Nogmaals christelijke ggz

In mijn vorige column in het ND van 24 november (als blog geplaatst op 27 november) heb ik naar aanleiding van het jubileumcongres van de Christelijke Vereniging voor Psychiaters, Psychologen en Psychotherapeuten verdedigd dat het eigene van christelijke hulpverlening ‘mensen helpen’ is, en niet pastoraat, dat is ‘met God verbinden’. In een reactie, gepubliceerd in het ND van 29 november, maakt Philip Troost daartegen bezwaar. Hij signaleert hier fragmentarisering, de neiging dingen uit elkaar te halen die bijeen horen. Christelijke ggz zou juist moeten betekenen dat beide worden geïntegreerd. Er moet iets worden omgevormd of toegevoegd aan de algemene psychiatrie en psychotherapie. Christelijke hulpverlening is niet alleen mensen helpen, niet alleen hulpverlening.

Dat is een opmerkelijke stelling. Ze klinkt als: een christelijke krant is niet alleen krant, of: een christelijke school is niet alleen school. De eerste is bijvoorbeeld ook stichtelijke lectuur en kerkblad, en de tweede ook instelling voor christelijk jeugdwerk. Willen we die kant op? Vraagt God van ons dat we in onze benadering van mensen alle aspecten van het mens-zijn meenemen? Of is het ook verantwoord, of zelfs gewenst, ons op specifieke aspecten van het mens-zijn te richten, bijvoorbeeld het psychische, zonder de samenhang andere aspecten te veronachtzamen? Professionalisering van allerlei praktijken – hulpverlening, journalistiek, onderwijs – brengt met zich mee dat de focus op een specifiek aspect wordt gericht, omdat daarin specifieke expertise wordt ontwikkeld.

Het is trouwens opvallend dat Troost hulpverlening niet tot een verkapte vorm van evangelisatie wil maken. Waarom eigenlijk niet? Vloeit het niet voort uit zijn holistische benadering van de mens dit wel te doen? Is de scheiding tussen hulpverlening en evangelisatie in zijn denkpatroon niet ook een voorbeeld van fragmentarisering? We kunnen toch alleen gaaf mens worden als we Christus leren kennen? Daarvoor moet ons het evangelie worden verteld. Een een-op-een gesprek biedt daarvoor een mooie mogelijkheid. Maar hij is daar niet voor. De verbinding met God hoeft in de hulpverlening niet expliciet aan de orde te komen, al moet ze voor hem in de hulprelatie wel leidend zijn. Als dat maar niet uitmondt in een verborgen agenda bij de hulp aan niet-gelovige patiënten: hulp bieden plus nog iets anders dat onbenoemd blijft. Het is, dunkt me, van tweeën een: of christelijke hulpverlening is ook pastoraat en evangelisatie, expliciet en transparant, of ze is specifiek hulpverlening, mensen helpen.

Mijn keuze voor de laatste optie neemt niet weg dat christelijke hulpverlening haar eigen karakter heeft. In mijn vorige column noemde ik al de veilige setting waarin christelijke patiënten zich bij voorbaat begrepen en aanvaard voelen in hun geloofscrisis die met hun verstoorde visie op zichzelf en de omgeving kan samenhangen. Christelijke ggz heeft de mogelijkheden geloof en psychisch functioneren weer op een positieve manier op elkaar af te stemmen. Verder is het van belang dat de hulpverlener gemotiveerd is tot zijn of haar dienende taak vanuit de eigen relatie met Christus. De eigen spiritualiteit van de hulpverlener kan een voorbeeldfunctie hebben voor de patiënt.

Van groot belang is het inzicht dat iedere hulpverlener, gelovig of ongelovig, eigen vooronderstellingen heeft die doorwerken in de behandeling. Seculiere hulpverlening heeft vaak een individualistische kijk op de mens en een eenzijdige opvatting over autonomie. Verder spelen daar hedonistische waarden (geluk als genot) vaak een dominante rol. Vanuit een christelijke invalshoek wordt de mens vanaf het begin gezien als mens-in-gemeenschap. Dat betekent dat zijn normen en waarden samenhangen met die van de gemeenschap waarvan hij of zij deel uitmaakt. Autonomie is niet absoluut. In een christelijke context spelen hier het gezin en de gemeente een belangrijke rol. Het terugvinden van een eigen plek in die gemeenschappen hangt ook samen met de integratie van de betekenis van God in de persoonlijke ervaringswereld. De winst van christelijke ggz is, dat die vaak goede ingangen heeft om contacten te leggen met vertrouwde vertegenwoordigers in de gemeente.

Christelijke hulpverlening heeft dus een eigen profiel. Maar het blijft staan: de specifieke taak is mensen helpen.

Deze blog is een licht gewijzigde vorm van de column die op 22 november 2014 in het ND was geplaatst.

Dit bericht is geplaatst in Logboek met de tags , , . Bookmark de permalink.