Oorbehoedsmiddelen

Het is een vondst van de CU-jongeren: zij willen dat bij discotheken gratis oorbehoedsmiddelen verstrekt worden, zoals er ook automaten met condooms hangen ten behoeve van de bezoekers. In twee opzichten is het een vondst: het is een goede manier om de aandacht te vragen voor het gehoor verwoestende volume van het geluid daarbinnen, en de naam die aan de oordopjes is gegeven verdient een prijs voor de meest originele taalvondst van het jaar.

Er schuilt natuurlijk wel iets absurds in het idee. Jongeren stellen zich vrijwillig bloot aan de herrie en zouden via geluiddempende middelen de schade moeten beperken.
Anders is het, wanneer je iets nastreeft dat in jouw ogen de moeite waard is, en dat je dan iets gebruikt om de nadelige bijwerkingen te bestrijden. Het condoom is een voorbeeld. Twee mensen willen iets opwindends met elkaar beleven door seksueel contact met elkaar te hebben, en ze gaan de risico’s op ongewenste gevolgen, zoals AIDS en/of zwangerschap, tegen met behulp van dit oorbehoedsmiddel met een v ervoor. De ethische aspecten laat ik hier buiten beschouwing.
Of zoals bij een zonsverduistering mensen het verschijnsel willen waarnemen zonder hun ogen te beschadigen en daarom een speciale zonnebril opzetten.
Derde voorbeeld, mensen lopen op straat omdat ze ergens naartoe moeten, maar er is wel een besmettelijk griepvirus actief. Daarom dragen ze een mondkapje om niet te worden besmet.

Met oordopjes de disco binnengaan is natuurlijk dwaasheid. Dat is hetzelfde als naar een griezelfilm in de bioscoop gaan en bij de ingang een blinddoek meenemen die beschikbaar zijn voor bezoekers die er ’s nachts niet van slapen. Of de sauna ingaan met een thermisch pak aan, omdat het stoombad te heet en het ijskoude plonsbad te fris is. Als je daar hartklachten van krijgt, ga je toch gewoon niet de sauna in.

Daarom zie ik het gratis verstrekken van oordopjes in de disco nog geen grandioos succes worden. Toch brengt dit idee wel iets aan het licht.
Ik vermoed dat jongeren niet naar de disco gaan omdat ze stapel zijn op oerend harde muziek (voor het gemak noem ik het maar muziek). Ze zijn daar omdat ze leeftijdgenoten willen ontmoeten. Het geluidsniveau nemen ze erbij. Dat hoort kennelijk zo. Het brengt je ook in een wat bedwelmde toestand. Het geluid is een beschermende muur om je heen.
Toch lijken me die voordelen maar gering. In feite is het zo dat het korte-termijnbelang van erbij horen en meedoen veel zwaarder wordt gewogen dan de gehoorschade op lange termijn. Dat ze op hun 50ste ernstige verschijnselen van doofheid zullen vertonen, laten ze nauwelijks tot zich doordringen. Hoe belastend doofheid is, daar hebben ze geen flauw benul van.

Het is natuurlijk veel beter de kwaal bij de oorzaak aan te pakken. Zet die muziek gewoon zachter! Bij andere gezondheidsrisico’s doen we toch ook ons uiterste best om de kwaal bij de haard aan te pakken. Daarvoor worden zelfs complete veestapels geruimd.
En denk na over wat je van je Schepper gekregen hebt.
Blijft natuurlijk het verlangen naar de sociale contacten. Nou ja, als je die dan zo nodig dáár moet zoeken, doe dan vooral een paar oordopjes in.

Dit bericht is geplaatst in Logboek. Bookmark de permalink.