M/V in de GKV (1)

Gisteren berichtte het ND erover, en via de website http://www.gkv.nl/ (klik naar ‘Generale Synode Zwolle-Zuid 2008’, ‘Deputatenrapporten’ en ‘M/V in de kerk’) is het in extenso te lezen: er is een studierapport verschenen in de Gereformeerde Kerken Vrijgemaakt over de positie van de vrouw in de kerk. Wat een verademing. Geen veroordelingen, ook niet impliciet door een ‘bijbelse visie’ te verwoorden die als normatief wordt gepresenteerd, maar een evenwichtige verkenning van de diverse posities binnen de kerken, zowel kwalitatief als kwantitatief. Dat wil zeggen: een inventarisatie hoe de diverse posities worden verantwoord en hoe groot de aanhang is van de verschillende opvattingen. Vanuit deze verkenningen worden aanbevelingen gedaan voor verdere doordenking kerkbreed.
Ik zoom in op het kwalitatieve gedeelte. Verschillen van inzicht doen zich voor op twee dimensies: die van de scheppingsorde en die van de geldigheid van bijbelse aanwijzingen. Op de dimensie van de scheppingsorde worden twee benaderingen onderscheiden: A. de scheppingsorde leert de prioriteit van de man, en B. de scheppingsorde leert de volstrekte gelijkwaardigheid van man en vrouw; de prioriteit van de man is er sinds de zondeval en is in Christus weer opgeheven. Op de dimensie van de geldigheid worden ook twee benaderingen verdedigd: C. de aanwijzingen zijn nog steeds geldig voor nu, ook al dragen ze de kenmerken van de tijd waarin ze geschreven zijn, en D. je moet rekening houden met de verschillen in culturele context toen en nu en je afvragen wat in het gebod tijdbepaald is en wat blijvend.
Ik zoom verder in op de eerste dimensie, die van de scheppingsorde, en stel vast,
a. dat beide opvattingen uitgaan van de blijvende geldigheid van de scheppingsordening die God in het begin heeft bepaald;
b. dat A. sterkere papieren heeft dan B., omdat Paulus op diverse plaatsen uit de schepping van man en vrouw, in die volgorde, de prioriteit van de man afleidt;
c. dat er nog een benadering is, die in deze studie niet wordt genoemd, namelijk dat in de verhouding tussen Gods scheppingswerk en de komst van zijn koninkrijk het koninkrijk de prioriteit heeft over de schepping.
De derde benadering heb ik verdedigd in mijn Zo goed en zo kwaad (2000). Wat houdt die in? Lees verder.

Op diverse plaatsen in het Nieuwe Testament blijkt in het koninkrijk van Christus een stijl van leven te gelden die afwijkt van de orde in de schepping.
In Genesis 2: 18 zegt God: Het is niet goed dat de mens alleen is. Dat is de orde in de schepping. In 1 Korintiërs 7: 8 zegt Paulus echter: Het is goed ongehuwd te blijven. Hij zegt dit vanwege het belang de handen vrij te hebben voor de dienst aan de Heer (vs. 32-33). Verder spreekt hij van ‘de bestaande nood’ (vs. 26); gehuwden staat ‘verdrukking voor het vlees’ te wachten (vs. 28). Hij bedoelt: ‘de tijd is kort’ (vs. 29). Daarmee zet hij het leven in het teken van Jezus’ komst in heerlijkheid en de verdrukking die daaraan vooraf gaat. In het licht van deze naderende komst van het koninkrijk acht hij het beter niet te trouwen.
In Matteüs 19: 12 zegt Jezus: Er zijn gesnedenen die zichzelf gesneden hebben terwille van het koninkrijk der hemelen. Meestal wordt dit opgevat als een omschrijving van de vrijwillige keuze voor het ongehuwd zijn. De formulering ‘zichzelf snijden’ duidt erop, dat deze keuze een daad is die ingaat tegen de schepping. Zichzelf snijden is immers een inbreuk op de geschapen geslachtelijke natuur.
In Matteüs 22: 30 zegt Jezus, dat in de opstanding de mensen niet huwen, maar dat zij zijn als engelen in de hemel. Wanneer het koninkrijk in heerlijkheid komt, zal de scheppingsorde van het huwelijk dus opgeheven zijn.
Vergelijk ook Genesis 1: 27 met Galaten 3: 28. De eerste tekst zegt: ‘Man en vrouw schiep Hij hen’, de tweede: ‘Er is geen man en vrouw, want allen bent u één in Christus Jezus’ (eigen vertaling). Van de schepselmatige verscheidenheid gaat het naar de ene mens in Christus. Vanuit de eindtijd (het eschaton) worden alle verschillen gerelativeerd.
Betekent dit dat de scheppingsorde voor ons haar betekenis heeft verloren? Geenszins. Tegenover ontwrichting en chaos wordt de scheppingsorde ons als norm voorgehouden. Jezus doet dat ten aanzien van de echtscheiding: ‘In het begin is het zo niet geweest’ (Matteüs 19: 1-8), en Paulus ten aanzien van vrouwen die het evangelie misbruiken om hun eigen positie te verbeteren (1 Korintiërs 11: 8-9 en 1 Timoteüs 2: 13). Gaat het evenwel om het belang van het koninkrijk, dan heeft de scheppingsorde niet het laatste woord.

Ik hoop dat de synode van de Gereformeerde Kerken Vrijgemaakt ook deze benadering in haar overwegingen meeneemt.

Dit bericht is geplaatst in Logboek. Bookmark de permalink.