Kruis, hoofddoek en het moslimgevaar

Tramconducteur Mickel Aziz mag van zijn werkgever in Amsterdam geen ketting met een kruis om zijn nek dragen over zijn uniform als hij dienst heeft. Daarentegen mogen zijn vrouwelijke moslimcollega’s wel een hoofddoek dragen. Ongelijke behandeling? Discriminatie van christenen?

Ja, zegt Aziz, en Bas van der Vlies van de SGP valt hem bij. Maar de reden die het vervoerbedrijf opgeeft en die door de rechter zijn erkend hebben toch te maken met veiligheid? Stel je voor dat de conducteur aan zijn ketting wordt meegesleurd. In de elf jaar dat hij de ketting om heeft, is er nooit iets van dien aard gepasseerd, is de repliek van Van der Vlies.
Bij de brandweer kun je met zo’n redenering niet aankomen, wanneer die aanvullende eisen aan je gebouw stelt met het oog op de brandveiligheid. Dus hier ook niet, dunkt me.

Ongelijke behandeling of niet? Ik denk van niet. Een hoofddoek heeft te maken met opvattingen over de eerbaarheid. Een kruis niet. Het gaat dus om ongelijke gevallen, die dan uit de aard der zaak ook ongelijk behandeld worden.

Er is een ander aspect in het verhaal van Aziz dat me meer zorgen baart. Als gewezen Egyptenaar verstaat hij Arabisch en hij hoort moslims in het Arabisch afgeven op joden, christenen, atheïsten, Nederlanders en Amerikanen. Ze spreken de verwachting uit dat de moslims de hele wereld zullen veroveren en dat alles islamitisch wordt.

Hoeveel reden is er om je daarover zorgen te maken? In nummer 50 van Visie in 2009 taxeert emeritus hoogleraar massacommunicatie Anne van der Meiden de dreiging. Volgens hem wordt het zwaar overdreven. De secularisatie onder moslimjongeren is gigantisch. Over tien jaar gaan de eerste moskeeën al weer dicht. Heeft hij gelijk?

Er zijn tekenen die in een andere richting wijzen. Een maand of twee geleden stond in het ND een artikel over moslimkinderen in het onderwijs. De kinderen wordt van huis uit minachting voor de Nederlandse cultuur bijgebracht. Op ouderavonden schitterden moslimouders steevast door afwezigheid. Jongens kregen van huis de boodschap mee dat ze niet hoefden te luisteren naar een vrouwelijke leerkracht. Er werd gesproken van een tikkende tijdbom. Er smeult een vreemd vuur dat op een gegeven moment zal oplaaien tot een uitslaande brand, als we niets doen.

Ik denk dat de inschatting van Van der Meiden naïef is. Hij zal wel gelijk hebben als hij ontkent dat de moslimjeugd gemiddeld erg godsdienstig is. Dat neemt niet weg dat veel jongeren zich aan de islam vastklampen om hun identiteit te bepalen en hun eigenwaarde te voeden. Dat staat nog los van de vraag of ze regelmatig naar de moskee gaan.

Wij hoeven niet angstig te zijn. Angst is een slechte raadgever. Onze God is, geeft en vraagt liefde. Liefde drijft de angst uit. Maar we moeten wel in liefde reëel zijn en onze verantwoordelijkheid nemen. Als wij islamitische medelanders niets in de weg leggen om zich te isoleren en een tegencultuur te vormen, dan falen wij. Bovendien spelen we dan rechts-extremistische krachten in de kaart en worden de tegenstellingen op de spits gedreven.

Er is een derde weg tussen naïef optimisme en rechts-extremisme. Laten we die weg zoeken en gaan, en niet aarzelen gevaarlijke ontwikkelingen te signaleren en te bestrijden. Geen paniek, maar wel wakker worden!

Dit bericht is geplaatst in Logboek. Bookmark de permalink.