Korte metten (1): Tegenstrijdig voorstel aan synode CGK

Commissie 4 van de CGK synode doet in meerderheid een voorstel om korte metten te maken met kerkenraden die zich niet aan landelijke uitspraken houden. De band daarmee moet worden verbroken en ze moeten worden afgezet. In een aantal afleveringen houd ik dit voorstel tegen het licht. In deze eerste aflevering laat ik zien dat dit voorstel innerlijk tegenstrijdig is.

De bekende Amerikaanse christenfilosoof Alvin Plantinga spreekt van een self-defeating fallacy, wanneer een uitspraak die iemand doet zich ook tegen hemzelf keert. Een mooi voorbeeld is zijn kritiek op het positivisme, dat stelde dat alleen wat wetenschappelijk bewezen kan worden aanspraak op waarheid kan maken. Dit is een drogreden waarmee iemand zichzelf diskwalificeert: dat uitgangspunt kan namelijk zelf niet wetenschappelijk bewezen worden! Daarmee blaast het zichzelf op.

Ook de meerderheid van commissie 4 snijdt zichzelf in de vingers. Volgens de commissie is niet alleen het verstaan van de Schrift in het geding, maar het gezag van de Schrift. Impliciet zegt zij daarmee: wíj hebben de goede opvatting over het gezag van de Schrift. De uitleg van de anderen is beïnvloed door de tijdgeest; daarmee onderwerpen zij zich niet aan het gezag van de Schrift. Helaas wordt deze opvatting niet verantwoord.

Wat is nu de drogreden waarmee ze zichzelf diskwalificeert? Dat is de veronderstelling dat de meerderheid in kerk en synode kan vaststellen wat de Schrift met gezag leert. Als een synodemeerderheid meent te kunnen vaststellen wat de Schrift zegt, betekent dat per consequentie dat die meerderheid bepaalt wat de Schrift zegt. Daarmee oefent zij gezag uit over de Schrift, hoewel zij het gezag van de Schrift wil veiligstellen. Dat is innerlijk tegenstrijdig. Een self-defeating fallacy.

Op een verbijsterende manier blijkt deze positie uit haar eigen formuleringen. De meerderheid van de commissie heeft het in haar voorgestelde aanvulling op de kerkorde over ‘besluiten van een meerdere vergadering ten aanzien van de leer, de orde en de tucht’ die moeten worden aanvaard. Je leest het goed: ‘besluiten ten aanzien van de leer’. Over het homobesluit in 2013 schreef ik destijds dat dit feitelijk een leerbesluit was, en dat dit tegen het karakter van de CGK indruist die zich er altijd op hebben laten voorstaan geen leerbesluiten te aanvaarden buiten de drie verbindende belijdenissen. In het revisierapport van de synode 2016 is toen in alle toonaarden ontkend dat het om een leerbesluit ging. Maar wat gebeurt er nu? Nu wordt met zoveel woorden gesproken over besluiten ten aanzien van de leer. De synode gaat ons vertellen welke uitleg van de Schrift de juiste is. De synode heerst over de Schrift.

Als de synode dit voorstel aanvaardt, blaast zij het kerkverband op.

Dit bericht is geplaatst in Geen categorie met de tags , , , . Bookmark de permalink.