Binnenkort is er in Gouda een hoorzitting in het Huis van de Stad waarin burgers met de gemeenteraad in gesprek kunnen gaan over een voorstel de beperking van het aantal koopzondagen op te heffen. Ik heb ervoor gekozen mijn recht van inspraak te benutten. Mijn pleidooi zal er vermoedelijk ongeveer als volgt uit zien.
Hartelijk dank voor de gelegenheid hier iets naar voren te brengen. Ik sta hier als predikant van een van de Goudse kerken. Wij zijn alle zondagen open. Maar het is niet uit vrees voor concurrentie dat ik hier sta. Ik acht de gelovigen mondig genoeg om zelf de afweging te maken te kiezen voor de kerkgang of de winkelpromenade. Er is wel iets anders dat mij bezig houdt.
Als besloten zou worden de openstelling van de winkels op zondag vrij te geven, is dat een volgende stap in de voortgaande verandering van de publieke zondagsbesteding, en een behoorlijk ingrijpende. Dat betekent opnieuw een aanslag op de sociale cohesie van gezinnen en kerken op de zondag. Want gezinsleden, vaders, moeders, jongeren, zien zich min of meer genoodzaakt door economische omstandigheden beschikbaar te zijn om op zondag te werken, ook als zij vanwege hun geloof liever naar de kerk zouden gaan.
Hierdoor verzwakt de gemeenschap van gezin en kerk. Dat is in de eerste plaats om interne redenen te betreuren, maar daarmee zal ik u niet vermoeien. Er zijn echter ook belangrijke maatschappelijke redenen. Laten we niet onderschatten welke rol de kerken spelen bij het bewaren en bevorderen van sociale samenhang en solidariteit in de maatschappij. In mijn vorige gemeente werd in het halfjaarlijkse overleg van B&W met vertegenwoordigers van de levensbeschouwelijke organisaties niet nagelaten dit te onderstrepen als het om de uitvoering van de WMO ging.
Die positieve maatschappelijke rol spelen de kerken in de eerste plaats door er te zijn, door gemeenschappen en netwerken te vormen waarin mensen gezien worden en naar elkaar wordt omgezien. Het voorkomt dat ouderen vereenzamen, dat zwakkeren tussen de wal en het schip terechtkomen en jongeren de weg kwijtraken. Kerken brengen mensen bij elkaar.
Verder spelen de kerken een belangrijke maatschappelijke rol in allerlei initiatieven die in het diaconaal platform voor samenwerking en overleg met de overheid gecoördineerd worden. Ik noem het inloophuis Domino, het aanbod van tijdelijke huisvesting en begeleiding in het Swanenburgs Hofje, en de ondersteuning van de voedselbank.
Al deze activiteiten, naar binnen en naar buiten, worden door de kerken met hart en ziel gedaan en zo zijn zij van grote maatschappelijke waarde. Om deze waarde te kunnen blijven vertegenwoordigen verdienen zij zelf ook bescherming. Een regelgeving die de samenhang en gemeenschapszin onder druk zet is daarmee in strijd.
Mijn boodschap is daarom drieërlei:
1. Onderschat niet de maatschappelijke betekenis van de kerken door hun sociale samenhang en gerichtheid, en wees daar zuinig op.
2. Neem geen maatregelen die deze sociale functie verzwakken.
3. Ga niet over tot het verruimen van het aantal koopzondagen.