weet ik dat de Bijbel en onze belijdenis wel spreekt van erfzonde en algehele verdorvenheid, maar niet van erfschuld. Laten we terughoudend zijn in onze woorden. Het is toch genoeg te zeggen dat God die mensheid als eenheid ziet in haar afval van God (corporalisme; de mensheid als één geheel), en dat wij als gevolg van die afval niet meer op eigen kracht in staat zijn de zonde te vermijden; vervolgens, dat God mensen alleen schuldig verklaart op basis van hun eigen zonden!
Je zou wel kunnen spreken van collectieve schuld in de overtreding van Adam, maar het is een kenmerk van collectieve schuld dat je die niet individueel kunt aanrekenen.
Mijn vraag aan de GKv-afgevaardigden zou zijn: wat is de reden geweest om de vraag over onze verdorvenheid, die voor veel ouders toch al zo zwaar op de maag ligt, nog verder aan te scherpen? Er lijkt me Bijbels onvoldoende reden voor, en praktisch leidt het alleen maar tot verwarring.
Wat de doopdienst betreft, ik heb een van de nieuwe GKv-formulieren gekozen (versie 3), maar de eerste vraag aan de ouders aangepast.