In de ND-bijlage van afgelopen vrijdag is Evert van Straaten aan het woord, scheidend directeur van het Kröller-Müller Museum, die ter gelegenheid van zijn afscheid een tentoonstelling mocht maken die onder de titel Verlangen naar volmaaktheid van 1 april tot en met 28 oktober te zien is. De titel roept associaties op met religie en spiritualiteit. Vandaar dat één van de brandpunten van het gesprek dat Reina Wiskerke met hem voerde gevormd wordt door de verhouding van kunst en religie.
Volgens Van Straaten gaat de waardering van kunst niet samen met dogmatisch geloven. Kunst leert namelijk dat er niet één waarheid is. Daarom wordt kunst snel bedreigend of oninteressant voor mensen met strikte opvattingen over hoe de wereld in elkaar zit. Christelijke voorstellingen in de kunst zullen bedreigend zijn voor moslims en islamitische voor christenen. Omgekeerd zullen mensen die nieuwsgierig zijn naar andere standpunten en daarvan willen leren, sneller de weg vinden in de kunst dan mensen met een dogmatisch wereldbeeld.
Aan de ene kant voelde ik mij door dit gesprek aangesproken, maar aan de andere kant weer niet. Ik voelde mij aangesproken voor zover ik geloof dat er één waarheid is, en dogmatische belijndheid mij niet kan worden ontzegd, maar tegelijkertijd helemaal niet, omdat ik de sensatie ken van de kennismaking met een overtuigend kunstwerk. Wat klopt hier niet?
Er klopt iets niet in de argumenten. Het argument ‘Kunst leert dat er niet één waarheid is’, is innerlijk tegenstrijdig. De uitspraak is namelijk zelf zwaar dogmatisch geladen en formuleert de claim van één universele, altijd geldende waarheid (namelijk dat er niet één waarheid is).
Verder, zijn islamitische voorstellingen in de kunst alleen bedreigend voor christenen en niet evenzeer voor niet-religieuze mensen, áls ze bedreigend zijn? Is niet sowieso een functie van kunst te schokken en vanzelfsprekendheden te doorbreken, hoe en waar dan ook?
Ten slotte staat de stelling ‘Kunst leert dat er niet één waarheid is’ op gespannen voet met wat Van Straaten nog meer over kunst zegt. Hij bespreekt een kunstrichting waarvan hij zelf gecharmeerd is, het avant-gardisme, dat gekenmerkt wordt door de zoektocht naar essentie en het allesomvattende gebaar. Volgens mij zijn dat andere woorden voor ‘de ene waarheid’.
Er klopt ook iets niet in de achterliggende conceptie van dogmatisch geloof. Van Straaten denkt kennelijk dat een dogmatisch geloof betekent, dat degene die dit geloof huldigt precies kan invullen hoe de ene waarheid eruit ziet. In dat geval kan ik me indenken dat alle voorstellingen die daaraan niet beantwoorden oninteressant of bedreigend zijn. Echter, dogmatisch geloof in één waarheid werkt anders. Dogma’s brengen de werkelijkheid niet exact in kaart, maar formuleren randvoorwaarden om aan het mysterie recht te kunnen doen. De mensenwoorden schieten altijd te kort, maar het zijn wel de meest adequate woorden die gevonden zijn om niet te ontsporen. Dogma’s blijven metaforen, dragers van een voor ons niet te doorgronden werkelijkheid. Evenzo is de ene waarheid groter dan ons verstand, want ze vindt haar bron in de ene God die ons verstand te boven gaat.
Wat dat betekent voor ons denken over God en spreken tot God laat de Bijbel zien. De scheidende directeur voert aan dat een kunstwerk het godsbegrip ter discussie kan stellen, meestal vragenderwijs, en meestal met heel brutale vragen. Hetzelfde vinden we echter in de Bijbel, zodat hier niet van een wezenlijk verschil kan worden gesproken.
Waarom zouden tegen deze achtergrond christelijke kunstenaars niet echt mee kunnen doen in de kunstwereld? Dat zou inderdaad het geval zijn wanneer zij vanuit een oppervlakkig dogmatisme hun waarheid kant en klaar zouden presenteren. Dan komen ze in hetzelfde vaarwater als nazi-kunst en communistische kunst, niet qua inhoud, maar wel wat hun functie betreft. Dan neigen hun producten naar propaganda. Maar het is toch niet bij voorbaat uitgesloten dat christenen vanuit de verwondering en het verlangen naar volmaaktheid echte kunst kunnen maken!
Ik houd het er vooralsnog op dat kunst en religie uitstekend kunnen samengaan.